Maranatha


Adventstijd. De weken voor Kerst. De opmaat naar de viering van de komst van onze Verlosser in het vlees. Wat betekent advent voor ons? Vandaag? In deze tijd? In het jaar van onze HERE 2014?

Wat is advent?

Advent is de periode van de vier zondagen voor Kerst. En die periode begint dan met de eerste zondag van die vier. Het is het begin van het zogenaamde liturgisch jaar. Daar bedoelen we mee de herdenking van de achtereenvolgende heilsfeiten uit het Nieuwe Testament. Advent, Kerst, Goede Vrijdag, Pasen, Hemelvaartsdag, Pinksteren. In veel kerkgenootschappen zijn er nog veel meer gedenkdagen tussen geplaatst. In navolging van de roomse liturgie. Maar eenvoudige gereformeerden houden zich aan de heilsfeiten uit Gods Woord.

Advent komt van een latijns woord, adventus. Dat betekent komst. Het is de bedoeling om tijdens de advent ons voor te bereiden op de viering van het Kerstfeest. Zoals in de eeuwen voor de geboorte van Christus Gods volk daarmee bezig was. Wachtend op de komst van de Messias. Vèrwachtend. In de zekerheid van Zijn komst op het door God bepaalde tijdstip.

Advent wordt in veel kerkgenootschappen omgeven met allerlei symbolen. Vaak wordt er iedere zondag een kaars aangestoken in de kerkgebouwen. Iedere zondag komt er een kaars bij. En als er na vier zondagen vier kaarsen branden, dan is het zover. Dan is het kerstfeest. Soms hoort er ook een bepaalde kleur bij. Paars in dit geval. En er wordt gewerkt met advents- en kerstkransen.

En voor ons?

Zoals gezegd, eenvoudige gereformeerden houden zich aan de Bijbelse openbaring. Het is niet verkeerd wanneer de kerk een adventsperiode in acht neemt. Een periode waarin meer dan op andere zondagen onze aandacht wordt gericht op de komst van onze Here Christus. Maar dan wel op een Bijbelse manier. Het gevaar van adventsvieringen is dat we als het ware in ons gevoel en onze beleving naar dé grote gebeurtenis worden gebracht. De geboorte van Christus. En dat dan al onze aandacht gericht wordt op dat éne heilsfeit. Het gevaar is dat we dat ene heilsfeit losmaken van al die andere. Want Kerst was wel een begin maar niet het einde van de verlossingsweg. Ja, er is het gevaar dat advent en kerst zo worden gepresenteerd dat voor het gevoel, in onze beleving, ieder jaar Christus opnieuw komt! Sommige kerstliedjes werken daar aan mee. We moeten weer komen naar Bethlehem. We moeten weer knielen voor het kindeke teer. Nee, we willen daarmee niet zeggen dat zulke liederen niet meer gezongen mogen worden. Maar dan moeten we ze wel in de goede context zetten. Dan moeten we ze wel op een Bijbelse manier aan kinderen uitleggen. Want Kerst was eenmalig. Daarna kwam Goede Vrijdag. En Pasen. Hemelvaart. En Pinksteren. En dat is nog niet het laatste. Nog één machtig heilsfeit wacht: de Wederkomst van Christus en de bruiloft van het Lam.

Als we met advent bezig zijn, ja, dan mag het gaan over de komst van Christus als baby op aarde. Over de aankondiging van dat wonderwerk van de HERE. Over de verwachting van de Verlosser onder de Joden. Dat heeft ons veel te zeggen. Jazeker. Maar dat is niet meer ònze verwachting. Wij verwachten een tweede komst. Een komst niet als kindeke teer, maar in heerlijkheid en majesteit. Koninklijk en oordelend.

Dat is het grote verschil met alle hedendaagse geromantiseerde adventsviering.

Advent 2014

In de wereld om ons heen gaat het om een paar weken van gezelligheid, warmte en licht in de donkere wintertijd. Om het maken van een sfeer, van heel even stoppen met vechten en haten en discussiëren, heel even vrede tonen en lief doen tegen elkaar. In een wereld die verscheurd wordt, steeds meer, door terrorisme en moord. Door toenemende vervolging van de volgelingen van het kind uit de kribbe! Ook in Nederland. Nog maar pas hoorden we dat de PvdA pleit voor het aanstellen door de overheid van ambassadeurs om behoudende gereformeerden en behoudende islamieten te helpen om verder te komen in hun denken over homoseksualiteit. Want dat gaat echt niet snel genoeg Een idee, gelanceerd in adventstijd! Geloofsvrijheid?

