De Nationale Synode (1)


Oecumenische beweging


De initiatieven die genomen worden om verder te komen in de onderlinge eenheid van kerken, volgen er elkaar snel op. Vorig jaar was er een interview reeks bij de Evangelische Omroep, onder de titel "Allemaal gereformeerden", die nu ook in een boekje is uitgegeven. Juni dit jaar verscheen een manifest van de stuurgroep "Wij kiezen voor eenheid", en dit najaar werd een "Credo" gepresenteerd door de werkgroep "Nationale Synode". Deze initiatieven willen het kwaad van 'kerkelijke verdeeldheid' aanpakken in verband met de steeds verder oprukkende verwereldlijking van de samenleving, waarbij 'de kerken' naar de marge van die samenleving zijn gedrongen en de stem van 'de kerken' al minder gehoord wordt. De verdeeldheid zou een belangrijke remmende factor zijn bij de verbreiding van het evangelie. Wil er nog iets van het evangelie zichtbaar blijven in de maatschappij dan zal er iets moeten veranderen. De samenleving is immers in grote nood en snakt naar een eenduidige boodschap.

Dit eenheidsstreven is natuurlijk niet nieuw. In het begin van de twintigste eeuw kwam de oecumenische beweging op met als belangrijk moment de oprichting van de Wereldraad van Kerken in 1948. Deze beweging werd gekenmerkt door een grote gedrevenheid waarbij een appel op alle gelovigen en alle kerken werd gedaan. Immers, zo wil men doen geloven: God wil het! In het vaandel stond naast verbroedering en verdraagzaamheid tussen de kerken, aanvankelijk vooral praktische dienstbaarheid aan de wereld. Wie daarover meer wil lezen, verwijs ik graag naar de boeken van dr. C. van der Waal: Antithese of Synthese?; de oecumenische beweging beschreven en getoetst, Boersma- Enschede, 1951 en Liquidatie der reformatie, over de oecumenische beweging en haar theologie, Boersma - Enschede, 1966.
Ook gereformeerde kerken zijn niet immuun gebleken voor deze ideologie. Steeds meer wilde men over kerkmuren heen met elkaar in gesprek (dialoog), vooral om samen te werken in acties ten dienste van de wereld (diakonaat). Als voortvloeisel van dit streven kennen we ook de Gereformeerde Oecumenische Synode (1946), die later de Gereformeerde Oecumenische Raad is gaan heten. In de Raad van Kerken (1968) participeren naast de Roomse Katholieke Kerk en vrijzinnige, remonstrantse, en evangelische groeperingen, ook de Protestantse Kerk in Nederland (2004), die zelf een model is van "oecumene": fusie van de Nederlands Hervormde Kerk, de Gereformeerde Kerken in Nederland (synodaal) en de Evangelisch-Lutherse Kerk.

Initiatief


De dienst aan de wereld door een samenwerkend "praktisch christendom" heeft echter niet geholpen om het evangelie kracht bij te zetten. Maar de vraag is gebleven: mag men zich nog wel langer verzetten tegen de oproep van Christus Zelf "opdat zij allen één zijn"? Hebben niet alle kerken deze zelfde Heer? Daarom is het nu - zo vindt men - de hoogste tijd dat de kerken met een gezamenlijke bóódschap komen richting de samenleving. Zodat die eindelijk het evangelie van een eenheid van gelovigen te horen krijgt. Waardoor het evangelie weer geloofwaardiger wordt voor de wereld van vandaag.
Initiatiefnemer ds. G. de Feijter, oud-voorzitter van de synode van de PKN, lanceerde begin dit jaar het plan om rond dit thema een Nationale Synode te houden, waaraan zoveel mogelijke kerkgenootschappen zouden moeten deelnemen. Het moet dan vooral gaan om de gemeenschappelijke boodschap richting de samenleving. Het is, zo verzekerde de Feijter 2 november j.l. in het ND daarbij niet zijn plan nu ook andere kerken onder de hoede van de gefuseerde PKN te brengen:
De angst die ik in sommige reacties hoor – dat men het ‘éigen kerkverband’ kwijtraakt of zo – is uit de lucht gegrepen. Kerkelijk Nederland kan zich niet meer een jarenlang voortslepend Samen-op-Wegproces veroorloven! We beogen de blik naar buiten te richten: naar een samenleving die voor een groot deel bestaat uit mensen die geen oriëntatie (meer) hebben
. Inmiddels is er een stuurgroep opgericht die de voor 2010 geplande Nationale Synode moeten voorbereiden. De leden die op persoonlijke titel deelnemen zijn afkomstig van de PKN, de Verenigde Pinkster- en Evangeliegemeenten, de Remonstrantse Broederschap, de Christelijke Gereformeerde Kerken en de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. Voorlopig is geen beroep gedaan op de RKK, maar De Feijter heeft al uitgesproken wat zijn intentie is:
ná de Nationale Synode ons zullen moeten opmaken voor een breed Nationaal Oecumenisch Concilie van alle christenen in ons land (Kerknieuws 10 sept. 2009).

