Het Chiliasme - De leer van het duizendjarig rijk


In dit en het volgende artikel wil ik het zogenaamde chiliasme behandelen. De naam daarvan is afgeleid van het Griekse woord chilioi, dat duizend betekent. In Openbaring 20:1-5 lezen wij dat de satan duizend jaar zal worden gebonden. Verder wordt in dat gedeelte van de Schrift geopenbaard dat de zielen van hen die gedood waren vanwege hun getuigenis van Jezus en om het Woord van God weer levend gemaakt worden. Dat is de eerste opstanding.
Zij mogen dan heersen duizend jaar. Dat is hun voornaamste Schriftbewijs.
De vertaling van het NBG van 1951 geeft deze perikoop het opschrift: Het duizendjarig rijk. De Herziene Statenvertaling geeft een beter opschrift: De eerste opstanding.


1 En ik zag een engel nederdalen uit de hemel met de sleutel van de afgrond en een grote keten in zijn hand;
2 en hij greep de draak, de oude slang, dat is de duivel en de satan, en hij bond hem duizend jaren,
3 en hij wierp hem in de afgrond en sloot en verzegelde die boven hem, opdat hij de volkeren niet meer zou verleiden, voordat de duizend jaren voleindigd waren; daarna moest hij voor een korte tijd worden losgelaten.
4 En ik zag tronen, en zij zetten zich daarop, en het oordeel werd hun gegeven; en ik zag de zielen van hen, die onthoofd waren om het getuigenis van Jezus en om het woord van God, en die noch het beest noch zijn beeld hadden aangebeden en die het merkteken niet op hun voorhoofd en op hun hand ontvangen hadden; en zij werden weder levend en heersten als koningen met Christus, duizend jaren lang.
5 De overige doden werden niet weder levend, voordat de duizend jaren voleindigd waren. Dit is de eerste opstanding.
7 En wanneer de duizend jaren voleindigd zijn, zal de satan uit zijn gevangenis worden losgelaten,
8 en hij zal uitgaan om de volkeren aan de vier hoeken der aarde te verleiden, Gog en Magog, om hen tot de oorlog te verzamelen, en hun getal is als het zand der zee.

Openbaring 20:1-7


Actualiteit


Altijd al hebben chiliasten geprobeerd aan te geven wanneer en hoe verschillende profetieën en teksten uit Openbaring volgens hen vervuld worden. Met name heeft men zich steeds weer heel druk gemaakt om het volk Israël. Immers, één van de veronderstellingen van het chiliasme is, dat er een massale terugkeer van Joden naar Israël zal plaatsvinden, tegelijk met hun bekering tot de Christus. En zeker sinds de staat Israël is opgericht en deze staat verschillende oorlogen heeft moeten voeren, heeft men gegrepen naar allerlei profetieën van het Oude Testament.

Enkele teksten over de Filistijnen worden door hen uitgelegd als te slaan op de Palestijnen van nu. Bijvoorbeeld Ez.25:15-16:
Zo zegt de Heere HEERE: omdat de Filistijnen wraakzuchtig gehandeld hebben door met bitter leedvermaak wraak te nemen en in eeuwigdurende vijandschap te verdelgen, daarom, zo zegt de HEERE, strek Ik mijn hand uit tegen de Filistijnen.

Teksten over Jeruzalem passen zij letterlijk toe op het huidige Jeruzalem:
Zach.12:3
Te dien dage zal Ik Jeruzalem maken tot een steen, die alle natiën moeten heffen; allen die hem heffen, zullen zich deerlijk verwonden....
Jeruzalem zal blijven voortbestaan... en alle volken die tegen Jeruzalem oprukken, zullen verdelgd worden.

