De gezondmaking van het leven door het woord van Gods verbond


19 De mannen van de stad zeiden tot Elisa: Zie toch, de ligging van de stad is goed, zoals mijn heer ziet; maar het water is slecht, en de landstreek veroorzaakt misgeboorte.
20 Toen zeide hij: Haalt mij een nieuwe schotel en doet er zout in. Zij haalden hem er een.
21 Daarop ging hij naar de waterwel, wierp het zout daarin en zeide: Zo zegt de HERE: Ik maak dit water gezond; daaruit zal geen dood of misgeboorte meer voortkomen.
22 En het water werd gezond, tot op deze dag, volgens het woord, dat Elisa gesproken had.
2 Koningen 2:19-22

Zo begint Elisa zijn profetische dienst. Door zijn roepen tot bekering zal de HEERE gericht oefenen, maar daardoor ook komen tot zevenduizend, het volle getal van Zijn kerk.
Hij begint in Jericho, de sleutelstad van het beloofde land. De muren van Jericho zijn gevallen door het geloof, Hebr. 11: 30. De HEERE immers ging voorop en toen hebben ze gejuicht in het geloof, nog vóórdat die sterke muren vielen.
Die mochten niet herbouwd worden, zei de HEERE, de puinhopen van de muren en de poorten moesten altijd zo blijven liggen als een voortdurende prediking dat zij dat land niet zelf door eigen macht hebben veroverd, Ps.44:4, maar dat het de HEERE is, Die Zijn Woord gestand doet.
Ten tijde van Achab heeft Hiël, de Betheliet, dat gebod van de HEERE brutaal overtreden door de muren en poorten weer op te bouwen. Nu, dat heeft hij geweten! God laat niet met Zich spotten. Want overeenkomstig de profetie van Jozua stierven zijn zonen, bij het begin van zijn hoogmoedige overtreding zijn eerstgeboren zoon, maar hij ging gewoon door - en bij het voltooien van zijn bouwen zijn jongste zoon, Joz.6:26, 1 Kon.16:34.
Dat tekent het klimaat van Jericho - overgegeven aan de dienst van Baäl. Maar ook een centrum van profetisch onderwijs. Tientallen profetenzonen wonen er en gaan vandaar er op uit op tournee in Israël om op te roepen tot bekering.
Maar nog steeds gold dat God niet met Zich laat spotten. Immers, op die stad en omgeving rustte een vloek.
De mannen van Jericho komen ten einde raad bij de profeet. Ze zullen al wel gehoord hebben, niet alleen van het werk van Elia, maar ook dat Elisa hem heeft opgevolgd en ook al een wonder heeft verricht.
Wij wonen hier mooi, zeggen ze, maar er is vergif in het water. De bodem van de hele landstreek is blijkbaar erg vervuild, het bodemwater is giftig en veroorzaakt miskramen. We hebben hier geen toekomst. Alle nieuw leven is al gedoemd te sterven voor het aan het licht komt. Geen kleine kinderen meer, geen jongvee. Als dat zo blijft doorgaan blijven er over een tijd alleen nog maar oude mannen en vrouwen over en zal ons geslacht uitsterven. En dat terwijl de profeten van Baäl hen geleerd hadden dat de dienst van Baäl vruchtbaarheid zou geven aan de mensen en aan het land en aan het vee.
Geen toekomst. De hele economie komt tot stilstand. Dit wordt een dode stad.
Wij zouden kunnen zeggen dat we in de gang van deze mannen naar de profeet een ritseling van leven bespeuren, een klein begin van bekering. Zij begrijpen in elk geval dat ze bij de man Gods moeten zijn. Want wie ook maar enig begrip had van de beloften en dreigingen van de HEERE in het verbond kon weten dat Hij bezig was Zijn Woord te bevestigen door Zijn gericht. De HEERE had dat al duidelijk aangewezen, voordat zij het beloofde land mochten binnengaan. Miskraam zou er onder Israël niet voorkomen, als zij maar de HEERE wilden dienen overeenkomstig Zijn Woord, Deut.7:14.
En dat was niet alleen maar iets wat vroeger zomaar gezegd was, maar dat kwam van tijd tot tijd bij voorbeeld uit in het offer voor jaloersheid. Als een vrouw verdacht werd van overspel moest ze bij de priester komen en een door de HEERE duidelijk en gedetailleerd voorgeschreven bitter water drinken en als ze schuldig was, zou ze het gevolg ondervinden: op een verschrikkelijke manier zou zij getroffen worden met onvruchtbaarheid, Num.5:11-31.
En dan het verhaal van Abraham bij Abimelech over Sara, toen hij zijn vrouw Sara voorstelde als zijn zuster. Daardoor opende hij voor Abimelech de weg haar op te nemen in zijn harem. Tot zijn schrik ontdekte hij dat al zijn vrouwen en slavinnen onvruchtbaar waren geworden. Dat was de waarschuwing die de HEERE hem zond, Gen.20:17.
In heel de geschiedenis van Israël is heel duidelijk vruchtbaarheid van het leven en de zekerheid van de toekomst verbonden aan het kinderen krijgen. Later zal Hosea dan ook tot de Israëlieten van zijn tijd de profetische woorden spreken over Gods toorn over hun dienst aan Baäl:
Ja, al brengen zij zonen groot, Ik zal hen kinderloos maken, zodat er geen mens meer zijn zal, Hos.9:10-17.
De HEERE antwoordt op de klacht van de mannen van Jericho. Elisa mag een wonder doen. Hij gaat naar de bron die de stad van water moet voorzien. Hij laat een nieuwe schotel brengen, die op geen enkele manier gebruikt is voor en besmet met de dienst aan Baäl. Elisa laat er zout in doen en strooit dat in het water en het wordt gezond!
In de woestijn bij Mara heeft Mozes een stuk hout in het water geworpen, toen het water verontreinigd bleek. Het werd toen fris en helder en gezond.
Elisa gebruikte zout. Waarom zout? Als het brak water was, verontreinigd door de bodemvervuiling, dan helpt een handvol zout niet.
Zout heeft de functie van reinigen en conserveren.
Dat laatste wijst er op de dat een zoutverbond een verbond is dat altijd duurt, een eeuwig verbond. Dat heeft de HEERE met Abraham gesloten. Met David heeft de HEERE Zijn verbond bevestigd door hem te beloven dat de Zoon van David, de Heere Jezus Christus, altijd zou regeren. De Schrift spreekt dan van een zoutverbond, 2 Kron.13:5.
Daarom moest zout een onderdeel zijn van elk offer, zo had de HEERE door Mozes geboden, Lev.2:13. Dan werd telkens weer het zoutverbond bevestigd als er bij de offers altijd zout werd gevoegd.
In dat eerste wonder van Elisa wijst de HEERE dus op Zijn vast verbond, dat duurzaam is. Ook Zijn verbond met David uit de stam van Juda en diens Zoon, Die komen zal.
Daarnaast is zout het middel om te reinigen. De Heere Jezus Christus noemt Zijn gemeente het zout der aarde, Matt.5:13. De kerk is geroepen door haar prediking de samenleving te reinigen.
Die reiniging moet allereerst plaatsvinden in het leven van de gelovigen zelf. De Heere heeft door Markus laten opschrijven wat hij over de bekering gesproken heeft. Die moet radicaal zijn, zei Hij. Als uw hand of uw voet u tot zonde verleidt, hak die af. En als uw oog dat doet, ruk het uit. Dat betekent dat alles moet worden weggedaan uit ons leven wat tot zonde verleidt.
De Heere vat dat kort samen in de uitspraak:
Want een ieder zal met vuur gezouten worden, Mark.9:47.