De stuurgroep heeft intussen op een 'verrassend snelle wijze' een tekst voor een zogenaamd Credo (letterlijk: "ik geloof") ontworpen, waarin alle stuurgroepleden zich kunnen vinden. Dit Credo moet functioneren als gemeenschappelijke boodschap voor de wereld van vandaag. Het is echter nog geen eindproduct: er kan als "groeitekst" nog aan gesleuteld worden. Maar zo geeft de stuurgroep haar visitekaartje af: hier staan ze samen voor.

Bijval


Hoewel er vanuit meerdere kerkgenootschappen in eerste instantie terughoudend op het plan gereageerd werd, viel de resolute bijval op van een aantal bekende theologen (te lezen op de site www.nationalesynode.nl). We willen er enkele van doorgeven.
Prof. dr. B. Kamphuis (Theol. Universiteit Kampen), gereformeerd vrijgemaakt, is zo overtuigd dat het hier om een goede zaak gaat, dat hij zelfs is toegetreden tot de stuurgroep. Ook hij is van mening dat het getuigenis van het evangelie belemmerd wordt door kerkelijke verdeeldheid. Volgens hem heeft Jezus Christus daarvoor gewaarschuwd onder meer in het hogepriesterlijk gebed (Joh. 17). Het initiatief sprak hem vooral aan omdat het direct om de inhoud ging, zoals te zien is in de credotekst, waarin hij "de kracht van de naam van Jezus Christus en de kracht van de Heilige Geest" heeft gezien.
In die tekst proberen we te verwoorden wat het geloof vandaag betekent. En dát is belangrijk in de omgeving waarin we staan. Veel kerkelijk eenheidsstreven gaat voor de veiligheid vaak aan de inhoud voorbij. Rondom de inhoud liggen er immers veel conflicten.

Op de vraag hoe dit plan zich nu verdraagt met de verschillen tussen de kerken, horen we van hem:
Er zit veel geschiedenis achter de kerkelijke verdeeldheid in Nederland en er liggen allerlei gevoeligheden en ook persoonlijke conflicten. In mijn eigen kerkverband zijn er recent scheuringen voltrokken en ook bij het ontstaan van de Protestantse Kerk in Nederland zijn er afsplitsingen geweest. Maar we moeten ons maar wat losmaken van historische ontwikkelingen en persoonlijke gevoeligheden. Ik hoop dat de credotekst naar binnen toe die uitwerking heeft. Dat we de discussie weer aangaan over de inhoud die ons verenigt.


Prof. dr. E. Peels (Theol. Universiteit Apeldoorn), christelijk gereformeerd en eveneens stuurgroeplid, reageert in het Reformatorisch Dagblad van 6 november j.l. op terughoudende reacties van anderen. Op de vraag of een 'synode' niet zaak is voor de kerken, waarvoor ook eenheid in belijden nodig is, zegt hij:
Dat is ook mijn ideaal. Alleen, daar gaat het nu bij het project van deze Nationale Synode dus níét om. Wat dan wel? Het gaat om een samenkomst van protestantse christenen, ieder uit de eigen kerkelijke traditie, om ons gezamenlijk met een boodschap te richten tot onze huidige samenleving. Dus geen fusieproces of goedkoop wegpoetsen van identiteitsverschillen. Mochten overigens hier en daar stenen in de kerkmuren wat losser komen te zitten, dan hoeven we daar denk ik niet om te treuren. Het aloude woord ”Quis non fleret” (wie zou niet wenen) slaat immers op de ontstellende verdééldheid van de kerken. Als kerken zijn we een minderheid waarvan de stem nauwelijks wordt gehoord, en door onze interne verdeeldheid bovendien verstoord.

