God is licht, een radicale boodschap


1 Joh. 1:5,6:
5 En dit is de boodschap die wij van Hem gehoord hebben en aan u verkondigen, dat God licht is en dat in Hem in het geheel geen duisternis is.
6 Als wij zeggen dat wij gemeenschap met Hem hebben en wij toch in de duisternis wandelen, liegen wij en doen de waarheid niet.

Radicaal

Het ware leven met God is bijzonder rijk, maar tegelijk ook radicaal. `God is licht´. Niets maar dan ook niets is er wat zweemt naar donkerheid van ongerechtigheid en naar dood van ontbinding. Alles is leven en licht in Hem. Dat betekent dat iedereen die met Hem gemeenschap heeft, die bij Hem hoort, in Zijn verbond wandelt en op Zijn wegen gaat, ook in dat licht wandelt.

Ook dat is hier de boodschap van oog- en oorgetuigen (vers 5). Een prediking die waar is, waar niet aan mag worden getornd. Omdat het goddelijke waarheid is, die met dat gezag aanvaard wil worden. Waarom wordt dit zo stellig erbij gezegd? Dat heeft te maken met de geconstateerde dwaling waarin de godheid van Christus werd ontkend. Maar het is ook nodig omdat deze verkondiging ingaat tegen eigen vlees, tegen menselijke overwegingen en redeneringen, menselijke gevoelens of bedenkingen, menselijke hoogmoed of trots, menselijke eigenwilligheid of eigenzinnigheid. Johannes stelt daarom duidelijk: wat ik verkondig, heb ik zo van Christus gehoord en spreek ik nu namens Christus tot u. Het is een genadewoord, maar ook een radicaal woord. Het evangelie van vergeving van zonden en eeuwig leven is niet naar de mens. Het zal uit geschonken genade moeten worden aangenomen.

`God is licht en in Hem is in het geheel geen duisternis´. Hier klinkt een absolute tegenstelling tussen licht en duisternis. Radicaler kan niet.

Licht

Wat is licht, wat is duisternis? Licht typeert hoe God is. Volkomen doorzichtig, helder, waar, zuiver, heilig, rechtvaardig, goed en heerlijk. Transparantie zonder enige vertroebeling of mist. Helderheid die alle sluier of bedekking ontmaskert. Waarheid die zich kant tegen elke vorm van leugen of verdoezeling ervan. Zuiverheid waarin geen enkele smet voorkomt. Heiligheid die geen enkele zonde verdraagt. Rechtvaardigheid tegenover onrecht. Goedheid tegenover slechtheid.

Dit goddelijk licht betekent voor ons ook heil, zaligheid. Want dit goddelijke licht verspreidt ook weer licht en leven: glans, goedheid, bloei, groei, heil, vreugde. Zoals Ef. 5:8,9 zegt:

Want u was voorheen duisternis, maar nu bent u licht in de Heere; wandel als kinderen van het licht- want de vrucht van de Geest bestaat in alle goedheid en rechtvaardigheid en waarheid - ...

Zo werkt God uit alle leven in reinheid, alle leven in liefelijkheid, alle leven in goede werken, alle leven in gerechtigheid en alle leven in heerlijkheid.

Duisternis

God staat ook tegenover elke aantasting van Zijn licht. Die aantasting verdraagt en tolereert Hij niet: `In Hem is in het geheel geen duisternis´. Duisternis geeft aan: daarin is geen goedheid, geen recht, geen waarheid maar leugen, onrecht, vertroebeling, verdraaiing, zonde, onheil, verderf. De vorst en wereldbeheersers van de duisternis zaaien alleen kwaad, leugen en laster, en verspreiden opstand, ongerechtigheid, dood en verderf. Daar wil God absoluut geen gemeenschap mee hebben.

Johannes duidt hier niet alleen op een situatie zoals die wenselijk is, een ideale situatie. Ook niet op de toestand van volmaaktheid op de jongste dag. Nee, Johannes wijst op Wie God is. Wie Hij was, en is en zal zijn als de onveranderlijke God: Licht en Leven.

Die van eeuwigheid tot eeuwigheid geen enkele vorm van duisternis en dood verdraagt.

Zo wordt Hij ook ons verkondigd.

Gemeenschap en wandel

Maar wie zou dan daarom niet bij Hèm willen horen? Wat een vreugde voor degenen die in Zijn liefdevolle gunst mogen leven en in Zijn licht mogen wandelen! Als kinderen van het licht. Nu komt Johannes tot de toepassing: als je in Christus met God verbondsgemeenschap mag hebben, heeft dat voor jezelf consequenties. Vers 6:

Als wij zeggen dat wij gemeenschap met Hem hebben en wij toch in de duisternis wandelen liegen wij en doen de waarheid niet.

We kunnen wel zèggen dat we gelovig zijn, onszelf christen noemen, gedoopt zijn, lid van de kerk zijn, maar als dat niet te zien is aan ons gedrag, spreken, handelen, dan spreken we met een dubbele tong. Dan klopt ons leven niet met wat we zeggen. Dan liegen wij en doen de waarheid niet, zegt Johannes.

Als wij gewoon zoals de wereld leven, met alle lusten van een werelds uitgaansleven, hebzucht, zelfzucht en roddelen, dan is ons denken en handelen een leugen tegenover de Here en de mensen. Dan tonen wij juist niet een kind van het licht te zijn, maar een kind van de duisternis. Ons doen staat tegenover gemeenschap met God hebben.

Het gaat hier niet om zonden die wij tegen onze wil in doen, om daar weer uit te willen opstaan door afgebeden vergeving en in de kracht van de Heilige Geest. Het gaat hier om het bewust blijven leven in zonden. We kunnen ons daarbij misschien nog wel heel vroom voordoen, maar de Here die Licht is, ontmaskert dit. Hij ziet daarbij ook onze verborgen zonden, ja zelfs ons diepste gedachten. Alles ligt voor zijn ogen open en ontbloot. In Zijn ogen is een zondige wandel als christen `wandelen in de duisternis´.

God sluit elk compromis met de wereld, de zonde, en ons eigen zondige vlees uit. Hij wil dat wij vernieuwd door Zijn Geest heilig zijn in heel onze levenswandel, zoals Hij heilig is (1 Petr. 1:15,16)

(Wordt vervolgd)