Verder weet men dan zeker, dat de Olijfberg zal splijten (Zach.14:4,5) - (je kunt het begin daarvan al zien, zegt men) en dat het verstrooide Israël zal terugkeren naar zijn land (Ez.38:27-29). De komst van zoveel Joden uit Rusland zou dan de vervulling zijn van de profetie in Jer.16:14 en Zach.2:6 over het optrekken uit het Noorderland, terug naar Sion. Rusland is dat Noorderland dan.
Daarmee gaat gepaard de aanwijzing van een massale bekering van Joden, gepaard met hun terugkeer. Men ziet die aangekondigd in het bekende vers uit Rom.11:26: aldus zal geheel Israël behouden worden.
Zoals gezegd: dit alles wordt dan verbonden aan de opvattingen van het duizendjarig rijk. Daarover gaan we nu dan schrijven.

Geschiedenis van het chiliasme


Het chiliasme, de leer van het duizendjarig rijk, is niet iets nieuws.
Al bij de Joden leefde een verwachting, die samenhangt met hun Messiasverwachting, van een aards koninkrijk. Jeruzalem zou dan ook eens weer het middelpunt van Gods rijk op aarde worden.
Daarom hebben zij immers Jezus verworpen als de Christus. Er was bij Hem niets te zien van dat verwachte rijk.
Die aardsgerichte verwachting komt steeds weer op bij de mensen. In de tijd van de Reformatie was ze heel sterk bij de Wederdopers, die zelfs dachten dat dat Rijk al begonnen was. Zij stichtten toen een nieuw Jeruzalem in Münster! Later vinden we de gedachte aan een duizendjarig rijk weer bij de piëtisten. In Nederland leefde deze gedachte vooral ook bij het Reveil. Een man als Da Costa, een bekeerde Jood, bleef geloven dat een massale bekering van Joden het duizendjarig rijk zou inluiden.
Vandaag vinden we deze opvatting heel sterk in de kringen van de Evangelische Omroep. Telkens wordt het huidige Israël naar voren gehaald. Daarmee hangt samen een beweging als van Christenen voor Israël.

Nu voelen we ons verwant aan Israël. Het is het land, waar de HEERE Zijn volk vanuit Egypte naar toe gebracht heeft, het beloofde land van vroeger, waar de koningen mochten regeren in de naam van de HEERE en de profeten opgeroepen hebben tot de terugkeer naar de God van het verbond. Het is het land, waarheen de Joden uit de ballingschap mochten terugkeren, en waar onze Heere Jezus geboren werd, Zijn discipelen riep, wilde lijden en sterven en ook mocht opstaan en ten hemel varen, waar de Heilige Geest uitgestort werd en van waaruit het Evangelie de wereld binnengedragen werd.
Als zodanig zijn ook wij geïnteresseerd in Israël.
En verder: wij zijn begaan met het lot van de Joden, die de eeuwen door zoveel vervolgingen moesten doorstaan en die ook nu nog steeds moeten leven onder de dreiging van verbitterde vijanden, die gezworen hebben Israël van de kaart te zullen vegen.

Maar dat is allemaal iets anders dan wat de EO en Christenen voor Israël willen. Voor ons is dan ook de grote vraag: is Israël als land en als volk nog steeds het centrum van de hele wereld, de spil waar heel de geschiedenis om draait? Wat moeten wij verwachten van de toekomst ten aanzien van dit volk? Zijn we inderdaad soms kortzichtig, zoals ons gesuggereerd wordt? Zijn we blind voor de tekenen van de tijden? Hebben we inderdaad een duizendjarig rijk te verwachten?

