Christus en het Verbond


Het is een moderne trend, om niet meer over Verbond en Kerk te willen spreken.
Deze begrippen versluieren de persoon van de Christus, zegt men. Hij raakt door dit spreken op de achtergrond, zou zelfs niet meer genoemd worden.
Aldus de gedachtegang van veel gereformeerden die in evangelisch vaarwater zijn terecht gekomen.
Voor ons de vraag, nu wij in De Gereformeerde Kerken opnieuw over Verbond en Kerk zijn gaan spreken, of dit spreken het Evangelie van Christus verarmt en de persoon van Christus achteruit zet?
Wij gaan bij het beantwoorden van deze vraag Ds. J.C. Sikkel raadplegen en aandacht geven aan zijn schrijven over de plaats van Christus in het Verbond.
Zo komen er gedachten van meer dan honderd jaar geleden naar ons toe. Ze komen uit de trouwe Kerk van de Here, daarom alle reden om er aandacht aan te schenken.
We halen enkele citaten uit deel 1 van de serie “Troost mijn volk” en mogen verwachten dat dit speurwerk leidt tot eerherstel van het spreken vanuit en over het Verbond.


Christus inzet in het Verbond


Schrijvend over de Knecht des HEREN, naar aanleiding van Jesaja 50: 4-9, opent Ds Sikkel zijn beschouwing met de volgende veelzeggende woorden:
“Aan een in zichzelf ellendige Kerk heeft de HERE in het Verbond der Genade Zijn Zoon tot een Gezalfde gegeven, Profeet, Priester en Koning”. (blz. 306)

De Kerk, wat stelt zij in zichzelf voor? In zichzelf is zij ellendig. In zichzelf is het een groep mensen, meest niet van grote betekenis, met veel kwalen en tekortkomingen, niets aantrekkelijks.
Maar als God naar hen omziet, als Hij zich met hen bemoeit, als Hij zich met hen verbindt, dan verandert alles! Zich afhankelijk wetend van Zijn hulp, zorg en liefde, groeit het ‘ellendig groepje mensen’ uit tot een gemeenschap van broeders en zusters, een gemeenschap die God dient en onderling een liefdevolle omgang kent. Met God verbonden door het ‘Genadeverbond’ door Hem gered van een uitzichtloze toekomst.
In dit Verbond verbindt Hij zich met ons, zodat wij samen, Hij en wij, verder kunnen op de weg ten Leven. Zoals Adam en Eva met Hem wandelden, zo leven wij ook met Hem. paradijs-omstandigheden komen terug, het Verbond is hersteld.
Maar het is wel een “Genadeverbond”. Er moet heel wat gebeuren om ons in onze zondestaat tot paradijsmensen te maken.
Daarvoor is de Zoon gekomen! Daarvoor leert de Zoon ons. Hij, Christus; onze hoogste Profeet en Leraar.
Het is de Zoon die onze wonden heelt; Christus onze enige Hogepriester.
Het is Christus die ons regeert door Zijn Woord en Geest: onze eeuwige Koning.
Ňf de Christus ook te voorschijn treedt, wanneer we spreken naar het Verbond! Hij komt er door in het middelpunt te staan.
Het is ook om deze reden, dat de catechismus vol staat van de Christus, dat onze kinderen in het onderwijs van de leer van de Kerk voortdurend meer van Hem leren.
God Drieënig wordt hen gepresenteerd, waarbij Christus’ inzet van alle zijden besproken en bekeken wordt. Laten we dan ook vaststellen dat de verbondsleer van de trouwe Kerk het zicht op Christus’ inzet op een onnavolgbare manier verheldert en verrijkt.

Christus trouw aan het Verbond


Zagen we Christus’ inzet in het Verbond, wij willen Hem nu ook zien in Zijn vasthouden aan het Verbond.
Juist in moeilijke tijden, wanneer de Kerk het zwaar te verduren krijgt, is deze trouw van Christus aan het Verbond een troost voor Gods volk.
“Hoe ook de schaduwen over Gods Kerk dalen, hoe ook Sion in gruis ligt, - er zal verlossing komen! Want de Zone Gods is aan het Verbond getrouw. De Christus houdt aan het Verbond vast!”

