Weerlegging 17: Waarachtigheid


Wij zijn toegekomen aan de afronding van deze serie artikelen als reactie op de brochure van de Vijverhoeve gemeenschap. Het is een ontstellend relaas geworden van feiten en achtergronden van de scheuring in Zwolle.
In deze op één na laatste aflevering reageren we nog op de slotwoorden van de genoemde brochure en maken we onze conclusie.
Daarna volgt er nog een laatste aflevering met ons slotwoord.

Nieuw begin?


Op pag. 105/106 van de Vijverhoevebrochure wordt aangegeven hoe er een nieuw begin gemaakt zou kunnen worden. Volgens de brochureschrijvers ligt er namelijk aan beide kanten de opdracht er alles aan te doen om samen een nieuw begin te maken. Tenminste, zo voegen zij eraan toe, als er aan beide kanten de overtuiging is op basis (van) Schrift en belijdenis een kerkelijk leven te willen naar de regels van de gereformeerde kerkorde. Een brede eenheid is volgens hen mogelijk als alle kerken en groepen die uit de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt gekomen zijn, verklaren dat zij van harte instemmen met de gereformeerde leer en een kerkverband voorstaan naar de regels van het gereformeerde kerkrecht en een nieuw begin met elkaar willen maken.

Daarop moeten wij op drie manieren antwoorden.

Allereerst: de Vijverhoeve-brochure is een product van de vijf voormalige ambtsdragers die verklaard hebben dat de kerkenraad van De Gereformeerde Kerk Zwolle een leer verkondigt die ingaat tegen Gods Woord. In de brief van 7 december 2009 aan de gemeente te Zwolle schreven deze vijf broeders:
Het gaat over leer en regering van de kerk; zodoende menen wij dat haar kenmerken in geding zijn.

Verder schreven ze in deze brief:
De werkelijkheid is andersom: ons wordt een leer verkondigd die wij niet kunnen verantwoorden voor de Here omdat die leer naar onze overtuiging strijdt met Gods Woord en de belijdenis van de kerk, zoals we hierboven al aangegeven hebben.


Dit alles is geheel in lijn met hun Verklaring en oproep aan de Zwolse kerkenraad. Daarin werd geëist bekering van een, volgens de vijf broeders, ingeslagen heilloze weg. Dat zijn zeer ernstige beschuldigingen, die door de Vijverhoeve-brochure nog versterkt wordt doordat men het ´evangelie van vrije´genade in geding brengt, alsof de kerkenraad daarvan zou zijn afgeweken. Dat was voor de vijf broeders de grond om zich af te scheiden van de kerk.

Zou het dan nu opeens voldoende zijn dat de kerkenraad van harte verklaart in te stemmen met de gereformeerde leer? En zou dat dan voldoende zijn om die verklaring te aanvaarden als basis voor kerkelijke eenheid?
De werkelijkheid is dat van de kant van de vijf voormalige ambtsdragers niets teruggenomen is van de beschuldiging als zou de leer van de eigen predikant en de emeritus predikant binnen De Gereformeerde Kerk in strijd zijn met Gods Woord en de belijdenis van de kerk. En ook dat die valse leer ook door de kerkenraad wordt uitgedragen. En van de kant van de kerkenraad is er in prediking en leer niets teruggenomen van wat de tegenstanders menen aan te kunnen wijzen als valse leer.

Het was waarachtiger geweest als de brochureschrijvers gewoon geschreven hadden dat eenheid niet mogelijk is zolang de kerkenraad van Zwolle zich niet bekeert van de door de vijf broeders aangewezen heilloze weg voor het aangezicht van de HEERE, onze God die wil dat Schriftuurlijk ja ook echt ja zal zijn en blijven. Het spreken op dit hoge niveau in de kerk heeft de kracht van een eed.
En deze late oproep tot eenheid, na eerst een scheuring tot stand gebracht te hebben, is nog erger dan de eerder genoemde beschuldigingen.
Zij is ook totaal in tegenspraak met de inzet van de Vijverhoeve-brochure als zou De Gereformeerde Kerk van Zwolle onder leiding van haar kerkenraad het evangelie van vrije genade verloochenen.
Die beschuldiging betekent toch niet minder dan dat de kerk opgehouden heeft een pijler en fundament van de waarheid te zijn – waar moet de rechtvaardige dan blijven?

Geen terugkeer tot gereformeerd kerkrecht


Het tweede dat we moeten opmerken is dat in de Vijverhoeve-brochure niets te lezen is van enige terugkeer tot het gereformeerde kerkrecht. We hebben al enkele malen gewezen op het eigenwillige omgaan met de Schriftuurlijke rechtsregels, uitkomend in de ontkenning van het gezag van de meerdere vergaderingen en daarmee van het niet als bindend houden van de uitspraken en besluiten van die meerdere vergaderingen.
Hoe kan men dan uitspreken een kerkelijk leven te willen naar de regels van de gereformeerde kerkorde en een kerkverband voor te staan naar de regels van het gereformeerde kerkrecht en op die basis een nieuw begin met elkaar te willen maken?

Alweer is dat een spreken met twee monden, nota bene in hetzelfde geschrift.
Een nieuw begin zou zijn wanneer de broeders zich radicaal bekeerden van hun dwaze en zondige wegen, waardoor zij de kerk, dat is de bruid van Christus, gescheurd hebben.

