Humanisme in je studie en in je werk


Volg jij op dit moment een sociale studie, bijvoorbeeld MWD, SPH, Pedagogiek of Sociale Geografie? Of ben je van plan om dit vanaf september dit jaar te gaan doen? Om dan maar meteen met de deur in huis te vallen: de kans is groot dat je in je studie en in je latere werk te maken gaat krijgen met het humanisme. Maar wat is het humanisme precies? En is het humanisme bruikbaar voor christenen, of niet? In dit artikel zullen we kijken naar het humanisme en specifiek naar hoe jij in je studie en je latere werk met het humanisme te maken kan hebben of krijgen.

Achtergrond van het humanisme

Als we op internet opzoeken wat het humanisme is, dan vinden we op de website van een humanistische verenging (Zinzoekers IJsseldelta) dat humanisme is afgeleid van het Latijnse woord humanus, menselijk, en een centraal begrip is dan ook humanitas, menselijkheid. Op de website van het Humanistisch Verbond valt te lezen welke levensbeschouwing humanisten hebben:

We zijn ervan overtuigd dat de mens tijdens de evolutie is ontstaan uit natuurlijke processen. Dit betekent dat mensen verbonden zijn met de natuurlijke wereld en dat ons leven net als ieder leven eindig is: we moeten het met deze wereld en met dit leven doen. Dit besef van eindigheid is soms moeilijk te dragen. Humanisten vatten eindigheid vooral op als een uitdaging en aansporing om een zo goed mogelijk leven te leiden.

Kort gezegd: de mens staat centraal. De mens leeft maar tijdelijk en de mens moet zelf, op eigen kracht, zijn eigen leven zo goed mogelijk leven. In de humanistische levensbeschouwing is geen plek voor God: Wij denken dat alle levensbeschouwingen en religies een menselijke oorsprong hebben en daarmee open staan voor duiding en kritiek. Humanisten steunen uitsluitend op menselijke bronnen van kennis, zin en moraal. Vanuit de Bijbel kunnen we daarom ook zeggen dat humanisten de mens tot god maken. De mens is voor humanisten namelijk het enige dat het leven maakt zoals het is.

Humanisme en jouw studie

Maar hoe heb jij hier in je studie mee te maken? Dat kunnen we het beste duidelijk maken met een voorbeeld. In sociale studies is `welzijn´ een belangrijk onderdeel. Pedagogen worden bijvoorbeeld opgeleid om onder andere het welzijn van kinderen te vergroten. Sociaal geografen onderzoeken de manier waarop het welzijn van bijvoorbeeld inwoners van steden vergroot kan worden. Maar daarbij is een belangrijke vraag wat welzijn is. En wanneer heeft een mens voldoende welzijn? In de sociale wetenschap zijn veel theorieën en concepten bedacht om het welzijn van mensen te beschrijven en te verklaren. Hoewel hierover veel discussie bestaat, hebben de belangrijkste theorieën en concepten wel één overeenkomst: ze zijn vanuit een humanistische visie ontwikkeld. Als voorbeeld is hieronder een schema van een theorie weergegeven, die door de socioloog Siegwart Lindenberg in 1986 is ontworpen.

Wat dit schema laat zien, is dat het welzijn van mensen onderverdeeld kan worden in fysiek welzijn en sociaal welzijn. Deze twee vormen kunnen ook weer onderverdeeld worden in verschillende factoren die dit welzijn bepalen. Onder de vakjes staan middelen en de activiteiten die voor een goed welzijn nodig zijn. Dat dit schema een humanistisch schema is, blijkt uit het feit dat welzijn enkel wordt veroorzaakt door menselijke factoren, die hier op aarde te vinden zijn. Een goed welzijn kunnen we bijvoorbeeld alleen bereiken door welvaart en door (sociale) activiteiten. Hierdoor kunnen we bijvoorbeeld veel spullen kopen en leuke dingen doen. In het schema ontbreekt echter de belangrijkste factor: de zegen van de Here. Alles is namelijk afhankelijk van Hem en Hij is het die ons het welzijn geeft (Psalm 104 en 145). Als je als christen het schema zou invullen, dan zou de zegen van de Here als apart vakje boven het bovenste vakje `welzijn´ moeten staan, waarbij een pijl vanaf dat vakje naar beneden wijst, naar `Welzijn´. De zegen van de Here heeft zelfs een relatie met alle andere aspecten in het schema.

Humanisten zullen deze aanvullingen echter niet nodig vinden. Ook geloofsovertuiging kan door hen namelijk in het schema worden ingepast. Omdat je het geloof deelt met anderen, ben je lid van een geloofsgemeenschap en heb je daar sociale contacten. Daarnaast kan het geloof je een `goed gevoel´ geven. Maar hierdoor beperkt dit schema het geloof tot iets menselijks en tot iets van deze wereld. Het geloof geeft je nú een goed gevoel en die sociale contacten kunnen je nú helpen.