Dat is dus het profetische woord van Elisa aan de inwoners van Jericho.
Wat leert dit wonder? Alleen door naar Hem te vragen, Die Zijn profeet naar Jericho en naar Israël zond en naar die profeet te luisteren en het woord van het verbond dat hij brengt te aanvaarden - alleen zo wordt het leven verlost van het verderf.
Wij denken hierbij aan het visioen van Ezechiël over de tempelbeek, Ez.47. Water komt uit het heiligdom te voorschijn, het komt van de troon van God en stroomt langs het altaar naar buiten en wordt tot een beek die het land gezond maakt. Het brengt genezing en vruchtbaarheid. Het leven wordt gezond gemaakt door Hem, Die alle krankheden geneest, omdat Hij in Christus de ongerechtigheden vergeeft en daardoor het leven verlost van het verderf.
Het is hetzelfde water dat Johannes later zag in de hemel: water des levens van de troon van God en van het Lam.
Ezechiël mocht Gods volk in de ballingschap vertroosten met Zijn belofte:
Ik zal de mensen op u talrijk maken: het ganse huis Israëls; de steden zullen weer bewoond en de puinhopen herbouwd worden.
Ja, Ik zal mensen en dieren op u talrijk maken, zij zullen zich vermenigvuldigen en vruchtbaar zijn; Ik zal u bevolken als vanouds en u weldoen meer dan vroeger; en gij zult weten, dat Ik de HEERE ben, Ez.36: 8–13.