De leer van het duizendjarig rijk


De leer van het duizendjarig rijk komt in grote trekken hierop neer, dat op een bepaald ogenblik in de geschiedenis Christus zal terugkomen. Dat is Zijn eerste wederkomst, want Hij zal na Zijn komst op aarde en Zijn duizendjarige regering nog weer heengaan.
Die eerste wederkomst luidt een heerlijke tijd in. Christus zal de antichristelijke machten terneer werpen, satan binden en de gestorven gelovigen opwekken. Dat is dan de eerste opstanding van de doden, die tot dan toe gestorven waren en bij de HEERE mochten wonen. Zij gaan terug naar de aarde. Daar moeten zij dan wonen en werken, duizend jaar lang. Daarna gaan zij weer terug naar de hemel.
Hij zal dan Zijn gemeente, met name die van het bekeerde en naar Jeruzalem teruggebrachte Israël, rondom Zich vergaderen.
Christus gaat dan duizend jaar lang met Zijn gelovigen regeren. Hij zal dat doen vanuit Jeruzalem, het plaatselijke Jeruzalem in Israël.
Over de hele wereld zullen alleen de gelovigen samen met Christus regeren. Overal worden dan ook de wetten in christelijke geest omgezet en alle goddeloosheid verboden en weggedaan. Dat wordt een tijd van geestelijke bloei en stoffelijke welvaart voor Zijn volk.
Die heerlijke tijd zal duizend jaar duren. Gelukkig wie juist in die tijd leven mag. Er is dan geen enkele vervolging van de kerk, integendeel, het is juist een voordeel wanneer je dan christen bent. Want dat is de enige manier om mee te kunnen doen en iets te kunnen betekenen.
Maar dan! Aan het eind van die duizend jaar gaat Christus weg, samen met die opgestane gelovigen. En dan komt er nog een tijd van grote verdrukking. Van alle kanten zal de christelijke kerk verdrukt worden.
Maar ook daaraan komt een einde, wanneer Christus voor de tweede maal terugkomt. Dan definitief. Dan begint het laatste oordeel en komt de nieuwe hemel en de nieuwe aarde.

Dit is in grote trekken de leer van het duizendjarig rijk.
Op één detail wijzen we nog apart: velen hebben de overtuiging, dat met die eerste komst van Christus gepaard gaat een massale bekering van de Joden en hun terugkeer naar het land Israël. Volgens hen wordt dan vervuld wat Ps. 69:36-37 profeteert:
Want God zal Sion verlossen, en de steden van Juda bouwen, opdat zij daar wonen en het bezitten. Het kroost van Zijn knechten zal het beërven en wie zijn naam liefhebben, zullen daarin wonen.

Vooral de profetieën worden door de aanhangers van de leer van het duizendjarig rijk graag aangehaald. Verder ook wat het Nieuwe Testament volgens hen leert over de bekering van Israël. En dan natuurlijk ook Openbaring 20. Daar willen we dan nu eerst onze aandacht aan geven.

Beoordeling van de leer van het chiliasme


Eerst in het algemeen: de HEERE heeft gezegd, dat het steeds moeilijker zal worden om Hem te dienen. We moeten er op voorbereid zijn, zegt de HEERE steeds weer, dat we om Zijnentwil een kruis moeten dragen, Zijn smaad. We moeten rekenen op de haat en vervolging van de kant van de wereld.
De dagen die aan de zondvloed voorafgingen, zullen terugkeren. Er zal over de wereld een grote verzoeking gaan, die zo geraffineerd zal zijn, dat niemand staande zou kunnen blijven, zelfs Gods eigen uitverkorenen niet, als Hij die dagen niet zou verkorten.
Wat vreemd is het dan, dat er dan zo lange tijd mensen zullen zijn, die nergens last van hebben. Wat een voorrecht om in die tijd te mogen leven! Wat gemakkelijk zal het dan zijn om christen te zijn, zelfs aantrekkelijk! In feite zou dat dan toch betekenen een aards en zichtbaar koninkrijk, wat de Joden ten tijde van Christus altijd zochten en waarvan Hij steeds weer zei, dat zij dat niet mochten verwachten. Mijn koninkrijk is niet van deze wereld!

Wat leert Openbaring 20?


