Op weg naar het beloofde land


De Israëlieten trekken verder en komen bij het land van de Amorieten. De HEERE helpt hun en daarom verslaan ze koning Og. Nu kunnen ze het land van de Amorieten doortrekken en komen bij de grens van een ander land. Dit land heet Moab. Zal het vechten net zo gaan als tegen de Amorieten? Lees maar mee!

Koning Balak


De koning van het land Moab, koning Balak, is erg bang als hij de verhalen hoort over de Israëlieten. Ze hebben de Amorieten verslagen en liggen nu bij de grens van het land Moab! Balak weet dat hij een sterker leger heeft maar hij weet ook dat de Israëlieten een sterke God hebben. Hij heeft er al verschillende verhalen van gehoord. Balak bedenkt een plan om de Israëlieten te verslaan. Hij gaat vragen om de hulp van Bileam. Bileam is een waarzegger in Moab. Bileam kan mensen vervloeken en zegenen. Balak wil dat Bileam komt en het volk vervloekt. Het leger van Moab zal dan zeker winnen. Koning Balak stuurt knechten naar Bileam toe met geld. Zo kunnen ze Bileam overhalen om te komen.
Als de knechten bij Bileam komen wil Bileam er eerst over nadenken. Hij heeft wel gehoord van het volk Israël en helemaal van hun God. Hij heeft gehoord van de plagen in Egypte en van de wonderen onderweg tijdens de woestijnreis. Bileam vraagt aan God of hij met deze knechten mee mag gaan maar God zegt nee! Bileam moet thuis blijven. Als Bileam al dat geld ziet wil hij toch wel heel graag mee, hij vraagt het nog eens aan God. En nu zegt de HEERE dat hij wel mee mag gaan maar alleen mag zeggen wat de HEERE hem vertelt.

Bijbelse namen


Lees de omschrijving. Welke namen met een B zoeken we?
De koning van Moab.
B

De waarzegger van Moab.
B

De vader van deze waarzegger. (Num. 24:15)
B

De naam van een richter.
B

De misdadiger die Pilatus vrij wil laten in plaats van Jezus.
B

De man van Ruth.
B

De slavin van Lea.
B

De naam die Daniël in Babel kreeg.(Dan. 1:7).
B

De koning van Babel die de hand zag schrijven op de muur.(Dan. 5:1)
B

De profeet die samen met Paulus op reis ging.(Hand.12:25)
B


Bileam op reis


De knechten van koning Balak gaan alvast naar de koning terug. Ze vertellen hem het blijde nieuws dat Bileam eraan komt. Als Bileam alles klaar heeft voor zijn reis gaat hij ook op pad. Hij gaat al rijdend op zijn ezelin. Bileam denkt aan al het geld dat hij straks na zijn werk voor de koning zal verdienen. Hij zal in een klap rijk zijn! Als ze onderweg zijn springt de ezelin opeens van de weg af en gaat de verkeerde kant op. Bileam slaat de ezelin en wil dat ze terug gaat naar de weg. Wat is dit nu voor raars? Een ezelin moet doen wat haar baas zegt. Even later rijden ze op een weg langs de rotsen. De ezelin gaat na een poosje zomaar heel dicht langs de rotsen lopen. Bileam zijn benen komen knel te zitten. Het doet hem pijn. Weer slaat hij de ezelin. Waarom gaat het dier zo langs de rots lopen en niet midden op de weg?
Even later komen ze langs een heel smal weggetje tussen de rotsen door. De ezelin wil nu niet meer verder, ze gaat erbij liggen. En weer slaat Bileam haar met een stok. En dan gebeurt er een wonder. De ezelin begint te praten: “Waarom sla je me Bileam, ik heb toch niets verkeerds gedaan?” En dan opent God de ogen van Bileam, hij ziet een engel staan met een zwaard. De engel zegt: “Waarom sloeg je je ezel, als zij niet opzij was gegaan had ik je gedood. De ezel heeft je gered.!” Bileam zegt dat hij de engel niet had gezien en vraagt of hij terug moet gaan naar huis. Maar de engel zegt dat hij naar koning Balak mag gaan maar alleen mag zeggen wat de Here God hem zal zeggen.

De vloek wordt een zegen


En dus gaat Bileam naar koning Balak. De koning neemt hem mee naar een berg zodat hij het volk Israël kan zien. Bileam krijgt de opdracht van de koning om het volk te vervloeken maar het gaat anders. Als Bileam begint te praten komt er een zegen uit zijn mond. Ook als Balak hem meeneemt naar een andere berg komt er een zegen in plaats van een vloek uit zijn mond. De HEERE geeft hem woorden om te spreken. En ook op de derde berg komt er weer een zegen van Bileam. Balak zijn plan is mislukt. Het volk wordt juist gezegend in plaats van vervloekt. De zegens van Bileam kun je lezen in Numeri 23 en 24.

Mozes sterft


Het volk heeft nu veertig jaar in de woestijn geleefd. Alle volwassenen van toen zijn nu gestorven, en hun kinderen zijn nu volwassen. Het volk is nu bijna in het beloofde land. Mozes mag niet mee naar het beloofde land, dat komt doordat hij niet geluisterd heeft toen God zei dat hij tegen de rots moest praten. Hij sloeg erop omdat hij zat was van al dat gemopper van de Israëlieten. Mozes mag daarom net als Aäron niet het beloofde land binnen gaan. Hij gaat de berg Nebo op en daar mag hij eenmaal het beloofde land zien. Daarna sterft Mozes. De leider van het volk is nu bij de HEERE, zijn mooie maar zware taak zit erop. De volgende keer zullen we vertellen wie de nieuwe leider is, en hoe het volk het nieuwe land intrekt.