Twijfelbare twijfel... 3


Vandaag vervolgen we onze serie over twijfel. We hebben in de vorige artikelen al heel wat dingen besproken. Zo hebben we in het vorige artikel stil gestaan bij twee soorten twijfel: objectieve en subjectieve. Ook hebben we de verhouding tussen deze twee soorten twijfel onder de loep genomen. Als laatste behandelden we een aantal dingen, die oorzaak van twijfel in ons eigen leven kunnen zijn. In dit artikel gaan we kijken of twijfel noodzakelijk is voor een goed geloof. Binnen bepaalde kringen wil men twijfel als bewijs van geloof zien. Maar is dat wel volgens de Schrift? Vervolgens diepen we objectieve twijfel verder uit. Dit lijkt een noodzakelijk vooroordeel te zijn geworden. Hoe moeten wij daar nu tegenover staan? Helemaal in deze tijd, waarin vastheid en zekerheid twijfelbaar, ja zelfs arrogant lijken te zijn? Als laatste kijken we naar het verschil in omgang met twijfel tussen gereformeerden en mensen die zich gelovig of christelijk nóemen. Want daar zit wel degelijk verschil in...

Twijfel noodzakelijk?


In sommige kringen van gelovigen wordt twijfel als noodzakelijk gezien. Ze zien twijfel als bewijs van geloof. Zo zou het nuttig zijn voor de verdieping van je geloof. Je zou juist móeten twijfelen. Je móet een proces van twijfel doormaken. Daarna zou je pas kunnen zeggen dat je echt gelooft. Als je niet twijfelt, zou je geloof niet echt zijn... Maar klopt dit wel? Als je zo redeneert, gebruik je twijfel voor jezelf.
Dan gaat het dus over subjectieve twijfel. Deze mensen moeten eerst twijfelen of zij wel kind van God zijn. Of hun zonden ook zijn vergeven. Om zo door diepe ellende heen hun Redder uiteindelijk toch te ontmoeten. Vaak in of door een bepaalde ervaring. Maar ze lopen wel het gevaar hierdoor het geloof te verliezen! Want voor hen ligt de zekerheid en de rust van het geloof niet in Gods beloften. Op deze manier is twijfel bij hen een vereiste graadmeter. Soms wordt het zelfs een kenmerk van waar geloof genoemd!
Maar ook objectieve twijfel speelt een rol bij de noodzakelijkheid van twijfel vandaag aan de dag. Juist dit past in het beeld van deze tijd. De (post)moderne mens zou pas een levend geloof hebben als hij twijfelt. Ja, aan zijn eigen zaligheid (subjectief), maar ook aan het object van het geloof (objectief). En dat strijdt met Gods Woord en het karakter van geloof. Want het geloof is immers een vast vertrouwen en een zeker weten! Het geloof is in zijn wezen vast en zeker. Juist in het geloof vindt de gelovige rust voor zijn hoofd en hart, omdat het Gods onfeilbaar Woord is. En juist dát is het grote probleem vandaag. Gods Woord wordt vaak direct al met een zekere terughoudendheid benaderd en betwijfeld. Eerst kijkt men de kat uit de boom, maar als men niet oppast gaat men ook nog twijfelen of de kat wel in de boom zit! Deze mensen willen voordat ze geloven eerst het object (God, de Bijbel) waarin ze (willen) geloven van een afstand onderzoeken. Er moet samen over gesproken worden. De dialoog moet gevoerd worden. Misschien dat ze zo samen verder komen, door gesprek. Ze willen het eerst aan allerlei vragen en aan twijfel onderwerpen. “We moeten kritisch zijn”, zegt men dan: “Het moet onze inspanning en vertrouwen wel waard zijn...” Of: “laat de God van de Bijbel eerst maar eens zien dat Hij bestaat, want Hij heeft ons niet kunnen redden van alle ellende in de wereld...” Maar komt de Bijbel zo naar ons toe? Mogen wij zo God en zijn Woord benaderen, laat staan behandelen?

Twijfelbare twijfel!