Maar verder; de leer van het duizendjarig rijk is duidelijk in strijd met Openbaring 20.
Ik wil nu eerst uiteenzetten, wat wij uit Openb.20 leren, om dan aan de hand van dit hoofdstuk de leer van het duizendjarig rijk te weerleggen.
Allereerst: het getal duizend moet symbolisch opgevat worden en niet letterlijk. Het zou vreemd zijn, wanneer nu ineens een getal in de Openbaring wel letterlijk moet worden genomen. Wij zien het als het getal van de volheid: 10 x 10 x 10.
Verder: er is hier geen sprake van een 'rijk', maar van gestorven gelovigen, die bij Christus mogen zijn en met Hem vanuit de hemel mogen heersen.
De binding van satan kunnen we pas goed beoordelen, wanneer we zien wat er gaat gebeuren, wanneer hij ontbonden wordt. Dat wordt ons verteld in Openb.20. Als satan ontbonden wordt, gaat hij heen om de volkeren der aarde te verleiden tot de grote en beslissende aanval op de gemeente van Christus. Met andere woorden: zolang de satan gebonden is, kan hij dat nu juist niet doen; gedurende de tijd van zijn binding kan hij niet alle volkeren mobiliseren tot de grote aanval op de kerk van de HEERE.
Dat tijdperk van de binding van de satan is dus al lang en breed begonnen.
Sommige uitleggers denken daarbij aan de tijd sinds keizer Constantijn, die in het jaar 311 bescherming aan de christenen beloofde en het christendom staatsgodsdienst maakte. Toen kwam er dus een einde aan de vervolging van de gelovigen. Anderen denken dat de binding van satan kwam, toen hij na de hemelvaart van Christus uit de hemel geworpen werd, zoals beschreven in Openb.12. In elk geval: die tijd is er nu. Wanneer de satan nog eens ontbonden zal worden, is niet precies aan te geven. Misschien is die tijd al aangebroken en is hij bezig de volkeren te verleiden tot de grote aanval op Christus' kerk.

Dus is het NU de tijd, dat de gelovigen met Christus heersen mogen. Dat zijn degenen, die al heengegaan zijn uit dit leven en voor wie de dood genoemd wordt 'de eerste opstanding'.
Ja, zo wordt de dood van hen die het Lam gevolgd zijn, genoemd. Dat is de eerste opstanding. De tweede opstanding komt voor Gods kinderen als de Heere Jezus Christus wederkomt. Maar voor hen is de dood de doorgang tot het eeuwige leven. Zij gaan stervende het leven in. Wij horen dus dat zij samen met Christus heersen. Het is het Lam, zoals ons getekend wordt in Openb.5, Die het boek van God aangenomen heeft en de zeven zegels ervan verbreekt: Hij regeert als Degene, aan Wie alle dingen onderworpen zijn. En de gestorven gelovigen mogen met Christus heersen.

De zielen onder het altaar


Laten we nu nog lezen zoals het in Openb.20 beschreven staat.
Vs.1: afgrond = voorlopige bewaarplaats (huis van bewaring) van de boze geesten. Zoals in Luk.8:31, laat ons niet in de afgrond varen.
Ketting: zóver en niet verder dan die ketting reikt. Wel toegelaten hier en daar gelovigen te vervolgen, maar niet méér dan dat. Niet de grote geconcentreerde aanval op de kerk.
Vs.4: tronen - het oordeel hen gegeven; vs.6 zij zullen priesters van God en van Christus zijn en zij zullen met Hem als koningen heersen, die duizend jaren.
Vooral vs 4: ik zag de ZIELEN van hen die gedood waren om het getuigenis van Jezus. De zielen. Johannes ziet dat dus in de hemel!! Zij zijn dus door de dood heen en hebben deel aan het leven met Christus.
Hier wordt ook gesproken over de 'tweede dood', dat is de eeuwige dood. Die heeft over hen geen macht.
Het zijn de mensen die het Beest en zijn beeld niet hebben aangebeden en ook het zegel van dat Beest niet op hun voorhoofd wilden hebben. In feite zijn dat de eeuwen door alle gelovigen die trouw gebleven zijn aan Christus in de dagelijkse strijd tegen satan. Zij mogen dus in de hemel bij Christus zijn en nu al samen met Hem regeren.