Op inhoudelijke kritiek op de credotekst reageert hij:
Als het aankomt op spreken met een agnost, een islamiet, een Amsterdamse yup, uw hindoestaanse buurman – wat dan? Onze samenleving kent zo veel verwarring, moreel en geestelijk. Als je daarnaar kijkt, en daarop wilt antwoorden, val je terug op het abc van ons christelijk geloof. Niet als een leerstellig verhaal, maar als een levensbron om uit te putten. En dat is nu precies wat het Credo beoogt met de taal van het hart. Geen tekst om dogmatisch te fileren. De uitverkiezing, vragen rond doop en verbond, de Schriftleer: allemaal zaken van groot gewicht, waarmee nooit lichtvaardig omgegaan mag worden. Zaken die thuishoren in een catechisatielokaal, op een synode, in een theologisch dispuut en bij interkerkelijke gesprekken. Maar het zijn geen zaken die je als kerken in een getuigenis in een geseculariseerde samenleving direct aandraagt.


Prof. dr. H.J. Selderhuis (Theol. Universiteit Apeldoorn), christelijk gereformeerd, schreef in het Nederlands Dagblad van 13 oktober 2009 m.b.t. de Nationale Synode:
(...) een realiteit waarin het in Europa en dus ook in de meeste Nederlandse steden zo is, dat je blij bent dat er in je straat of in je flat behalve jijzelf nog een getuigend en kerkgaand christenmens woont, ook al is die dan anders-gereformeerd, dopers of katholiek. Dat neemt de verschillen niet weg maar onderstreept wel de noodzaak naar buiten als één getuige op te treden. Een Nationale Synode zou zich misschien wel allereerst met die vraag, namelijk met het getuigenis van de kerk naar buiten, moeten bezighouden. Dat zou hoogstwaarschijnlijk meer samenbindend kunnen werken dan het ijverig en welgemeend zoeken naar onderlinge verschillen en overeenkomsten. Er is immers in ons land reeds een grote nationale ramp gaande, namelijk dat zoveel mensen zonder de Here Jezus leven. En zonder Hem sterven.


Opdat zij allen één zijn


Het is goed om de argumenten die aangedragen worden vóór die Nationale Synode te wegen en een eigen standpunt daarin te bepalen. Doorslaggevend daarbij is of het Schriftberoep dat wordt gegeven wel steekhoudend is. Net als bij elk ander oecumenisch streven, beroept men zich ook nu vaak op Johannes 17. Maar wordt daarbij wel een juiste uitleg van de woorden van dit gebed van onze Heiland, gebruikt? Wie Joh. 17 goed leest, dat is in zijn geheel en in zijn context, komt tot een exegese die juist loodrecht staat op het zoeken naar eenheid met noodzakelijk verdoezelen van principiële afwijkingen en het zonodig heenstappen over dwaalleer. Want wat de Here Jezus voor en in de nabijheid van zijn discipelen bad, was nu juist of de Vader hen, als de toekomstige apostelen, zou bewaren bij de waarheid van Gods Woord, de waarheid van het evangelie. Op het moment dat de Here Jezus zijn discipelen zou moeten verlaten om te worden gevangen genomen en te sterven aan het kruis, bad hij dit gebed als onderdeel van zijn afscheid vanaf 13:31. Hij bad, nu Hij straks naar de Vader zou gaan, niet of Zijn Vader ervoor wilde zorgen dat de discipelen maar bij elkaar zouden blijven. Maar of Zijn Vader hen, die achter zouden blijven in de wereld, toch daarin wilde bewaren bij de waarheid. Judas was van de waarheid afgevallen (13:21-30). Hij had de eenheid van het ware geloof verbroken en was in de macht van de Vader van de leugen gekomen (17:12). Jezus bad nu voor de zijnen, dat ze zouden worden geheiligd in Gods naam, ( ). Het apostolisch fundament van de waarheid moest worden gelegd voor Zijn kerk. Dat was het zuivere en onverkorte fundament van Gods Woord. Als het éne hechte fundament dat de basis zou moeten vormen voor de ware kerk die de eenheid in de waarheid zou bewaren. Alleen zó, wanneer de kerk als eenheid op dàt ware fundament zou bouwen, zou het juiste getuigenis kunnen uitgaan van de kerk: opdat de wereld gelove dat Gij Mij gezonden hebt (17:21).
Steeds wanneer terwille van de eenheid de leugen van de dwaling wordt aanvaard of de waarheid tenonder wordt gehouden, strijdt men tegen de inhoud van dit gebed van Christus.
Zo moet naar Joh. 17 niet het bevel of de aansporing zijn om bij alle verdeeldheid van kerkgenootschappen de eenheid te zoeken, maar om bij alle verdeeldheid door de leugen, de waarheid te zoeken die de leugen niet wil dulden. Dus de ware prediking, de ware eredienst in de ware kerk van Christus. Alleen daar kan onder de zegen van de Here, werkelijk een waar getuigenis van uitgaan.