We keren even terug naar de vraag die we stelden in de inleiding van het eerste artikel. We stelden daar dat twijfel haast een kenmerk en eigenschap van de mens is geworden. We stelden de vraag of déze twijfel ook door ons aanvaard mag worden, of dat het twijfelbare twijfel was. Dit zagen we ook hierboven terug komen. We moeten tot de conclusie komen dat het twijfelbare twijfel is! Want twijfel als bewijs of noodzakelijkheid van je eigen geloof is ten zeerste te betwijfelen! De Here vraagt niet aan ons om eerst te twijfelen, voordat we tot Hem mogen komen. De zekerheid ligt in Gods vaste beloften! Daar mogen we niet aan twijfelen (lees ook eens de artikelen van ds. S. de Marie over lijdelijkheid en bevindelijkheid, in de nummers 40 t/m 45 van het vorige jaar).
Bovendien mogen we niet van de zonde gebruik maken om het goede te bereiken, want twijfel is zonde (hier komen we volgende week op terug). Het doel heiligt niet de middelen! Als we achteraf constateren dat onze aanvechting of geloofsinzinking toch nut heeft gehad, kunnen we nog niet zeggen dat het ook goed was. Het neemt niet het zondige karakter van twijfel weg. We ontkennen daarmee niet dat (achteraf bezien) twijfel kan leiden tot verdieping van het geestelijke leven, maar het gaat om de manier waarop we die verdieping bereiken. Een zware val in zonde kan leiden tot verdieping van het geloof en een hartelijker liefhebben van de Here. Maar al komt door Gods bestuur over de zonde, uit het kwade het goede voort, zonde blijft wel zonde. We zullen dus nooit van de zonde gebruik mogen maken en denken: “ach, God houdt me wel vast...” Nee, we moeten vasthouden aan wat onze Verbondsgod van ons vraagt in zijn Woord. Bovendien zijn er ook zeer veel mensen die juist door twijfel van de Here zijn afgevallen en het geloof vaarwel hebben gezegd.
Ook voor het object van ons geloof (God, de Bijbel) geldt dit. Een twijfelhouding ten opzichte hiervan is twijfelbaar, ja zonde. Wel moeten we hier twee dingen onderscheiden. Als eerste is er de ´gewone´ aanvechting van het geloof, de twijfel in het leven van gelovigen. Hierover spreken ook de Dordtse Leerregels in H5, artikel 11. Als tweede noem ik de twijfel als vóóroordeel. Het geloof is voor de gelovige het ´vóóroordeel´, het uitgangspunt, van waaruit hij kijkt naar zijn God en Zijn Woord en van daaruit naar de wereld. Maar voor veel postmoderne mensen die zich ‘gelovig’ of ‘christelijk’ noemen, is de twijfel het vóóroordeel. Voor hen is de Bijbel niet allereerst Gods onfeilbare Woord, dat gezag heeft over het héle mensenleven. En dát hebben we hierboven het ‘probleem van vandaag’ genoemd.

Twijfel als vooroordeel?


Juist deze dingen noemt prof. dr. K. Schilder het verschil in omgang met twijfel tussen de gereformeerde en de ´niet-gereformeerde´. Voor de niet-gereformeerde, de mensen die zich gereformeerd of christelijk nóemen, is twijfel noodzakelijk. Dat komt omdat het hun vóóroordeel is. Maar voor de gereformeerde is twijfel zonde. Hij gelóóft allereerst. Voor hem mag twijfel niet noodzakelijk zijn. Het geloof is zijn uitgangspunt, het vóóroordeel. Want door het geloof wéét je dat God bestaat en dat Hij zijn Woord gegeven heeft. Het geloof is immers het bewijs van de dingen die wij niet zien! (Hebr. 11:1). Door dat geloof krijgen we kennis. Door het geloof in Gods Woord weten we dat God bestaat. Maar als je nu twijfel als vóóroordeel neemt, dan valt ALLE zekerheid en bewijs weg! Want je twijfelt dan aan wat je weet uit Gods Woord. Hoe kun je dan nog geloven? Schilder noemt ergens een voorbeeld van een pijporgel. We wéten dat er door een motor wind in de pijpen wordt geblazen. Als je nu het orgel hoort spelen, wéét je dat de motor draait. Daar ben je zeker van omdat je het weet. Je kennis is waar en zeker. Je geloof rust op betrouwbare kennis. Zo ben je zeker dat de motor draait als je het orgel hoort spelen. Maar als je nu twijfelt of er door de motor wind in de pijpen wordt geblazen, dan is er ook geen bewijs te leveren hoe er dan geluid komt en of er wel een motor is. Je twijfelt dan eerst voordat je gelooft. En dat is de doodsteek voor alle zekerheid en waarheid.

Gevaarlijk pakpapier


Dit vooroordeel van de twijfel zien we in het postmoderne leven om ons heen steeds terug. Het is het in twijfel trekken van het gezag van Gods onfeilbare Woord over het hele mensenleven. Dáárom heet deze artikelen serie: twijfelbare twijfel! Door het vóóroordeel van de twijfel is het enige gelóófsvooroordeel dat Gods Woord geeft aan de kant gezet. Zo heeft Gods Woord het niet meer (helemaal) voor het zeggen. Deze twijfel is gevaarlijk voor ons. Het komt zo mooi verpakt op ons af: “dominees mogen best twijfel laten zien. Dat zou best goed kunnen zijn”, zo klinkt het. Of men zegt: “kinderdoop? Nou, daar is de Bijbel niet duidelijk over... ik ben er zelf ook nog niet uit”. Of men verklaart de belijdenis voor tijdgebonden: “nou, die is vroeger in die ouwe tijd gemaakt. Dat was toen...” Zó wordt de twijfelgeest niet afgebroken, maar verder gestimuleerd. De boodschap is mooi verpakt, maar ondertussen is het gevaarlijk pakpapier. We zien dit terug in de politiek, de maatschappij, het onderwijs. In de opleiding die je volgt. Of de studie die je doet aan het MBO, HBO of aan de universiteit. Leeft men daar vanuit Gods Woord? Of is men ‘neutraal’ en is waarheid niet duidelijk te vinden...? Deze visie toont zich overal in het leven. Ik heb al wat dingen genoemd in het tweede artikel: lectuur en media, studie en de omgang met mensen. Daar hebben we nu het verschil in omgang met twijfel. Het is deel geworden van de mens. Het heeft een centrale plaats verworven in de maatschappij. Ook in diverse media zoals kranten, TV en internet. Maar hoe moeten wij, jij en ik, nu omgaan met dit verschil in omgang met twijfel tussen gereformeerden en ´niet-gereformeerden´? Moeten we samen-spreken?

