Door de dienst van mensen (9)


In het vorige artikel over de ambten van ouderling en diaken hebben we gekeken naar wat het betekent dat de ouderlingen als opdracht hebben de gemeente te regeren en herderlijk te verzorgen. In de komende artikelen willen we nog twee belangrijke taken, die bij het herderschap horen, naar voren halen: het wacht houden over de kudde en het beheren van de sleutels van het Koninkrijk der Hemelen.

“Christus, die als Hoofd van de kerk zit aan de rechterhand van God de Vader, regeert en verzorgt zijn gemeente op aarde. Hij wil daarvoor de dienst van mensen gebruiken. Daarom schenkt Christus ambtsdragers aan zijn gemeente.” (Formulier voor de bevestiging van ouderlingen en diakenen, pag. 550 Gereformeerd Kerkboek).

Waken


Allereerst, in dit artikel, de taak van het waken, het wacht houden. Trouwe herders verzorgen en leiden niet alleen maar houden ook de wacht over de kudde. Ze waken tegen bedreigingen van buitenaf.
”.... er mag immers geen dwaalleer verkondigd worden en de gemeente moet in elk opzicht worden opgebouwd. De apostel Paulus vermaant de ouderlingen erop toe te zien, dat geen wolven de schaapskooi van Christus binnendringen.” (Bevestigingsformulier pag. 551 Gereformeerd Kerkboek).

Dwaalleer. Dat is een van de grootste bedreigingen voor de Kerk van Christus. En dwaalleer komt nooit zomaar binnen in de gemeente. Dwaalleer wordt gebracht. Een vals evangelie wordt verkondigd. Altijd weer zullen er mensen opstaan die een leer brengen, die in het begin heel veel lijkt op het evangelie, maar het niet is. Als Paulus afscheid neemt van de ouderlingen van Efeze, vlak voor hij voor de laatste keer opgaat naar Jeruzalem, waarschuwt hij ook indringend voor juist dat gevaar.
“ Ziet dan toe op uzelf en op de gehele kudde, waarover de Heilige Geest u tot opzieners gesteld heeft, om de gemeente Gods te weiden, die Hij Zich door het bloed van zijn Eigene verworven heeft. Zelf weet ik, dat na mijn heengaan grimmige wolven bij u zullen binnenkomen die de kudde niet zullen sparen; en uit uw eigen midden zullen mannen opstaan, die verkeerde dingen spreken om de discipelen achter zich aan te trekken. Waakt dan en herinnert u, dat ik drie jaren lang nacht en dag niet heb opgehouden ieder afzonderlijk onder tranen terecht te wijzen.” (Hand.20:28-31).


Wolven


Paulus zal niet meer in de gelegenheid zijn om Efeze en Milete en andere gemeenten in Klein-Azië nog weer te bezoeken. Dat hij in zijn “afscheidspreek” juist zo sterk waarschuwt voor de zaak van de dwaalleer, is dan ook niet voor niets. Paulus spreekt hier profetisch. Hij wéét dat de dwaalleer komt. Heel stilletjes eerst. Wolven die van buiten komen merk je pas op als ze er al zijn. Ze sluipen naar binnen. Maar dan zijn ze ook dodelijk! Ze verscheuren de kudde, ze zorgen voor verdeeldheid en ze maken dat de gemeente in groepen uiteenvalt.
En erger nog: soms komen de wolven niet van buiten maar blijken ze al binnen te zíjn! Dan staan broeders uit het midden van de gemeente op om de kinderen van de Here te verleiden met dwaalleer. Goed bekend staande voorgangers en vooraanstaande kerkleden wijken dan toch van het Woord van de Here af. Jarenlange trouwe woordbediening wordt dan zomaar ontdekt als verworden tot een langzame weg van afval.

Wachters


” Zo zegt de HERE: Gaat staan aan de wegen, en ziet en vraagt naar de oude paden, waar toch de goede weg is, opdat gij die gaat en rust vindt voor uw ziel; maar zij zeggen: Wij willen die niet gaan. Ook heb Ik wachters over u gesteld: Luistert naar het geklank van de bazuin; maar zij zeggen: Wij willen niet luisteren.” (Jer. 6:16 en 17).

