Op weg naar het beloofde land


De vorige keer sloten we af met het sterven van Mozes. Mozes is jarenlang de leider van het volk Israël geweest. De HEERE had hem uitgekozen om Zijn verbondsvolk de weg te wijzen naar het beloofde land. Mozes is door de HEERE thuis gehaald in de hemel. Het werk van Mozes hier op aarde was klaar. Het volk Israël is nu bijna in het beloofde land. In het beloofde land zullen ze plaatsen moeten veroveren, ze hebben dus wel een nieuwe leider nodig. De HEERE heeft Jozua gekozen. De komende twee verhalen gaan over Jozua als leider van het volk Israël.

Vaders en zonen


Jozua is de zoon van Nun. Zoek nu bij de volgende zonen de vader. Kies uit deze vaders: David, Jozef, Zacharias, Jozef, Salomo, Jakob, Isaäk, Isaï, Abraham, Adam, Nun.(pas op; sommige vaders hebben meerdere zonen!)
Jozua

Abel


Kaïn

Ismaël


Isaäk

David


Ruben

Jakob


Esau

Jezus


Johannes

Salomo


Manasse

Absalom


Rehabeam

Levi



De verspieders


Jozua is de nieuwe leider van het volk Israël. De naam Jozua ken je wel van een paar verhalen eerder, over de twaalf verspieders die het beloofde land gingen bekijken. Jozua was één van de verspieders die op God vertrouwde en zei dat de HEERE het volk zou helpen.
Jozua is nu met het volk bij de Jordaan aangekomen. Aan de overkant ligt een grote stad, de stad Jericho. Jozua vraagt twee mannen uit het volk stiekem de rivier de Jordaan over te gaan en in Jericho de boel te bespioneren. Deze twee mannen moeten kijken hoe sterk de stad is, hoe de inwoners zijn, hoeveel soldaten er rondlopen en hoe het volk het beste de stad kan veroveren. De twee verspieders gaan op pad en zien dat Jericho een stad is met hele dikke muren. Er zijn poorten waar de mensen door in en uit de stad kunnen gaan, die poorten worden bewaakt en kunnen ‘s nachts dicht. De mannen lopen door de stad en bekijken alles goed.

Rachab


Rachab is een vrouw die in Jericho woont, ze heeft een huisje op de dikke muur. Rachab ziet de twee vreemde mannen en vraagt ze binnen te komen, ze mogen wel bij haar eten en slapen. ‘s Avonds komen er soldaten aan de deur. Deze soldaten zoeken de twee vreemde mannen die de stad aan het bespioneren zijn. Ze vragen aan Rachab waar de twee mannen zijn, maar Rachab zegt dat ze het niet weet. De mannen zijn wel bij haar geweest, zegt ze, maar ze zijn al weer vertrokken. De soldaten zoeken in het huis maar vinden de twee mannen niet. Ze denken dat Rachab gelijk heeft en gaan buiten de stad zoeken. En waar zijn de twee mannen gebleven? Ze hadden zich verstopt op het dak onder een kleed met vlasstengels. De soldaten konden hen niet vinden. Als de soldaten weg zijn haalt Rachab de twee mannen weer onder het kleed vandaan. Ze laat ze ontsnappen via een rood touw uit het raam. Voordat de twee mannen weg gaan vraagt ze aan de mannen of ze haar willen sparen als het volk Israël de stad Jericho gaat veroveren. De twee mannen beloven het en zeggen erbij dat Rachab op die dag dan weer het rode touw buiten moet hangen. Zo kan het volk Israël zien waar Rachab woont. De twee mannen klimmen langs het touw naar beneden en verstoppen zich buiten de stad. Als de soldaten gestopt zijn met zoeken verlaten de mannen hun schuilplaats en gaan terug naar het volk Israël en naar Jozua. Ze hebben veel te vertellen!

Door de Jordaan


Voordat het volk Israël naar de stad Jericho toe kan gaan moeten ze eerst de Jordaan over. De priesters gaan voorop met de ark. Over de ark zit een blauw kleed, zo heeft de HEERE dat opgedragen. Zo gauw de priesters hun voeten in het water zetten blijft het water staan. Er komt een pad door de Jordaan. De priesters blijven midden in de rivier staan en het volk trekt door de Jordaan. Als het volk aan de overkant kant is pakken twaalf mannen een dikke steen. Deze twaalf mannen zijn nakomelingen van de twaalf zonen van Jakob. Deze stenen worden opgestapeld. Als de priesters ook aan de overkant zijn stroomt het water weer terug. Er is niets te zien van de doortocht van het grote volk met al het vee. Alleen de stenen zijn te zien. Als de Israëlieten later met hun kinderen langs deze stenen lopen moeten zij vertellen van dit wonder dat de HEERE gedaan heeft, Hij heeft Zijn volk door de Jordaan geleid.
Op deze manier zullen ook de kinderen horen van de grote dingen die God voor Zijn volk heeft gedaan, en wordt het steeds weer doorverteld aan volgende geslachten.

Jericho


Als het volk door de Jordaan is zien de inwoners van Jericho een groot volk aankomen. Ze zijn bang voor dit volk. Zouden ze komen vechten? De inwoners van Jericho zijn verbaasd als ze zien dat het volk om de stad heen trekt. Ze vechten niet maar lopen een rondje om de stad. Zes dagen achter elkaar doet het volk dit. Voorop lopen zeven mannen met een soort trompetten, hier maken ze muziek mee. De rest van het volk is stil. Achter de trompettisten lopen priesters met de ark verstopt onder een kleed. De HEERE heeft gezegd dat het zo moet. De mensen van Jericho lachen het volk uit: gaan ze zo de stad veroveren?

Jericho verwoest


Op de zevende dag begint het volk weer aan het rondje om de stad maar na één rondje gaat het volk niet weg maar blijft nog een rondje lopen. Zeven rondes maakt het volk. Bij de zevende ronde roept Jozua: ‘Juich, want de HEERE heeft jullie de stad gegeven!’ Het volk Israël maakt nu wel lawaai en er klinkt nog meer lawaai, lawaai van instortende muren. De dikke muren van Jericho storten in. De Israëlieten doden de mensen van Jericho. Alleen de mensen in het huis met het rode touw blijven in leven. De familie van Rachab mag bij het volk Israël horen. Niemand van de Israëlieten mag iets van de spullen van de mensen uit Jericho meenemen. De overblijfselen van de stad worden met vuur verbrand. Niemand mag de stad ooit herbouwen van God.
De HEERE heeft deze stad voor de Israëlieten veroverd, het volk hoefde niet te vechten. De HEERE is een machtig God. Hij kan een stad verslaan, zelfs een stad met hele dikke muren.

Opdracht


Zoek het antwoord op en vul de eerste letter in. De legerplaats van de Israëlieten heette:
Vraag
Antwoord
Eerste letter

1. Wie zaten achter de verspieders aan?



2. Hoe heet het verbondsvolk van de HEERE?



3. Wat hing Rachab uit het raam?



4. Hoeveel stenen kwamen er bij de Jordaan te staan?



5. De mensen die in een stad wonen zijn de...



6. Wat stond er om de stad Jericho heen?