Omgang met twijfel


Voor ons als gereformeerden is de Bijbel Gods Woord. Onfeilbaar. Het heeft gezag over heel het leven. De Bijbel is het richtsnoer voor ons leven. Onze (geloofs-)ervaringen moeten rusten op wat de Bijbel als waarheid leert. Daarom moet dit Woord en de belijdenis vaststaan. We moeten en willen er zeker van zijn dat wat wij geloven, ook volgens de Schriften is. De gereformeerde wil wéten wie en wat Jezus Christus is, voor hij Hem gelooft, zegt Schilder. Eerder heeft hij geen rust. Als er nu twijfel komt, blijkt een verschil met de niet-gereformeerden. Voor de gereformeerde is twijfel zonde en ongeloof. Dat zal ook een niet-gereformeerde antwoorden. Voor hem is het in uiterste consequentie zonde. Maar twijfel over de geloofsbelijdenis? Of over de leer? Deze twijfel zal voor de niet-gereformeerde niet even zwaar wegen als voor de gereformeerde. Voor niet-gereformeerden is de ontmoeting met andersdenkenden of twijfelaars nuttig en goed. Onder hen is zo veel verschil van mening over de Bijbel, de kerk en de belijdenis, dat het geen probleem is als hij zich niet langer kan vinden in zijn visie van ‘vroeger’. Hij sluit zich aan bij andersdenkenden, als hij maar ‘christen’ kan blijven. Wie niet gelooft dat de Bijbel door God is geïnspireerd, hoeft zich niet ongerust te maken als zijn geloof iets verandert. Hij heeft immers een ‘nieuw’ inzicht over een bepaalde ‘mening’. Hij kan ook vrij van de Bijbel afwijken, omdat het niet Gods onfeilbaar Woord is. Maar de gereformeerde worstelt met zijn twijfel. Hij kan en mag niet veranderen van ‘inzicht’, omdat Gods Woord en de belijdenis duidelijk zeggen hoe het moet. Ook is voor niet-gereformeerden de belijdenis of de leer maar een stelsel, dat je vanuit verschillend standpunt kunt zien. Zo iemand wil graag spreken met anderen, om zijn visie aan te vullen en te verbeteren. Maar voor de gereformeerde is er maar één waarheid. Daarom kan hij zijn geloof niet aanvullen of verbeteren door andere dingen er in op te nemen. Er is maar één weg tot God. Die staat in het Woord en de belijdenis spreekt dat na. De gereformeerde zwijgt daarom tegenover de niet-gereformeerde over zijn twijfel. Want er is niet over te spreken. Dat komt door zijn geloof in Bijbel, die gezag heeft over heel het leven. Wie één schakeltje van de heilsketen loslaat of er aan twijfelt, verwerpt volgens deze Bijbelgelovige alles (Schilder). Hoe kun je dán samen-spreken (over je twijfel)?

Bespreekbaar


Leggen we het belang van deze heilsketen met zijn schakeltjes aan elkaar uit? Praten we daar ook over door? Thuis, in het gezin en met je vrienden? We zullen elkaar moeten helpen en vasthouden, maar dan binnen de kerk. Waar het gezag van Gods Woord gehandhaafd blijft. Want zo zijn we veilig. Ook als we het moeilijk hebben, als we te maken hebben met de aanvechtingen van het geloof. We praten er dan thuis in het gereformeerde gezin over. Of op de bijbelstudievereniging, of tijdens catechisatie. Het moet bespreekbaar worden. Zo kunnen we er vanuit gereformeerd oogpunt over doorspreken en elkaar helpen.

Volgende week willen we de serie afronden. Na een paar algemene opmerkingen over twijfel wil ik nog een aantal belangrijke punten met betrekking tot twijfel uit de Bijbel behandelen.
Tot slot, lees het volgende nog eens: 2 Timotheus 3:1 – 4:8. Een prachtig en bemoedigend gedeelte!
Volkomen is Gods Woord. / ’t Verkwikt elk die het hoort
En deze wet begeert,
Daar Gods getuigenis / hem die nog inzicht mist,
De ware wijsheid leert.
Hoort naar het woord van God. / Volmaakt is zijn gebod,
Betrouwbaar, rein en heilig.
Zijn woord, dat ons verlicht / en onze voeten richt,
Geleidt ons vast en veilig.
(Psalm 19:3 ber.)