Deze woorden van Ds. Sikkel bemoedigen ons en wijzen ons op de dingen waar het op aan komt. Zijn we lid van een gemeente waarin, om welke reden ook, met veel tegenslag gekampt wordt, dan lijkt het alsof er onherstelbare verliezen geleden worden en het is alsof Sion in gruis ligt. Dan alleen op Christus zien en weten: Hij houdt vast aan het Verbond! Onze hemelse Profeet blijft ons toespreken in de woordverkondiging, Hij blijft ons vertroosten. Als Priester houdt Hij het verbondsverkeer met de Vader open en als Koning beschermt en bewaart Hij ons.
Zijn trouw ondersteunt ons.
“Hij houdt het Verbond vast van eeuwigheid.
Hij houdt het Verbond vast in de eeuwen der verwachting, der profetie: “Zie, Ik kom om Uw wil te doen, o God!”
Hij houdt het Verbond vast in de vorm, waarin de HERE het onder Israël tot openbaring deed komen. In de dagen van Zijn vlees.”

Van eeuwigheid is hij getrouw aan het Verbond, de Zoon gegenereerd vóór de grondlegging der wereld. Toen al was Hij trouw en was Hij er klaar voor om Zijn volk voor God te bewaren. Onbegrijpelijk en heerlijk.
Trouw blijft Hij in de bedeling van het Oude Verbond, soms verschijnend, meestentijds verborgen. Men kon zich nog maar nauwelijks een beeld van Hem vormen. Zo stond het er voor in de eeuwen van de verwachting. Maar het was in Zijn Naam dat de gebrachte offers bij Tabernakel en Tempel hun geldigheid hadden. Dat vergeving van de zonden verkregen werd. In de woorden van Psalm 40:8 werd Zijn bereidheid om te lijden en te sterven uitgesproken. De Zoon zei toen al, als de Geest van de profetie: “Zie, Ik kom om Uw wil te doen, o God!”.
Wanneer Hij later in de bedeling van het Nieuwe Verbond ‘in het vlees’ verschijnt, en door zoveel gehinderd en benauwd wordt, dan blijft Hij bij alle tegenwerking vasthouden aan het Verbond.
“Alles kwam daartegen op. Heel de wereld onder Augustus. Heel Israël onder Herodes en Kajafas. De Schriftgeleerden en de Schare. De Verrader en de Discipel. Ja de eigen heilige menselijke natuur van de Christus stond tegenover de drinkbeker niet kunnende begeren, die te drinken”.

Alles en iedereen probeerde Hem te ontmoedigen en Hem van Zijn werk af te brengen, het los te laten.
Het Romeinse Rijk vormde toen de wereldmacht en het zal voor de Heiland beledigend zijn geweest in ‘bezet gebied’ te moeten leven.
Israël onder Herodes? Herodes wilde Hem doden, lezen we in Lucas 13:31, zodat Hij in het noorden van het land, in Galilea niet meer veilig was.
Israël onder Kajafas? De Hogepriester van Gods Volk heeft de Heiland op een laaghartige manier verhoord en Hem overgeleverd om veroordeeld te worden.
De ontmoedigende en vijandige houding van de Schriftgeleerden zal de Here ook veel pijn en verdriet bezorgd hebben. En de schare? Zij wilden graag wonderen zien, maar Hem op zijn Woord geloven, dat leek voor velen teveel gevraagd.
Ieder ander zou zijn werk er al lang bij neer gelegd hebben, maar de Here Jezus hield vast aan het Verbond, Hij vervolgde de weg van lijden en neergang.
En dan de Verrader Judas, die heeft er het zijne aan bijgedragen, om het werk van de Here extra bitter te maken. Als Meester verraden te worden door een leerling!
En Zijn menselijke natuur, die moet zich met alles verzet hebben tegen het “drinken van de beker van het lijden”. Hoe angstig is de Here dan ook in de hof van Gethsemané geweest.
Toch heeft Christus het Verbond vastgehouden, Hij moest de goddelijke opdracht vervullen en er alles aan doen om zo het bondsvolk tot paradijsmensen te maken.
Het Verbond geeft ons helder zicht op de trouw van Christus, op Hem die de hoogste prijs betalen ging voor Het leven van de Zijnen.

Christus gaat tot het uiterste


Zijn lijden en sterven heeft Christus zelf getekend als een gaan voor het Verbond.
Bij de instelling van het Heilig Avondmaal heeft Hij dit aangegeven.
“over dat Verbond ging Jezus’ blik in die stonde waarin het Lam ter slachting ging. Daar hief Hij de drinkbeker voor op: “Deze Drinkbeker is het Nieuwe Testament (Verbond) in Mijn bloed”.