Dat wordt ook door Jesaja geprofeteerd:
Ook zullen de kinderen, van welke gij beroofd waart, te uwen aanhoren zeggen: De plaats is mij te eng, maak mij ruimte, dat ik wonen kan.
En gij zult bij uzelf zeggen: Wie heeft mij dezen gebaard, daar ik toch van kinderen beroofd en onvruchtbaar was, verbannen en verdreven; wie bracht dezen dan groot? Zie, ik was alleen overgebleven, waar waren dan dezen? Jes.49:20-21.

Later deed Christus wonder op wonder: alles ter genezing van het leven. Maar als Hij de discipelen van Johannes terugzendt naar hun meester geeft Hij deze boodschap mee: zeg maar duidelijk alles wat jullie hebben gehoord en gezien, al die grote wonderen, maar vooral dat die culmineren in dit ene grote wonder: aan armen wordt het Evangelie verkondigd, Matt.11 : 2 - 6.
Die genezingen waren tekenen, tekenen van de toekomstige eeuw. Maar ook tekenen, dat nu al het leven genezen wordt door het Woord. De HEERE laat Zijn apostel schrijven over het Evangelie, ja over de gezonde leer en dat die gezonde leer en met name de gezonde prediking daarvan gezond maakt. Voor je gezondheid heb je immers gezond eten nodig.
Zelfs de leer! Schrift en belijdenis. De wereldse mensen, maar zelfs ook sommige christenen, geven af op de leer van de kerk: ‘niet de leer, maar de Heer, de leer is net zo taai als stukken leer’. De leer van apostelen en profeten maakt gezond. Maar waarschuwt de HEERE ons al van te voren: zij zullen die gezonde leer niet verdragen, 2 Tim.4:3.
Wat heeft dat veel te zeggen voor onze toekomst als volk van God en ook voor de toekomst van Nederland! Wat de HEERE ons geopenbaard heeft in Romeinen 8, namelijk dat de hele schepping onderworpen is aan de vruchteloosheid, is steeds duidelijker aan het worden. Een uitvoerig regeringsakkoord is na weken ermee bezig zijn toch tot stand gekomen, allerlei programma's en plannen worden er gemaakt met het oog op het herstel van de economie, van de gezondheidsdienst, van de koopkracht, van de veiligheid. En dat alles door krachten van beneden.
Toen Groen van Prinsterer een taak kreeg in de politiek omschreef hij zijn politieke roeping: een evangeliebelijder! Zo was het ook in het begin met het Gereformeerde Politiek Verbond, toen gereformeerde politici nog wisten van de roeping om te getuigen.
De mens zonder Gods Woord is ziende blind en gaat een toekomst tegemoet van uiterste vruchteloosheid en eenzaamheid en afbraak. Met de toenemende verheerlijking van de homoseksualiteit, door abortus en geboortebeperking, met het verwerpen van de kinderzegen, met het opbreken van het gezinsleven door het steeds meer inschakelen van vrouwen op de arbeidsmarkt – door dit alles worden de fundamenten van het leven weggeslagen.
Er kan wel weer een tijd van voorspoed en welvaart en succes komen. Maar de grote vraag is: is het vruchtbaar? Komt de wereld verder? Wordt de vrede met een kus van het recht begroet?
Nog steeds is het zo dat het recht van de sterkste geldt, dat ieder maar voor zichzelf opkomt. De cultuur wordt decadent, schilderkunst en literatuur en moderne muziek laten zien de totale verwording van de normen en de laatste eenzaamheid van de mens, de uiterste onvruchtbaarheid. Daarmee is de mens bezig zich de toorn van God te verzamelen als een schat, Rom.2:5.
In Zijn grote genade liet de HEERE Elisa, de boetgezant, beginnen met de evangelieprediking van de verlossing door het offer van Christus. Hij heeft de Zijnen van toen en van nu en van de toekomst getroost: het Woord van God maakt het leven gezond, want het is Christus Die leeft en leven geeft, Die door Zijn Geest en Woord Zijn kerk in leven houdt. En Die eens het hele leven weer gezond maakt, gezonder en voller nog dan in het Paradijs vóór de zondeval. Immers geen inwoner zal zeggen: ik ben ziek. Het geboomte des levens, dat Ezechiël zag opgroeien in zijn visioen, is daar en de rivier des levens, de stad en de hof zijn één. Want wij zullen daar mogen leven in de vervulling van ons leven, bij de HEERE, op de nieuwe aarde.