Van de HERE gebeden


1 Sam. 1:12-18

15 Doch Hanna antwoordde: Neen, mijn heer, ik ben een diepbedroefde vrouw; wijn noch bedwelmende drank heb ik gedronken, maar ik heb mijn hart uitgestort voor het aangezicht des HEREN. 16 Houd uw dienstmaagd niet voor een nietswaardige; want door grote zorg en smart gekweld heb ik zo lang gesproken. 17 En Eli antwoordde: Ga heen in vrede, en de God van Israël zal u geven, wat gij van Hem gebeden hebt. 18 Daarop zeide zij: Uw dienstmaagd moge uw gunst verwerven. Toen ging de vrouw haars weegs, zij at weer en haar gelaat toonde geen droefheid meer. 19 De volgende morgen stonden zij vroeg op en bogen zich neer voor het aangezicht des HEREN; daarop keerden zij terug naar hun huis te Rama. Toen Elkana gemeenschap had met zijn vrouw Hanna, dacht de HERE aan haar, 20 en omstreeks een jaar later baarde Hanna, zwanger geworden, een zoon. Zij noemde hem Samuël, want (zeide zij) ik heb hem van de HERE gebeden.

Onvergankelijk sieraad

De hogepriester Eli reageert direct op het bidden van Hanna. Hij zat al bij de ingang toen Hanna ging bidden en heeft haar gadegeslagen. Opvallend genoeg herkent hij niet het gedrag van een vrouw die haar zielenleed aan de HERE voorlegt. Hij denkt dat daar weer een van die dronken vrouwen zit, die zich ophouden bij zijn zonen. Ze bleef daar toch maar zo lang zitten zonder zich te verroeren, ja hooguit met haar lippen prevelde ze wat. Hij riep haar toe: hoelang blijf je daar zo dronken zitten? Ga liever je roes uitslapen.

Maar Hanna laat dan zien dat ze als gelovige vrouw een reine en godvrezende wandel kent: ze reageert niet fel terug maar antwoordt hem met respect. Hanna laat hier naar 1 Petr. 3 zien, dat ze getooid is met het onvergankelijke sieraad van een zachtmoedige en stille geest, die kostbaar is in het oog van God. Wat is dat ten voorbeeld voor de mondige vrouw uit onze tijd, waar iedereen maar moet kunnen zeggen wat er naar boven komt.

Eli ziet dat ze de waarheid spreekt. En dan spreekt hij een bijzondere verklaring uit (vers 17):

Ga heen in vrede, en de God van Israël zal u geven, wat gij van Hem gebeden hebt.

Je zou daarvan kunnen zeggen is dit niet gemakkelijk gezegd? Maar dan vergeten we dat de HERE hem dit laat zeggen. En dàt heeft Hanna erin gehoord.

Ze hoort in het spreken van Eli God Zelf antwoord geven op haar gebed. Want Hanna zegt daarop: Uw dienstmaagd moge uw gunst verwerven.

Zo toont Hanna haar dankbaarheid nu Eli haar verhoring heeft toegezegd. In de hoop dat ze inderdaad zal krijgen wat haar is toegezegd.

Verhoring

Hanna keert dan weer terug naar haar gezin. Maar ze is als het ware een andere Hanna geworden. Zó overtuigd is ze nu dat de HERE haar een zoon zal schenken. Haar verdriet is weg. Ze eet en drinkt weer. Het straalt van haar af, want ze is haar verdrietige blik kwijt. Letterlijk staat er: haar gelaat was niet meer. Hannas verwachting van de HERE is net zo sterk als haar smeking was. Dat maakt haar al gelukkig voordat ze in verwachting is.

Elkana en Hanna verwachten het beide van de HERE. Voordat ze naar huis gaan, buigen ze voor zijn aangezicht neer, om met zijn zegen naar Rama terug te gaan. En dan staat er dat de HERE aan Hanna dacht.

Hij zorgt ervoor dat ze in verwachting raakt en een jaar later wordt een zoon geboren!

De HERE heeft Hannas smeekbede verhoord. Hij geeft leven. Hij geeft verlossing. In zijn weg. Door middel van gelovig bidden en verwachten van zijn kinderen.

Zo toont de HERE dat Hij is de hoorder van het gebed en de bewaarder van zijn Kerk.

Hanna noemt haar zoon: Samuël, verhoorde van God. Of: hij die door goddelijke verhoring geschonken is. Een prachtige belijdenis van moeder Hanna en vader Elkana.

We mogen die verhoring ook betrekken op waartoe Samuël bestemd is. Want Hannas gelofte hoorde immers tot wat ze had afgebeden haar gebed. Samuël was geboren om voor Gods dienst bestemd te mogen zijn. Om als nazireeër Hem heel zijn leven dienstbaar te mogen zijn.

Roeping

In vers 27 zegt Hanna later aan Eli: om deze jongen heb ik gebeden, en de HERE heeft mij gegeven wat ik van Hem gebeden heb. God heeft een jongen met een bijzondere taak aan Hanna geschonken. De HERE voorzag Zich zo zelf van een dienstknecht. Daarom spreekt de naam Samuël niet alleen van dankbaarheid, maar ook van roeping. De roeping dat hij zijn God zou vrezen en dienen met heel zijn leven gedurende al zijn dagen.

God is het die in geval van Samuël de moederschoot weer opende op zijn tijd, en zichzelf een dienstknecht verschafte. Alles kwam van Hem. Juist toen het op verlossing aankwam.

Toen het ambt faalde bij Hofni, Pinehas en Eli, kwam God met een jongetje uit een onvruchtbare moederschoot. Daarvoor gebruikte God het vurige gebed om uitkomst.

Zo blijkt uit deze uitvoerig opgetekende geboorte-geschiedenis de grootheid van Gods werk dwars door zwak en zondig mensenwerk heen.