Op weg naar het beloofde land


De Israëlieten zijn aangekomen in het beloofde land. De HEERE heeft hen uit het diensthuis Egypte gebracht naar het land dat de HEERE al aan Abraham beloofd had. De HEERE is een trouw God, Hij doet wat Hij beloofd heeft. Hij heeft een verbond met Abraham gesloten en met de nakomelingen van Abraham, dit is het volk Israël. De HEERE blijft zorgen voor Zijn volk.

De stad Ai


De stad Jericho was het begin van de verovertocht in het beloofde land. Nu is de stad Ai aan de beurt. Vergeleken bij Jericho is dit een klein stadje en makkelijk te veroveren, zeggen de verspieders die Jozua naar Ai heeft gestuurd. Het volk Israël ziet de verovering vol vertrouwen tegemoet. De stad Ai veroveren is een fluitje van een cent. Jozua stuurt drieduizend soldaten naar de stad om de stad te veroveren. De rest blijft achter in de legerplaats en wacht af wanneer ze de stad zullen zien branden net als de stad Jericho. Maar het gaat anders. Na een paar dagen komen de overgebleven soldaten terug van de strijd. Er zijn verschillende gedood. De mensen van Ai hebben de strijd gewonnen. Hoe kan dit? De HEERE is toch bij het volk?

Er is een dief!


Als Jozua het aan de HEERE vraagt geeft God als antwoord dat niet iedereen van het volk Israël geluisterd heeft. De HEERE had bij het instorten van Jericho iets verboden. Weet jij nog wat het was?
De HEERE wijst een man, Achan, aan als schuldige. Hij heeft bij het doden van de mensen van Jericho stiekem dingen meegenomen uit de huizen van deze mensen. Hij heeft deze spullen verstopt onder de grond van zijn tent. Daarom heeft de HEERE Zijn volk niet geholpen met de strijd tegen Ai. Achan wordt met zijn familie en spullen gestenigd. Hij heeft niet geluisterd naar God en wordt dus gestraft. Zo laat de HEERE zien dat de mensen naar Hem moeten luisteren. Opnieuw gaan soldaten op weg naar Ai. Jozua bedenkt een plan om de mensen van Ai in de hinderlaag te lokken. Nu strijd de HEERE wel voor Zijn volk. Israël wint de strijd met de mensen van Ai.

Wat is er gestolen?


1. Welke rivier moesten de Israëlieten oversteken?
De Jordaan (man), De Nijl (ten), De Schelfzee (gel)

2. Welke vrouw uit Jericho mocht blijven leven?
Ruth (ten), Mirjam (vee), Rachab (tel)

3. Hoe heet de vader van Jozua?
Mozes (aap), Nun (zil), Kaleb (sch)

4. Hoe groot was het leger dat naar Ai ging?


Drieduizend man (ver), Vijfduizend man (hou)
Zevenduizend man (ste)

5. Uit welke stam kwam Achan? (Joz. 7:17)


Ruben (to), Levi (ut), Juda (go)

6. Waar verstopte Achan zijn gestolen spullen?
In de rots (et), Onder zijn tent in de grond (ud)
In een holle boom (id)

Achter de goede antwoorden staan letters tussen haakjes. Vul die letters hieronder in. Je kunt dan lezen wat Achan gestolen heeft.
1
2
3
4
5

6


Vreemd bezoek


Bij Jozua, de leider van het volk, komen op een dag twee magere, vermoeide mannen op bezoek. Ze zeggen dat ze uit een ver land komen en dat ze hebben gehoord van het volk Israël en hun God. Ze vragen of Jozua vrede met hen wil sluiten en hen wil sparen. De mannen zijn bang dat hetzelfde met hen gebeurt als met Ai en Jericho. Jozua twijfelt wel of het de waarheid is, maar als de mannen hun verschimmelde brood en de versleten wijnzakken hebben laten zien sluit Jozua een verbond met hen. Hij belooft deze mannen en hun volk te sparen.

Gibeon


Na een tijdje gaat het volk verder met het veroveren van het land Kanaän. De volgende stad is Gibeon. Als het leger daar aankomt ziet Jozua dat er twee mannen uit de stad komen en dat ze helemaal niet bang zijn. Ze komen juist op Jozua en zijn leger af. Als ze dichterbij komen herkent Jozua ze. Het zijn de vermoeide magere mannen van ver weg! Ze hebben dus gelogen! Jozua heeft zijn woord gegeven en als je wat beloofd hebt mag je de belofte niet verbreken. Jozua moet zich aan zijn woord houden. Jozua heeft God niet gevraagd of het goed was dat hij een verbond sloot. Dit is verkeerd van Jozua.
Jozua vraagt nu de HEERE om raad. De HEERE zegt dat Jozua zijn woord moet houden en de Gibeonieten niet mag doden. Wel worden ze slaven van de Israëlieten. Ze worden waterputters en houthakkers omdat ze niet de waarheid hebben gesproken.

Jozua sterft


Jozua mag nog lang de leider van het volk zijn en strijdt voor het beloofde land. De HEERE helpt hem met de strijd. Jozua is een gelovig en gehoorzaam man. Toch is hij net zo zondig als wij. Ook hij moet eenmaal sterven. Jozua verdeelt het beloofde land over alle stammen van Israël. Hij doet het zoals God het zegt. Iedere stam krijgt zijn eigen erfdeel, zijn eigen stuk. De Levieten (die werken in de tabernakel) krijgen geen stuk land maar zij krijgen steden.
Er is geen stam van Jozef. Maar wel is er een stam Manasse en een stam Efraïm. Dit waren de zonen van Jozef. Jozua schrijft alles op wat God heeft gezegd. Zo blijft het bewaard voor de kinderen en kleinkinderen van het volk. Jozua sterft als hij honderdtien jaar oud is. Zolang Jozua leeft blijft het volk gehoorzaam de HEERE dienen.

Prijspuzzel


Dit is het laatste verhaal in de serie ‘Op weg naar het beloofde land’. Vandaar dat we afsluiten met een prijspuzzel. De zomervakantie begint deze week op veel plekken, dus hebben jullie veel tijd om te puzzelen. De puzzel is daarom ook extra moeilijk.! Maar alle antwoorden kun je halen uit de verhalen van de afgelopen maanden. Stuur de oplossing naar M. Oosterhuis, Noordwolderweg 42a, 9784 PC Noordwolde. (Gn) Doe dit voor 1 augustus 2009. Iedere goede inzender (tot 15 jaar) krijgt een prijsje!

Vraag + aantal letters
Antwoord
Letter op nummer?

1. Waarin ging God met Zijn volk mee ‘s nachts? (9)


- 4e let.: 10, 23
- 7e let.: 6

2. Het vlees dat het volk in de woestijn kreeg. (8)

- 8e let.: 12, 21
- 6e let.: 1, 4, 15, 20

3. Uit welke stam kwam Korach? (4)

- 3e let.:16
- 4e let.: 24

4. Op welke berg is Mozes als het volk het gouden kalf maakt? (5)

- 4e let.: 7, 17
- 3e let.: 2, 8, 18

5. Op welke berg sterft Aäron?(3)

- 1e let.: 3

6. De opvolger van Mozes. (5)

- 1e let.: 25

7. De rivier bij het beloofde land. (7)

- 4e let.: 9, 19, 26

8. Welk voorwerp hing Rachab uit het raam.(4)

- 1e let.: 5,13, 14, 22
- 3e let.: 11

Vul de letters in.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13


14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26