Zijn bloed, al voor Zijn sterven aangewezen, als het Middel om God met Zijn volk te verbinden.
Dit kostbare bloed, dat ons reinigt van onze zonden, herstelt de paradijsgemeenschap met God. Daardoor kunnen we nu leven met de heilige God, in alle vertrouwelijkheid.
Hoe zwaar Christus heeft moeten lijden, in het bijzonder aan het einde van zijn leven, hoeveel Hij heeft moeten inzetten om onze schuld te vereffenen, dat beschrijft Ds Sikkel met de volgende woorden:
“Zo gaf Hij Zich over. Niet weerspannig. Verbondsborg, Verbondshoofd, Verbondszaad. Niet terugwijkend. Hij geeft zijn rug aan de ploegers. Hij laat Zich het haar uitrukken. Zijn aangezicht verbergt Hij niet voor smaadheden en speeksel. Hij heeft het op de HERE gewenteld. Hij laat Zich slachten naar het Verbond.”(307)

Naar de woorden van Jesaja 50, heeft Christus Zich overgegeven, alle spot en smaad dragend, zo heeft Hij Zich laten slachten naar het Verbond.
Hij heeft zijn bloed gestort naar de structuren van het Verbond. Om zonden uit te wissen, moet met ‘het leven’ betaald worden. Voor de zondige bondeling moest het Lam ter slachting worden overgegeven.
Zo is Hij de Verbondsborg, degene die zich binnen het Verbond garant stelt voor Zijn volk.
Hij die ook het Verbondszaad is: het Zaad van de vrouw, naar Genesis 3:15.
Omdat in Hem het hele Verbond zijn plaats vindt, in Hem rust, is Hij ook het Verbondshoofd.
Als Hoofd vertegenwoordigt Hij de genoegdoening. Hij de Hersteller van het verbondsverkeer tussen Vader en Zijn volk. Hij vertegenwoordigt het Verbond.
Van Christus, zoals Hij aanwezig was onder Israël, mocht gezegd worden: zie, daar is het Verbond in eigen Persoon. Hij het “wandelende Verbond”.
Zo zien we opnieuw, hoe het verbondsmatige denken en spreken verrassend veel licht werpt op het werk van onze Heiland. Dat Hij er door op de achtergrond zou raken? Daar is geen sprake van.

Christus de Goede Herder


De Goede Herder die Zich tot het uiterste heeft ingezet voor de schapen, Hij blijft Zich geven voor het welzijn van de Kudde.
Zonder Zijn voortdurende zorg zullen de schapen zo maar weer verdwalen.
Ds Sikkel wijst op Jesaja 50, waar de Knecht des Heren in vers 4 getekend wordt, als degene die ‘spreekt’ nadat hij ‘geluisterd’ heeft.
Hij mag de “Tong der Geleerden” genoemd worden. Met deze door God geleerde tong spreekt Hij de gemeente toe in de Woordbediening, daarmee weidt Hij de schapen.
“Want waar de HERE zó spreekt tot zijn Bondskerk, - tot zijn gedoopte Kerk; tot zijn Kerk in haar armoede, in haar breuke; tot zijn Kerk, zijn Jeruzalem, in Babel; tot zijn Kerk die met zichzelf geen weg weet; - daar hoort het schaap, het lammetje, dat door de Herder gezocht wordt, zijn Stem.
Wat Herder verlaat niet de negenennegentig, zoekende het verloren schaap?
Wat herder? ...
Dat doet alleen de herder, die waarlijk herder is, de goede Herder, de Christus; die de Kudde op het oog heeft, gelijk de Vader in zijn Verbond Hem die aanwees. “(309)

De Kerk in haar armoede, in haar breuke, dat is de Kerk die veel tekortkomingen en zonden kent. Het is tegelijk de Kerk die alles van de HERE verwacht, omdat ze zichzelf onmachtig weet.
Het is de Kerk in de woestijn, die de zondige vreugden minacht, die alleen de hemelse vreugde zoekt, het is de Kerk die weet dat Babel haar wil verleiden.
In die Kerk, die alleen voor haar Here leeft, daar horen het schaap en het lammetje Zijn stem, de stem van de Goede Herder.
De ouderen zijn een en al oor, maar ook de kleinsten vernemen woorden van troost. Zo wordt het allemaal waargemaakt, dat wij geheel verzorgd worden door de God van het Verbond.

Of we zullen blijven spreken vanuit en over het Verbond?
Geen twijfel mogelijk. Het Verbond toont ons de Christus in al Zijn werken.
Het Verbond vormt geen belemmering in spreken en preken over de goede Herder.
Het doet spreken naar de Schriften, de Schriften van het Oude- en Nieuwe Verbond.
Het is de structuur van Gods handelen met ons en het wijst ons op het verzoenend sterven van de Heiland, zoals Paulus schrijft in 1 Korintiërs 2:2, “Want ik had niet besloten om iets te weten onder u, dan Jezus Christus en die gekruisigd.
Met Psalm 25 vers 10 zeggen we: Alle paden des HEREN zijn goedertierenheid en trouw, voor wie zijn verbond en zijn getuigenissen bewaren.
Voor hen, die zijn verbond en woorden als hun schatten gadeslaan.