En waar nog wel de herinnering aan de geboorte van Christus is, daar is heel vaak Christus vervangen door een lief kindje in moeilijke omstandigheden, aandoenlijk, gevoelig. Een beeld, druipend van romantiek. En dat alles tegen een achtergrond van enorm veel materialisme en commercie. Er moet verkocht worden. Er moet winst gemaakt worden. De economie moet draaien, anders worden we ongelukkig met elkaar.

Zij die echt voor de eer van Christus willen opkomen, worden aangewezen als ouderwets, niet meer van deze tijd, discriminerend, verwezen naar de uithoeken van de samenleving.

En in de kerk? En bij ons thuis? Hoe zijn wij bezig met advent?

Daniël

De Bijbel geeft ons op veel plaatsen aan hoe we met advent, met onze verwachting bezig moeten zijn. We kijken nu naar een van die plaatsen. Naar Daniël 2. Het hoofdstuk over de droom van Nebukadnezar. De droom van het beeld. Een beeld met een hoofd van goud, borst en armen van zilver, buik en lendenen van koper, benen van ijzer en voeten van een mengsel van ijzer en leem. Daniël mag uitleggen dat dit beeld achtereenvolgende wereldrijken uitbeeldt. Het rijkste en heerlijkste, het hoofd van goud, dat is het Babylonische Rijk, het rijk van koning Nebukadnezar. Maar dat zal vergaan en er komt een ander, minder heerlijk, maar toch ook een wereldmacht. De borst van koper. Dat is het Griekse Rijk, zoals we nu kunnen zeggen. Het rijk dat gevestigd werd door Alexander de Grote. En toen dat rijk verging kwam het Assyrische Rijk. Dat rijk kennen we uit de apocriefe boeken, waarvan sommige (de boeken over de Makkabeeën) veel vertellen over de periode tussen het optreden van de laatste Bijbelse profeten en de aankondiging van de geboorte van Christus. De tijd van dàt rijk. De buik van koper. En dan komt het rijk van de ijzeren benen. Een rijk, niet zo heerlijk en rijk als de voorgaande, maar wel sterk. Heel sterk. Machtig. Hard. Dat is het Romeinse Rijk. Honderden jaren heeft het stand gehouden. Maar ook aan dat harde Romeinse Rijk maakte de Here een einde. Het werd niet direct weer opgevolgd door een nieuw wereldrijk. Nee, het versplinterde, het viel uiteen in vele kleine rijken en naties. In het Midden-Oosten, in Afrika, en in Europa, waar de kern van dat vierde wereldrijk was komen te liggen.

Daniël en Nebukadnezar kenden die uitkomst niet zoals wij. In onze tijd kunnen we terugkijken en zomaar het spoor van Gods Woord door de eeuwen volgen.

Kenmerkend

Eén kenmerk hadden al die rijken gemeenschappelijk: het streven van de mens naar een groot wereldomspannend rijk, waarin de mens de toon aangeeft. Eén kenmerk: de wereldwijde revolutie tegen God. Het brengen van de wereld onder de heerschappij van de satan.

Dat ligt bij dat laatste koninkrijk niet anders. De voeten van ijzer en leem. Eeuwenlang is het vierde rijk vernietigd gebleven. Maar het krijgt toch een opvolger. Minder sterk. Hard, maar toch ook zwak omdat het geen samenhangend geheel is. Velen hebben in de afgelopen eeuwen naar de wederopstanding van het Romeinse Rijk gestreefd. De geschiedenis van Europa is van dat streven doortrokken. Maar, zo mogen we dat wel zeggen, de Here heeft het tegengehouden. Tot nu toe. Maar wie de ogen open heeft, ziet vandaag dat laatste rijk komen. Een smeltkroes van volken en culturen, die eigenlijk niet bij elkaar passen. Brokkelig leem. Maar toch steeds meer één. En wel degelijk ook hard. Niet te stoppen. Onweerstaanbaar op weg naar de totale heerschappij. En waar ook het centrum van dat laatste rijk zal liggen, het zal de wereld beheersen. En het zal datzelfde kenmerk hebben: uiteindelijk zal het een rijk zijn zonder God. Ja, tégen God. Helemaal gericht op de mens en op materieel geluk.

