Een nieuw Verbond


1 De hoofdzaak van ons onderwerp is, dat wij zulk een hogepriester hebben, die gezeten is ter rechterzijde van de troon der majesteit in de hemelen,
2 de dienst verrichtende in het heiligdom, in de ware tabernakel, die de Here opgericht heeft, en niet een mens – Hebr.8:1,2.

24 Want Christus is niet binnengegaan in een heiligdom met handen gemaakt, een afbeelding van het ware, maar in de hemel zelf, om thans, ons ten goede, voor het aangezicht Gods te verschijnen;
25 ook niet om Zichzelf dikwijls te offeren, gelijk de hogepriester jaarlijks met ander bloed dan het zijne in het heiligdom gaat,
26 want dan had Hij dikwijls moeten lijden sinds de grondlegging der wereld; maar thans is Hij eenmaal, bij de voleinding der eeuwen, verschenen om door zijn offer de zonde weg te doen – Hebr.9:24-26.

19 Daar wij dan, broeders, volle vrijmoedigheid bezitten om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus,
20 langs de nieuwe en levende weg, die Hij ons ingewijd heeft, door het voorhangsel, dat is, zijn vlees,
21 en wij een grote priester over het huis Gods hebben,
22 laten wij toetreden met een waarachtig hart, in volle verzekerdheid des geloofs, met een hart, dat door besprenging gezuiverd is van besef van kwaad, en met een lichaam, dat gewassen is met zuiver water – Hebr.10:19-22.



De HEERE heeft ons onderwezen inzake de betekenis van de Hemelvaart in de brief aan de Hebreeën. Immers de hoofdzaak van deze brief is de Hemelvaart van de Heere Jezus Christus en de gevolgen daarvan voor wat er in de hemel en hier op aarde sindsdien gebeurt.
De HEERE liet deze brief schrijven omdat de Hebreeën de grote betekenis van deze gebeurtenis niet inzagen. Zij moesten vermaand worden vanwege hun achterblijven in de genade. Hun dagelijks leven als christenen was niet overeenkomstig hun geloof. Daarom was het te verwachten dat zij, zodra zij tegenspoed moesten ondervinden vanwege hun geloof, de moed verloren. Hun oppervlakkige geestelijke leven bleek ook uit een gebrek aan sterke tegenstand tegen de zonde. Sommigen van hen waren niet trouw in hun kerkgang.
Ze moesten leren inzien dat de Hemelvaart van de Heere Jezus Christus een grote wijziging bracht in de dienst aan God zowel in de hemel als ook hier in de christelijke kerk op aarde.
Die verandering wordt getoond wanneer wij in de eerste verzen van Hebr.8 horen over de dienst van Christus in het heiligdom en de ware tabernakel die opgericht is niet door een mens maar door de HEERE.
Op die eerste Hemelvaartsdag bracht Christus Zijn Zelfofferande binnen in het hemelse heiligdom. Goede Vrijdag en Hemelvaartsdag zijn als het ware één. Van die tijd aan betekende de aanwezigheid van Christus dat de Vader herinnerd wordt aan Christus’ Zelfofferande op Golgotha.
De Hebreeën worden ervan verzekerd dat zij van de HEERE vrijmoedigheid hebben ontvangen, dat betekent de vrije toegang tot Gods troon. De tussenkomst van de priesters in de tempel is niet langer nodig. Hun leven was radicaal veranderd en vrijgekocht van de slavernij van de zonde en het gevangen zitten in vrees voor de dood tot de vrijheid om God te dienen in een priesterdienst van zelfofferande.
Ons hele leven is veranderd. In hoofdstuk 9:14 lezen wij dat hun geweten is gezuiverd van dode werken om de levende God te dienen als priesters.
Dat betekent dat het vieren van de Hemelvaartsdag verreikende gevolgen moet hebben voor ons leven. Het moet ons uitzicht over ons hele leven vernieuwen en ons sterken in onze priesterdienst om onszelf te offeren als een levend dankoffer.
Ook wij hebben deze vermaning nodig. Het kan zo gemakkelijk gebeuren dat ons geloof vervalt tot iets traditioneels en oppervlakkigs. Ook wij moeten volharden in onze tegenstand tegen de zonde en ook in onze trouw om de kerkdiensten te bezoeken. Ook wij moeten er aan herinnerd worden wat onze plaats mag zijn als vrucht van de Hemelvaart van Christus, namelijk dat de dienst in de hemel veranderd is als vrucht van Zijn Zelfofferande. Immers daardoor worden alle gelovigen priesters voor God en Zijn Vader. Daarom offeren zij zichzelf in een dankoffer in hun dagelijks leven. Dat gaat gepaard met het loven van de HEERE, de vrucht van de lippen die Gods naam belijden.
Vanwege al onze tekortkomingen hebben wij dit woord van vermaan nodig met als hoofdzaak de grote betekenis van de Hemelvaart van Christus.
Die vermaning gaat gepaard met Gods belofte, namelijk de belofte van het nieuwe verbond. Immers, de HEERE zegt: Ik zal mijn wetten in hun harten leggen, en die ook in hun verstand schrijven (10:14).
Christus wordt immers genoemd de Middelaar van een nieuw verbond.
Hij bewerkt in ons het geloof dat ook wij zoeken de stad met de fundamenten, een beter vaderland.
Wij leven in een tijd van de laatste dagen die betekenen dat de tegenstand van de duivel tegen Gods heilswerk intenser is dan ooit tevoren. Daarom zijn er ook zoveel verleidingen en verzoekingen. Maar wij worden ervan verzekerd dat Christus helpen kan degenen die verzocht worden. Sinds Zijn Hemelvaart is Hij in de hemelse heerlijkheid. Vanwege Zijn offer heeft Hij er recht op om ons genade en hulp te geven in deze tijd van verzoeking en van strijd. De hemelse heerlijkheid van Christus sinds Zijn Hemelvaart geeft ons de verzekering dat Hij niet alleen ons ondersteunen wil zolang wij in deze wereld zijn, maar dat ook kan doen. Hij zit immers aan de rechterhand van de Vader. Al komen er zoveel verzoekingen op ons af, Hij zorgt ervoor dat wij onze dienst als priesters weer kunnen vervullen.
Hij weet alles van ons af omdat Hij Zelf ook verzoekingen had te verduren. Als de Priesterkoning en Koninklijke Priester zorgt hij voor een grote toekomst voor allen die Hem liefhebben als hun Zaligmaker. Hij leidt velen tot dezelfde heerlijkheid die Hij Zelf geniet.