Bewaren of misleiden


Door het niet onderscheiden van afwijkingen van de waarheid, die scheiding hebben moéten brengen (1517, 1618, 1834, 1886, 1944, 2003), komen velen ertoe alle verdeeldheid op één hoop te gooien als strijdend met het gebed en het gebod van de Here Jezus Christus. Men komt tot het idee van een soort onzichtbare kerk samengesteld door allerlei kerkgenootschappen, en zo samen vormende het ene lichaam van Christus, samen toch maar één boodschap zouden hebben aangaande Hem.
Hoe wordt hier art. 29 NGB genegeerd dat toch als belijdenis uitspreekt:
wij geloven (!) dat men nauwgezet en met grote zorgvuldigheid, vanuit Gods Woord, behoort te onderscheiden welke de ware kerk is, omdat alle sekten die er tegenwoordig in de wereld zijn, zich ten onrechte kerk noemen.

Juist de aanvaarding van dwaalleer en het tolereren van de leugen naast de waarheid, verzwakt en verdoezelt en smoort het ware getuigenis van Jezus in de wereld.
Niet de verdeeldheid op zich, maar het aanvaarden van de leugen is daarbij het grote kwaad.

We krijgen geen enkel signaal dat dit wordt doorzien door de hierboven geciteerde theologen. Zij spreken liever over 'eigenaardigheden', 'historische ontwikkelingen', 'persoonlijke gevoeligheden' of over 'identiteitsverschillen voortkomend uit de traditie' of gewoon over 'onderlinge verschillen'. Men stapt liever heen over de door God geboden verdeeldheid met remonstranten en anderen die de waarheid van het getuigenis van Jezus niet bewaren. Zo wordt de leugen gerelativeerd en de waarheid ten onder gehouden onder het mom van 'God wil het'.
De stuurgroep 'Wij kiezen voor eenheid', die dicht tegen het initiatief van de stuurgroep "Nationale Synode" aanleunt, gaat binnenkort een verklaring uitwerken waarin "kerkleiders" bij ondertekening beloven dat ze zich in het openbaar,,gunnend en zegenend'' over andere kerken zullen uitlaten. Als er sprake is van onderlinge kritiek, zal die rechtstreeks en niet via de media naar buiten worden gebracht.
Met de Nationale Synode wil men eenheid zonder dat men zich richt naar het zuivere Woord van God en alles wat daarmee in strijd is, verwerpt (art. 29 NGB). Men wil liever de waarheid versmallen en verdraaien tot een tekst die "ruimte laat voor vrije interpretatie". Zagen we diezelfde methode ook niet bij de introductie van de liedboekliederen in de GKv?
Zo denkt men de samenleving te kunnen dienen zonder een helder geluid te kunnen geven. Maar dat is toch misleiding van het volk? Is het niet bouwen op zand in plaats van bouwen op de rots (Matt. 7:21v)? We zeggen Here, Here, maar intussen bedoelen we allemaal iets anders? Laten we niet vergeten dat de Here Jezus in die context juist waarschuwde voor de valse profeten, die in schapenvacht komen (Matt. 7:15).

De Nationale Synode van Dordrecht


De Nationale Synode van Dordrecht 1618-1619 heeft wel de waarheid gezocht om de eenheid van de kerk te dienen. Door het handhaven van de Schriftuurlijke leer tegenover dwaling en leugen. Daarin zocht ze maar geen bevrediging van het eigen gelijk via hoogdravende theologische disputen. Nee, daarin zocht ze te blijven bouwen op het ene fundament van apostelen en profeten. Om daar niets vanaf te doen of te vervalsen.
Ging dat buiten het volk om? Had dit niets te maken met het getuigenis van Jezus in de maatschappij? Zeker wel! Men werd door de Dordtse leerregels weer van de mens met zijn zondig onvermogen gewezen en gericht op de verkiezende vrijmachtige God van het goddelijk welbehagen. In Hem mocht men zijn zekerheid weer vinden. Zo kon een ieder worden opgeroepen om te bouwen op de rots van Gods verkiezend welbehagen, in plaats van het drijfzand van de vrije wil van de mens.
Daarin zocht deze synode de eenheid van de kerk, en zocht ze ook allen die God daarheen roepen wilde!

Een volgende keer wil ik ingaan op de tekst van het Credo van de stuurgroep.