Maar ook hier weten wij vanuit de Bijbel beter. De sociale contacten in de kerk zijn niet zomaar sociale contacten. Dat zijn geloofsbanden met broeders en zusters (Zondag 21). Ook geeft het geloof je niet zomaar een goed gevoel. Het is het geloofsvertrouwen en de vertrouwelijke geloofsband die je met de Here mag hebben (Psalm 25, HC vraag en antwoord 21 en Zondag 10). Je aardse welzijn of je `goede gevoel´ kan zelfs ten koste gaan van deze geloofsband. Denk maar aan Daniël, die om zijn geloof in de oven (Daniël 3) en in leeuwenkuil (Daniël 6) werd geworpen. Of aan de vervolgde christenen die moeten vluchten of worden vermoord om hun geloof. Ondanks hun lage aardse welzijnsniveau, mogen zij zich getroost weten door het geloofsvertrouwen dat zij in de Here hebben (Psalm 63:4).

En jij?

Dit schema is slechts een voorbeeld van de vele humanistische modellen en theorieën die op het gebied van welzijn en op andere gebieden zijn ontwikkeld. Zoals gezegd is in al deze modellen een humanistische visie te zien. Hoe jij in je opleiding hier precies mee te maken hebt, hangt sterk af van je studie en opleidingsniveau. Op de universiteit zul je veel meer te maken hebben met levensbeschouwende en filosofische vragen. Hierdoor zul je bijvoorbeeld direct te maken hebben met de vraag wat `welzijn´ is en waardoor `welzijn´ veroorzaakt wordt en dus met de humanistische theorieën die hierover zijn bedacht. Als je naar het HBO of MBO gaat, zul je veel meer praktisch te werk gaan. Maar ook dan kun je te maken hebben met humanistische werkwijzen die een humanistisch doel kunnen hebben. Dan zul je bijvoorbeeld met enkel menselijke middelen alleen het welzijn op deze aarde vergroten.

Maar hoe kun je hier het beste mee omgaan? Is het verkeerd om je bezig te houden met de humanistische levensbeschouwing? Of om te werken met humanistische werkwijzen en doelen? En kun je dan wel een studie volgen waarbij je veel te maken krijgt met het humanisme? En daaruit volgend: kun je (later) wel werken bij een organisatie waar je moet werken met humanistische denk- en werkwijzen?

Op deze vragen is geen algemeen geldend antwoord te geven. Wel zullen we je een aantal handreikingen geven, die je kunnen helpen in je overweging over hoe je om moet gaan met het humanisme in je studie en in je (latere) werk.

Handreikingen voor in je studie en in je werk

Een algemeen geldend antwoord is niet te geven, omdat veel afhangt van de situatie waarin jij je bevindt. Als student heb je bijvoorbeeld vrijheid om enkel kennis te nemen van de humanistische concepten en werkwijzen die je leert. Vervolgens kun je hier echter zelf iets van vinden en hoef je er in je persoonlijke leven niets mee te doen. Het is dan wel belangrijk dat je kritisch blijft tegenover deze humanistische concepten en werkwijzen en blijft geloven wat de Bijbel leert. En, als dat nodig is en de gelegenheid zich voordoet, ook in discussie gaat met je docent of je medestudenten en uitlegt wat jij gelooft.

Het kan anders zijn als je later in je werk te maken krijgt met het humanisme. Het kan dan namelijk voorkomen dat je met humanistische werkwijzen moet meewerken aan de humanistische doelen van jouw werkgever. Dit kan een reden zijn om ervoor te kiezen om niet bij zo´n bedrijf of organisatie te gaan werken. Als je ervoor kiest om wel dergelijk werk te doen, dan is het belangrijk dat je christen blijft. Je bent namelijk een christen in deze wereld (zie 1 Korinthe 5:9-10). En als christen in deze wereld moet je een goede reuk van Christus zijn (2 Korinthe 2:14-17). Werkzaamheden die duidelijk tegen Gods geboden ingaan, mag je vanzelfsprekend niet doen. Maar laat in je (toekomstige) werk zien dat je christen bent, door trouw en betrouwbaar te zijn in je werk en in je verantwoordelijkheden. En leg, waar dat mogelijk is, uit met welk doel jij je werk doet. In sociaal werk zal dat bijvoorbeeld de Bijbelse naastenliefde zijn. Je helpt dan anderen om God daarmee te eren.

De manier waarop je in je studie en in je werk omgaat met het humanisme zal een persoonlijke keuze tegenover God zijn. Het belangrijkste is dat je God eert met de keuze die je maakt. Boven alles moet je daarom blijven geloven. Geloven wat de Here zegt, ook al zou elke docent of collega jou iets anders willen doen geloven. En dat je het geloof ook leeft. Laat zien dat je christen bent en je je studie en werk doet met een ander doel dan je humanistische docenten of collega´s. Maar om dit alles te kunnen is het belangrijkste: bidden. Bidden om geloof en inzicht in de Bijbel, om de juiste keuze tot Gods eer te kunnen maken. Om kracht om staande te blijven in deze humanistische wereld. En weet daarbij:

het woord des kruises is wel voor hen, die verloren gaan, een dwaasheid, maar voor ons, die behouden worden, is het een kracht Gods. (...) Daar de wereld in de wijsheid Gods door haar wijsheid God niet gekend heeft, heeft het Gode behaagd door de dwaasheid der prediking te redden hen, die geloven. Immers, de Joden verlangen tekenen en de Grieken zoeken wijsheid, doch wij prediken een gekruisigde Christus, voor Joden een aanstoot, voor heidenen een dwaasheid. (...) Want het dwaze van God is wijzer dan de mensen en het zwakke van God is sterker dan de mensen.

(1 Korinthe 1:18, 21-23, 25)