Het derde wat we opmerken is dat men wil onderhandelen over de kwesties rondom Zwijndrecht, Bergentheim/Bruchterveld en Zwolle. Die moeten namelijk bespreekbaar zijn, zo wordt als voorwaarde gesteld (pag. 106). Daarbij vergeet men gemakshalve dat kerkelijke zaken op kerkelijke wijze moeten worden behandeld. En dat was nu juist de weg die de kerkenraad de opponerende broeders steeds heeft gewezen, namelijk de kerkelijke weg van het revisie vragen. Die weg hebben de broeders steevast afgewezen. Nog steeds blijven zij dat dus doen en willen dan wel een ‘gesprek’ over de bovengenoemde ‘kwesties’.

Op aarde gebonden


Maar verder begrijpen de vijf voormalige ambtsdragers nog steeds niet wat hun schorsing en afzetting inhoudt. Dat was tucht over ambtsdragers, volgens wat de Schrift ons gebiedt met betrekking tot scheurmakers. En over de tucht heeft de Heere Jezus Christus duidelijk gesproken toen Hij aanwees dat wat op aarde gebonden is, ook in de hemel gebonden is.
Evenals destijds de broeders verklaarden te geloven dat God roept door middel van mensen (door de gemeente en mitsdien door God geroepen te zijn), zo moeten zij er nu van uitgaan dat zij door twee kerkenraden in een gezamenlijke vergadering en evenzo mitsdien uit hun ambt zijn ontzet.
Daarom kan over kerkelijke tucht nooit onderhandeld worden. Het is daarbij van tweeën één:
Of de voormalige ambtsdragers komen tot berouw en erkenning van hun schuld òf de kerkenraden komen tot het inzicht de tucht te hebben misbruikt. Een derde is er niet.

Dat is het klimaat van de kerk! Dat zal men wel rigide of radicalistisch noemen, maar dat is de eenvoudige waarheid van de Schrift en de enige mogelijkheid om ooit weer tot eenheid te komen.

Conclusie


De brochure presenteert zich als een “uitgestoken broederhand”.
Zoals we in het begin al hebben aangegeven hebben wij deze brochure niet zo ervaren.
Dit hebben wij in dit document trachten aan te tonen. Ons is op schrijnende wijze gebleken hoezeer de brochureschrijvers er niet voor teruggedeinsd zijn om de meerderheid van de kerkenraad in een kwaad daglicht te stellen. Hierbij hebben zij in hun brochure door vertekening van de feiten en allerlei suggestieve opmerkingen de waarheid verdraaid en het negende gebod van de Wet van de HEERE overtreden.

Ook zijn er in de brochure allerlei dwalingen met betrekking tot de leer van de Schrift aan te wijzen:
- met betrekking tot hun presentatie van het evangelie van vrije genade, zien we dat aan de waarheid van de Schrift wordt afgedaan;
- met betrekking tot het betonen van eer en gehoorzaamheid aan ambtsdragers van de kerk, zien we dat de Schriftuurlijke betekenis van het vijfde gebod wordt uitgehold;
- met betrekking tot het onderhouden van het kerkverband en kerkordelijke afspraken zien we dat met een beroep op het evangelie van vrije genade een eigenwillige independentistische koers verdedigd wordt.

Daarnaast is er helaas geen enkel spoor van bekering te bekennen inzake de woordbreuk en openlijke scheurmaking van de vijf broeders, waartoe zij toch vele malen indringend waren opgeroepen.

Dit alles brengt ons ertoe om met verdriet te constateren dat de breuk die geslagen is, zich nog verder verdiept heeft door de brochure.

Geve de Heere in Zijn genade dat onze weerlegging van de brochure van de Vijverhoeve -gemeenschap nog tot inkeer mag leiden.
Niet alleen bij de vijf voormalige ambtsdragers, maar ook bij allen die hen zijn gevolgd zelfs zonder zich tegenover de ambtsdragers die over hen gesteld zijn persoonlijk te verantwoorden voor hun ingrijpende stap, zich te onttrekken aan opzicht en tucht van de kerkenraad.
Dat is uiteindelijk onze diepste wens en bede.

Waken en bidden


We besluiten deze conclusie met het woord van ds. S. van Velzen in 1849 met betrekking tot de verdeeldheden in de afgescheiden kerken:
Wie het verwacht van het Woord van God zal er wel verdriet over hebben dat ook in de gemeente van de Heere verschillen en onenigheden gevonden worden, maar zal zich daarom niet van die gemeenten afkeren, maar veeleer meewerken, naar de gaven die God hem verleend heeft, tot opbouwing van de broederen.

Ook die onenigheden worden door Gods bestiering dienstbaar gemaakt ten goede. De opregten zullen daardoor meer en meer beproefd, en de geveinsden daardoor openbaar worden. En hoewel het wee uitgesproken is over de degenen, door wie de ergernissen komen, nogtans is het noodzakelijk dat zij komen.

Daarom, dierbare broeders! Die Den hemelschen Bruidegom JEZUS liefhebt, laat ons waken en bidden dat wij niet in verzoeking komen. Gods Woord is vast. Op grond van dat Woord zeggen wij het den Heere na: het zal worden ééne kudde en één Herder. In dat Woord vinden wij hoe sommigen afgedwaald zijn maar terug gebragt werden. De Heere doet dit ook nu! In dat Woord zien wij hoe sommigen als huichelaars openbaar zijn geworden. En ook is het ons voorspeld dat wij door vele verdrukkingen moeten ingaan in het koninkrijk der hemelen; maar die volstandig zal blijven tot het einde toe zal zalig worden.




* Uitgave onder verantwoordelijkheid van de kerkenraad van De Gereformeerde Kerk te Zwolle e.o. met medewerking van A. Admiraal, A. van Egmond en dr. P. van Gurp.