De Here heeft wachters aangesteld over zijn volk. Als er gevaar dreigt, als er afval is en als dwaalleer de Kerk dreigt af te voeren van de Here, dan moeten de wachters op de bazuinen blazen. En het volk heeft te luisteren en zich te wapenen en de dwaalleer uit haar midden weg te doen. Zo zijn ouderlingen wachters op de muren van de Kerk.
Een verantwoordelijke taak. Als de wachters hun post verlaten, als de wachters de bazuin niet meer blazen, als ze geen moeite meer doen om de dwaling te herkennen, wat moet er dan van de Kerk terechtkomen? We hebben het ervaren in de laatste jaren in de GKv, hoe de wachters verstek lieten gaan en de Kerk afdwaalde, de dwaalleer vrij spel kreeg en nieuwe reformatie noodzakelijk werd.
Wachter zijn ...... een belangrijke en hoge roeping. In Ezechiël 33:1-6 lezen we over de grote verantwoordelijkheid van de wachters:
“ Het woord des HEREN kwam tot mij: Mensenkind, spreek tot uw volksgenoten en zeg tot hen: wanneer Ik over een land het zwaard breng, en de inwoners van dat land hebben uit hun midden iemand gekozen en tot wachter aangesteld, en deze ziet het zwaard over dat land komen, en blaast op de bazuin en waarschuwt het volk, als dan iemand wel het geluid van de bazuin hoort, maar zich niet laat waarschuwen, en het zwaard komt en rukt hem weg, dan komt diens bloed over zijn eigen hoofd. Hij heeft het geluid van de bazuin gehoord, maar zich niet laten waarschuwen; zijn bloed komt over hemzelf; als hij zich had laten waarschuwen, zou hij zijn leven hebben gered.
Maar wanneer de wachter het zwaard ziet komen, doch niet op de bazuin blaast, zodat het volk niet gewaarschuwd wordt; en het zwaard komt en rukt iemand van hen weg, dan wordt hij wel weggerukt in zijn eigen ongerechtigheid, maar van zijn bloed zal Ik de wachter rekenschap vragen.”


Dienaren des Woords


De Here roept mensen tot de dienst van de wacht op de muren van de Kerk. Tot de dienst van de wacht over de kudde. Ouderlingen moeten waken tegen dwaalleer. Daarom zijn ze ook geroepen om toe te zien op de predikanten. Zo zegt het bevestigingsformulier, voorafgaande aan de zinsnede over de dwaalleer:
“In de derde plaats zien de ouderlingen toe op leer en leven van de dienaren des Woords: .... “

Als er in een gemeente dwaalleer binnensluipt, als van de kansel onbijbelse dingen worden gepreekt, dan kan dat nooit alleen de schuld van de predikant zijn. Dan hebben ook de ouderlingen hun dienst verzaakt. De predikant is niet een soort bisschop, die alleen bepaalt wat goed is en wat in de Kerk geleerd moet worden. Ja, hij is wel een bijzondere ouderling, vrijgesteld van het verdienen van zijn dagelijks brood, om zich helemaal te wijden aan de dienst van de Here,en dan met name aan de prediking, de dienst der verzoening. Zo heeft de predikant een extra verantwoordelijkheid. Maar hij is niet de enige ouderling! Ook de wachters zijn verantwoordelijk! Ja, zij zijn juist verantwoordelijk. Zij hebben te letten op de dienaar des Woords. Niet uit wantrouwen of uit een zucht tot beter weten. Nee, maar juist om samen met de dienaar des Woords te waken over het Evangelie, tot heil en opbouw van de gemeente. En tot behoud van de dienaar.

Wapenen


Wachters hebben wapens nodig. Ook de wachters rond Gods kudde. Ze moeten in staat zijn om de wolven, buiten en binnen de kudde, te herkennen, aan te wijzen en te verdrijven. En ze hebben een machtig wapen gekrégen: het waarachtige Woord van God. Dat wapen moeten ze steeds beter leren gebruiken. Dat wapen moeten ze goed onderhouden zodat het bruikbaar blijft. Met dat wapen moeten ze oefenen zodat ze het paraat hebben als het nodig is. Zo zegt het bevestigingsformulier het ook:
“Om deze taak als herder over Gods kudde trouw te kunnen vervullen, moeten de ouderlingen de Schrift ijverig onderzoeken en zich oefenen in de dienst van God.”

De Bijbel onderzoeken, veel gelovige kennis van Gods Woord zien te krijgen, veel trainen in de dienst van de Here. En dan heeft een wachter geen universitaire opleiding nodig voor zijn taak. Dan hoeft hij niet een groot spreker te zijn. Dan worden er van hem geen managementvaardigheden gevraagd, en geen gezaghebbende positie in het dagelijks leven. Dan is alleen maar nodig eenvoudig geloof, kennis van Schrift en belijdenis, en eenvoudige trouw. Daarmee zullen de wolven herkend worden. Daarmee zullen ze uitgedreven worden. Daarmee zal de ouderling de dwaalleer herkennen, aanwijzen en bestrijden. Zoals hij beloofd heeft:
“Wij beloven daarom dat wij ieder naar eigen ambt deze leer (de leer van Schrift en belijdenis) met toewijding zullen onderwijzen en trouw verdedigen en elke dwaling die daarmee in strijd is zullen afwijzen.” (Ondertekeningsformulier voor ouderlingen en diakenen).

En het is nodig. Paulus wist het. Wij weten het. De hele geschiedenis van de Kerk door zijn er de
wolven buiten en binnen de Kerk. De hele geschiedenis van Christus’ Kerk door weet telkens weer
de dwaalleer haar duizenden te verslaan. De hele geschiedenis van Gods Kerk leert ons dat steeds
weer ouderlingen hun dienst verzaken, hun wapens stomp en slap laten worden, hun kennis niet
onderhouden en zich te weinig oefenen in de dienst van de Here. Maar tegelijk weten we ook dat de
Heer van de Kerk telkens opnieuw mensen roept tot zijn dienst en trouw maakt, begerig naar
geloofskennis, waakzaam, vaardig met het wapen van het Woord.
Gelukkig de gemeente waar het Hoofd van de Kerk trouwe wachters heeft gegeven.