Op weg naar Pasen (8)


In Jeruzalem, de hoofdstad van Israël, woont Jesaja. Jesaja is een man die de Here liefheeft. De meeste mensen die ook in Jeruzalem wonen zijn God vergeten. Ook de koning, zelfs al is hij familie van de gelovige koning David. De Here God, die natuurlijk weet dat Jesaja van Hem houdt, wil hem bijzondere dingen vertellen; dingen die later, in de toekomst, zullen gebeuren. De Here wil dat Jesaja deze dingen vertelt aan de mensen. Ook moet hij alles opschrijven, zodat er niets vergeten wordt. Jesaja mag dus een profeet van God zijn. En dat laat de Here op een bijzondere manier weten.

Een visioen


Op een dag, als Jesaja in zijn huis in Jeruzalem is, krijgt hij plotseling een visioen. Een visioen is een soort droom. Maar in een droom slaap je, bij een visioen niet. In dit visioen ziet hij een stukje van de hemel. Hij ziet de troon van de Here. Niemand heeft God gezien, niemand kan Hem zien. Als een mens de Here zou zien zou hij dood neervallen. Toch weet Jesaja dat hij de Here God ziet op zijn troon. De Here God heeft een mantel aan; deze is zo lang dat de onderkant ervan over de tempel in Jeruzalem ligt. Bij de troon staan serafs, dat zijn engelen. Deze engelen bedekken met hun vleugels hun gezicht en zeggen: ‘Heilig, heilig, heilig is de Here; de aarde is vol van zijn heerlijkheid’.
Eerbiedig kijkt Jesaja naar de prachtige troon, naar de Here God, en naar de serafs. Maar ondertussen is hij ook erg bang. Hij ziet immers God zelf. En een mens die de Here ziet zal zeker sterven. Bang roept Jesaja: ‘Vreselijk, nu zal ik sterven, want ik ben een zondig mens, en ik heb de Koning van Hemel en aarde gezien!’.
Eén van de engelen vliegt naar beneden. Hij pakt een hete kool van het brandoffer en raakt Jesaja’s lippen aan, en zegt: ‘de Here heeft uw zonden vergeven’.
Nu zegt de Here zelf iets, hij vraagt “wie zal ik als profeet naar mijn volk sturen? Jesaja roept ‘Here, ik wil uw profeet zijn’. Dat vindt de Here goed Hij zegt; ‘Ga naar mijn volk en vertel dat ze moeten luisteren naar Mij. Als ze dit niet doen dan zal het land verwoest worden en de tempel zal verbranden’.

Een rijsje uit de tronk


Jesaja vertelt aan de mensen wat de Here zegt. Hij vertelt en schrijft alle profetieën op. Veel van deze profetieën gaan over de Here Christus, de Zoon van God. Jesaja noemt deze naam niet. Hij heeft het wel over de naam Immanuël. (Die naam stond ook in de psalm die we voor het kerstfeest hebben geleerd). Die naam betekent ‘God met ons’. Jesaja spreekt over ‘Het rijsje uit de tronk van Isaï’. (Jesaja 11 vers 1) Isaï was de vader van koning David, en een rijsje is een takje die groeit aan een afgezaagde boom. Het betekent dat er uit de familie van Isaï en David een Koning zal komen die voor altijd zal blijven regeren. Deze Koning is de Here Jezus.

Als het kerstfeest is, wordt er vaak een tekst uit Jesaja gelezen. Jesaja 9 vers 5. Zoek hem maar eens op en vul de weggelaten woorden in.
Want een__________ is ons geboren, een __________is ons gegeven. De heerschappij rust op zijn_______________; en men noemt Hem: Wonderbare_____________, Sterke____________, eeuwige____________, Vredevorst.

Jesaja schrijft ook over de Here Jezus als een Knecht. De Knecht die de zonden van de mensen weg zal doen. Voor ons zondige mensen is dit erg mooi! We kunnen dan toch bij God komen. Als zondige mensen kan dat echt niet, alleen als onze zonden weg zijn wil God ons bij zich nemen in de hemel. Voor de Here Jezus is het niet gemakkelijk. Hij zal lijden hier op aarde.
Al deze dingen bedenkt Jesaja niet zelf. De Here God zegt het tegen hem. Het zijn niet zomaar verhalen maar het zijn profetieën. Verhalen over de toekomst die echt uitkomen. Jesaja is een bijzondere profeet, toch geloven veel mensen hem niet. Ze denken dat hij de verhalen zelf bedenkt. Ze geloven niet dat het echt uitkomt. Helemaal de profetieën over de verwoesting van het land vinden ze vreselijk om te horen. Veel mensen bekeren zich niet, ze blijven afgoden vereren en ze blijven ongehoorzaam aan de Here. Ook gaan ze Jesaja haten. Dat is heel erg voor Jesaja want hij brengt alleen maar Gods woorden over, maar het volk wil niet luisteren. Zo gaat dat vaak met mensen die willen vertellen wat de Here écht zegt, ze worden uitgelachen en bespot. Ook nu gebeurt dat nog. Toch mogen we blijven vertrouwen op de Here!

Ballingschap


Later lees je in de Bijbel dat de verhalen van Jesaja uit zijn gekomen. Het land is verwoest, de tempel verbrand en de mensen zijn gevangen genomen en naar een ander land gebracht. Ze zijn in ballingschap gegaan. Gelukkig zijn ze ook weer terug komen naar het land Israël. Veel later mochten ze weer in hun land wonen ook al was dat helemaal verwoest.

De profetieën over de Here Jezus zijn ook uitgekomen. De Here Jezus is geboren en is voor onze zonden gestorven. De profetieën over de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, en over de Koning die over de hele aarde zal gaan regeren, zijn nog niet uitgekomen. Maar je mag er vast op vertrouwen dat deze ook uit zullen komen. Wat God zegt zal gebeuren!