We zien het om ons heen. Het gaat hard, heel hard. Beangstigend hard. Het komt op ons af. En dan advent? Dan blijmoedig en verwachtingsvol in het leven staan? Kan een gelovig christen dat nog wel? Als hij om zich heen ziet in de wereld?

Of sluiten we ons af voor de ontwikkelingen en trekken we ons ook even terug in een Bijbelse sfeer en mooie muziek? En vergeten we even onze zorgen? Over alle onchristelijke ontwikkelingen? Maar wat moeten we dan als straks de kerstdagen voorbij zijn? Als het antichristelijke leven weer keihard op ons afkomt?

De steen

Nebukadnezar zag niet alleen het beeld. Niet alleen die wereldrijken. Er volgde nog iets in de droom. Iets dat koning Nebukadnezar erg bang maakte. En terecht.

Er raakt een steen los op een berg. Zonder toedoen van mensenhanden. Zoals zo vaak gebeurt in de bergen. Maar deze steen volgt een bijzondere koers. Hij rolt naar het beeld. Dat beeld dat zo groot en hoog en schitterend en sterk is! De steen raakt het beeld aan de voet van ijzer en leem en verbrijzelt het hele beeld! Het beeld wordt tot stof, het wordt verstrooid door de wind, er is geen spoor meer van te vinden. Maar de stéén groeit en wordt tot een grote berg, die de hele aarde vervult!

We kennen de betekenis van die steen: het is de hand van God die de steen losmaakt. Gods Koninkrijk, het Koninkrijk der Hemelen, zal alle antigoddelijke rijken vernietigen. Alle revolutie, alle menselijk streven tegen God, alle pogingen van de mens om God uit te bannen en zelf god te zijn, zullen vergaan als stof in de wind. Gods Koninkrijk zal de aarde vervullen.

De grote God heeft de koning bekendgemaakt wat na dezen zal geschieden; de droom is waarachtig en zijn uitlegging betrouwbaar. (Daniël 2:45b).

Maranatha

Advent. Bijzondere aandacht voor de komst van onze Here Christus. Het begin van de komst van het Koninkrijk van God op aarde. Johannes de Doper mag het dertig jaar later zo zeggen:

Bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen. (Matth. 3:2).

Dat is de betekenis van de rollende steen. Dat is advent. We moeten Kerst niet als een gebeurtenis op zichzelf zien. Want Kerst was het begin. Uit de afgeknotte tronk van Isaï deed God een rijsje voortkomen. Er raakte een steen los. Na Kerst was er Goede Vrijdag. En Pasen. En Pinksteren. De steen rolt. Vast op koers. Onafwendbaar. Want de hand van de Here leidt de steen.

Het nieuwe wereldrijk van ijzer en leem is in opkomst. Het groeit met de dag. Tegelijk wordt het christendom verdrongen. Het moet uitgebannen worden uit het wereldrijk. Er is geen plaats voor Christus in de nieuwe wereld. De mens verlost zichzelf.

Maar laten we ons niet vergissen. De steen is aan het rollen gezet. En hij rolt door. Alle wereldrijken worden verbrijzeld. De revolutie gaat te gronde. De ongelovige mens wordt van zijn plaats gestoten en als stof in de wind. Maar het Koninkrijk van God, het rijk van Koning Christus, zal de aarde vervullen! Gods Woord is waarachtig en betrouwbaar.

En nu? Hoe zijn wij nu bezig met advent? Niet zorgeloos. Niet als kluizenaars die zich afsluiten voor alles wat gebeurt. Integendeel.

We zien en ervaren de komst van ijzer en leem. Maar tegelijk is ònze God aan het werk!

Dan is onze adventsverwachting die van het laatste Bijbelwoord.

Maranatha! Onze Here, kom!

Een bede en tegelijk een amen! Dat is ons adventswoord.

Want Hij kòmt! Onze Verlosser is onderweg.

Als Overwinnaar.

Als Koning die de zijnen recht verschaft.

Als Rechter over alle mensen.

Als het Lam dat geslacht is en verzoening deed voor al de zijnen.

Als we dat geloven, dan is het toch eigenlijk alle dagen advent? Dan leven we toch altijd ten diepste uit de verwachting van Christus komst?

Dan zullen we het meemaken:

Wie overwint zal deze dingen beërven, en Ik zal hem een God zijn en hij zal Mij een zoon zijn. (Op. 21:7).