Dan volgt in vers 7-10 de beschrijving van de ontbinding van de satan. Hij gaat heen om alle volkeren van de aarde te verleiden, die worden genoemd Gog en Magog. Dat is heel moeilijk te verklaren. Genomen uit Ez.38 en 39. Eén grote wereldmacht? De volkeren van de derde wereld? De Islam? Nu weten we het niet. Als het zover zal zijn, zult u het goed begrijpen, heeft de HEERE Jezus eens gezegd. We moeten dus rekenen op een zware tijd van zielsverzoeking en van strijd. De Grote verzoeking zal over de wereld gaan.
En zelfs: eens zal er nog een geconcentreerde aanval plaatsvinden op de kerk. Maar degenen die ons zijn voorgegaan naar de HEERE, zij zijn bij Hem en zij leven.

Heersen met Christus


Ik noem hier apart nog de dwaze dwaling van ds. B. Telder, die nog steeds in de Nederlands Gereformeerde kerken toegelaten wordt, alsof de doden van niets weten en slapen totdat Christus wederkomt.

Al in Openb.6:9-11 wordt ons getekend, hoe de zielen in de hemel zijn en tot de HEERE roepen, samen met de kerk op aarde, om de komst van Christus:
Tot hoelang, o heilige en waarachtige Heerser, oordeelt en wreekt Gij ons bloed niet aan hen, die op de aarde wonen?
En aan elk hunner werd een wit gewaad gegeven, en hun werd gezegd dat zij nog een korte tijd moesten rusten, totdat ook het getal vol zou zijn van hun mededienstknechten en van hun broeders, die gedood zouden worden evenals zij.
Zij moesten rusten - dat betekent niet: niets doen. Want Openb.20 zegt ons, dat zij met Christus mogen heersen.
Een hoge positie!
Wat een troost te mogen weten dat dat ons voorland is en dat we zo mogen meeregeren met Christus!
Ook: wat een troost is het te weten, dat wij maar niet overgelaten worden aan de grillen van satan, maar dat we veilig zijn in de hand van Hem, het Lam, dat staat als geslacht. En dat Hij regeert, samen met de gelovigen.

Nog een bijzondere zaak is deze: zij regeren in de hemel, wij mogen regeren hier op aarde, en in dat regeren samen met Christus, door hen hierboven, door de kerk hierbeneden, is er een sterke band. Wij zijn en blijven één kerk, daarboven, hierbeneden. En die band aan elkaar wordt door de dood niet verbroken.
Want ook wij hier op aarde mogen met Christus regeren. Dat geloven wij toch, dat ons gebed niet krachteloos is, maar dat het hemel en aarde beweegt? Openb.8 zegt dat op het roepen van de gelovigen vuur op aarde geworpen wordt. Dat is het vuur, waarvan Christus eens zei: hoe wil Ik dat er vuur op aarde geworpen wordt, maar Ik moet eerst met een doop gedoopt worden (dat is Zijn lijden).
En opnieuw: dat blijven we toch geloven, ook als de kerk klein en in de ogen van de wereld haast tot niets gekomen – dat blijven we toch vasthouden, dat ons getuigenis niet maar een krachteloos roepen is in de woestijn, waar niet naar geluisterd wordt en dat verwaait in de wind? Want het is krachtig en het werkt uit, hetzij bekering, hetzij verharding. Openb.11 staat vol van die kracht van de profeten Gods, de gezalfden met Christus.
Zo regeren wij met Christus en met de Zijnen, daarboven, hier beneden.
Dan moeten wij wel door de strijd heen. Vuur op aarde. Twee getuigen verworpen en tenslotte zelfs gedood.
Dan is er niet de zoete en glorierijke tijd van alleen maar voorspoed en welvaart, zoals de chiliasten ervan dromen. Het blijft: geen vrede alhier,
geen wapenstilstand vragen, maar de kruisbanier tot in Gods handen dragen.

Volgende keer D.V. over de positie van Israël en de tekenen van de tijden.