Weerlegging 4: Deformatie van de kerken


Wij vervolgen in onze bespreking van de Vijverhoeve-brochure de les van de kerkgeschiedenis

De werkelijke kerkgeschiedenis


De deformatie van de kerken zette niet pas in 1993 bij de synode van Ommen in en werd niet gemarkeerd door het daar genomen besluit tot invoering van het vrouwenkiesrecht, zoals de brochure beweert.
Een duidelijk begin is te vinden in de jaren tachtig. De toenmalige hoofdredacteur J.P. de Vries schreef op 18 juni 1983 een uitermate belangrijk artikel over Waar ligt het front?
Dat was al voorafgegaan door de pogingen om van de abonnees van het Nederlands Dagblad goedkeuring te krijgen voor het voorstel om de binding aan de kerk los te laten en voortaan ook niet-gereformeerden toe te laten als medewerkers. Die pogingen werden op verschillende vergaderingen in den lande door de abonnees met grote meerderheid afgewezen.
In bovengenoemd artikel wees De Vries op de toenemende secularisatie. Daartegen strijden wij, maar wij zijn volgens hem niet de enigen die tegen deze geest uit de afgrond strijden. Hij was van mening dat we ermee moeten ophouden de mensen van de gereformeerde gezindte en uit evangelische kringen steeds weer op te roepen tot kerkelijke reformatie en tot het zich bij de kerk voegen, maar dat wij samen met hen de strijd moeten aangaan tegen de secularisatie.
Het eerder afgewezen plan om de band van het Nederlands Dagblad, vanouds dochter van de kerk en vrucht van de doorgaande reformatie, met de kerk losser te maken en om interkerkelijk te worden werd vervolgens toch door het bestuur en de redactie doorgezet.
Dat werd een niet te stuiten ontwikkeling die er tenslotte toe geleid heeft dat vandaag het Nederlands Dagblad niet méér is dan een krant die ‘christelijk betrokken’ is en totaal interkerkelijk!

Nu is inderdaad de secularisatie nog steeds een groot kwaad. Maar waar komt die secularisatie vandaan? Wordt die niet gevoed door de ongehoorzaamheid van de kerken om de dwaling te weren? De afwijzing van de reformatie van de kerk, zoals die met name in de Nederlandse Hervormde kerk (ook door de behoudenden in de Gereformeerd Bond) en in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt en de weigering door de meeste evangelischen om zich bij de kerk te voegen veroorzaakten juist die secularisatie.
Die politiek van het Nederlands Dagblad en dat artikel over een ‘gemeenschappelijke strijd aan het ene front’ heeft geleid tot een beweging, waardoor allerlei gereformeerde organisaties op politiek en maatschappelijk terrein werden opengebroken en hun gereformeerde karakter prijsgaven ter wille van de 'interkerkelijkheid’.

De dijk brak door


Eerst sijpelde alleen het grondwater onder de dijk door – het leek allemaal nog niet zo erg – maar niet lang daarna brak de beschermende dijk door. Of met een ander beeld: het hek was van de dam, het hek dat de schapen beschermt tegen rovers en wilde dieren, en de schapen lopen door het open hek overal heen.
Het hek van de belijdenis werd opengeworpen en toen kwam de vijand binnen en de schapen werden verstrooid en verscheurd!
De artikelen over de kerk belijden wat Gods Woord in het Oude en Nieuwe Testament ons leert. Wij moeten van deze deformatie zeggen dat de theologen voorop liepen.
Het leidende beginsel van de reformatorische beweging om Woord en kerk, dat tot dan zo zegenrijk gewerkt had, werd hoe langer hoe meer losgelaten. De belijdenis dat ieder schuldig is zich bij de ware kerk te voegen werd in feite weggewerkt.
Vandaag krijgen we vanuit het ‘voorlopig kerkverband‘ de kritiek op dit gereformeerde uitgangspunt te horen: dat is maar één artikel uit de Nederlandse Geloofsbelijdenis, vergeleken met zoveel meer in dat belijdenisgeschrift.
Vandaar het steeds verder doorwerkend verlies van het kerkbesef en de toenemende eigenwilligheid in het zich bij een ‘kerk’ voegen, een kerk naar eigen smaak.
Steeds meer vrijgemaakte kerken gingen plaatselijke samensprekingen houden met de Christelijke Gereformeerde kerken en ook met Nederlands Gereformeerde kerken, wat dikwijls leidde tot één plaatselijke gemeente.
Verder werden de uitspraken van de synodes van Amersfoort-West 1966-1967 en van Hoogeveen 1969-1970, die vasthielden aan de koers van de reformatorische beweging, namelijk dat de bedding van het kerkvergaderend werk van Christus loopt via de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt, als hoogmoedig en achterhaald afgewezen. Dat werkte door in de prediking en in het uithollen van het gezag van de Heilige Schrift.

De Schriftkritiek


De achtergrond van al deze treurige ontwikkelingen was het steeds meer ruimte geven aan de Schriftkritiek. Tot aan de synode van Arnhem 1981 was de correspondentie met de Christelijke Gereformeerde Kerken gericht op de in die kerken voorkomende en getolereerde Schriftkritiek, onder meer die van prof. dr. B.J. Oosterhoff. Die kerken werden telkens opgeroepen om toch eindelijk leertucht toe te passen op deze dwaling, tot groot ongenoegen van de Christelijke Gereformeerde Kerken, die tot op vandaag weigerachtig zijn gebleven om aan die oproep gehoor te geven.

Toch was dat tolereren van de Schriftkritiek binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken voor verscheidene vrijgemaakt-gereformeerde kerken en – leiders geen enkele verhindering om de eenheid met de plaatselijke Christelijke Gereformeerde kerk te zoeken. Zij bleven binnen het kerkverband aandringen op eenheid met de Christelijke Gereformeerde Kerken.
Die druk resulteerde tenslotte in synodebesluiten waarin men zich tenslotte terwille van de eenheid neerlegde bij het door de Christelijke Gereformeerde kerken toelaten van de dwaling van de Schriftkritiek om daar verder niet meer op terug te komen.

Diezelfde ontwikkeling deed zich voor met betrekking tot de verhouding tot de Nederlands Gereformeerde Kerken.
De Schriftkritiek kreeg binnen de opleiding tot de dienst des Woords gestalte in publicaties van sommige Kamper hoogleraren. Maar vooral ook in verschillende synodebesluiten. Daarvoor noemen wij nu die inzake het vierde en zevende gebod, besluiten die diep ingrepen in de prediking over deze geboden.

Die prediking was in veel kerken verworden tot een uiteenzetting van de gevoelens van de predikant en werd niet langer overeenkomstig de belijdenis van de kerk gezien als de bediening van de sleutels van het Koninkrijk der hemelen.
Het was voortaan binnen de kerken toegestaan over Gods geboden te preken zonder de binding aan de Heilige Schrift.
Dit alles was dus heel wat breder en van veel fundamenteler betekenis dan wat de Vijverhoeve-brochure schrijft, als zou het alleen maar gaan om losse kwesties als het ter discussie stellen van de toepassing van sommige geboden.


Een vooringenomen standpunt


In heel deze visie werkt het uitgangspunt van de brochure door, als zou de deformatie van de kerk steeds weer uitsluitend bepaald worden door het loslaten van het evangelie van vrije genade en als zou de Vrijmaking 2003 een te smalle basis hebben, omdat deze daar geen oog voor had. Heel deze theorie verhindert het rechte zicht op de werkelijke basis van de recente vrijmaking.

Maar nog veel belangrijker, deze ongereformeerde en onschriftuurlijke visie bepaalde de zienswijze van de voormalige ambtsdragers inzake de kerk, de gehoorzaamheid aan Gods geboden, het omgaan met kerkelijke besluiten en het karakter van de prediking, ja zelfs inzake de aanvaarding van het gezag en bewerkte in grote mate hun getoonde eigenwilligheid. Door deze eigenwilligheid brachten zij alsmaar onderwerpen op de tafel van de kerkenraad die reeds afgehandeld waren, waardoor zij de voortgang van het gewone ambtelijke werk verhinderden.

Ook de goede leiding en adviezen van de kerkvisitatoren konden niet tot eenheid leiden.
Dat is achtertaf, nu we kennis hebben genomen van het ene beheersende uitgangspunt van de leiding van de Vijverhoeve-gemeenschap, over het evangelie van vrije genade, beter te begrijpen. Er was zo’n diepgaand verschil in opvattingen dat men hiermee vastliep.
Of moeten we zeggen: verschil in geloof? Zou het dan toch, ondanks de bezwaren van de vijf voormalige ambtsdragers tegen de preek over de noodzaak van het komen van scheuringen, noodzakelijk zijn geweest dat ook deze scheuring er kwam?
Dat is wel de brandende vraag als we nu verder het vervolg van de Vijverhoeve-brochure gaan bespreken. Dat gaat dan over allerlei plaatselijke ontwikkelingen binnen de kerkenraad van De Gereformeerde Kerk te Zwolle e.o., waarvan we de achtergrond goed onder ogen moeten zien en daarbij telkens weer het uitgangspunt van de brochure moeten betrekken.


* Uitgave onder verantwoordelijkheid van de kerkenraad van De Gereformeerde Kerk te Zwolle e.o. met medewerking van A. Admiraal, A. van Egmond en dr. P. van Gurp.