Stemmen op zondag? (2)


In het vorige hoofdartikel hebben we iets geschetst van de achtergrond waartegen de vraag stemmen op zondag? zich kan voordoen. We hebben iets gezegd over de opkomst van de zgn. grote boycot. Aan de hand van enkele citaten van Schilder.

We vervolgen nu ons betoog.

Vierde gebod

De vraag waar het om gaat: wel of niet stemmen, àls het zover komt dat verkiezingen worden georganiseerd op zondag? En àls er geen uitzondering meer zal worden gemaakt?

De betekenis van het vierde gebod is voor ons duidelijk. Dat hoef ik u niet uit te leggen. De eenvoudige, gelovige handhaving van het vierde gebod was een van de gronden voor onze laatste vrijmaking.

De Kerk kent altijd al uitzonderingen op de naleving van dit gebod. Eigenlijk is uitzondering niet het goede woord. We weten uit het onderwijs van Christus dat ook dit gebod valt onder het grote gebod van de liefde. De liefde tot God, maar ook de liefde tot de naaste en de schepping. Dat houdt in dat werk ten behoeve van het in stand houden van de samenleving, van medische zorg en ernstige nood, van zorgen voor dieren en vee, ook op de zondag gewoon zal plaatsvinden. Dat mag. Ook christenen kunnen zich met zulk werk bezighouden. Ook zulk werk, al is het op de zondag, kan zijn tot Gods eer.

Maar daarmee is tegelijk de grens aangegeven. Werken op Gods rustdag voor eigen gewin, om economische redenen, voor egoïstisch plezier, voor het gemak, dat wordt door de HERE verboden. Daarvan zullen de mensen rusten.

We menen dat allerlei politiek werk onder dat verbod valt. Dat is onnodig werk. Politieke arbeid op zondag gebeurt altijd om menselijke redenen. Gemak. Eco-nomisch voordelig. Aansluiten bij de trend in Europa en de wereld. En, ook dat wordt hardop gezegd, om het heel gewoon zelf te zullen weten; en het land niet te laten sturen door religieuze opvattingen. Die horen niet in de politiek. Dat is iets voor achter de voordeur. De mensen stellen hun eigen normen zoals hen dat het beste uitkomt.

We concluderen dan ook dat het organiseren van verkiezingen op zondag in strijd is met het vierde gebod.

Stemmen of niet?

Dus dan toch maar niet stemmen? Of gaan we nu te snel?

We kunnen ons voorstellen dat sommigen redeneren: nu, dat zal allemaal wel waar zijn, maar even naar het stemlokaal gaan, en een rondje rood maken, dat ervaar ik niet als wèrken op zondag. Voor mij is dat geen aantasting van de zondagsrust. Ik kan dat niet zien als zonde.

En wat de organisatie van die verkiezingen betreft: er is in de volksvertegenwoordiging krachtig tegen gevochten. Door de mensen die ik gestemd heb. Maar de meerderheid is voor. Daarmee heb ik geen verantwoordelijkheid voor deze dingen.

En is dat nu zo erg? Een kwartiertje om te stemmen? We kunnen toch evengoed naar de kerk gaan? Niemand die ons dat verhindert? En als je daar moeite mee hebt, wel, laat elkaar vrij

We redeneren dan vanuit onszèlf. Dat doen we heel gemakkelijk. Heel verleidelijk is dat. Het is een van onze menselijke zwakheden.

Maar dan komen we niet goed uit. De vraag moet zijn: waartoe róept de HERE ons? Wel, Hij roept ons, en alle mensen, om ernst te maken met zijn dag! Verkiezingen op zondag zijn met die roeping in strijd. Een regering die dat doet, handelt tegen de wil van de HERE. Zij zòndigt.

We citeren nog eens Schilder, in een iets ander verband geschreven maar zeker van toepassing: Wie nu nog niet inziet, dat alle neutraliteit uit de boze is, en dat alleen onze geloofsinhouden ons leiden mogen, die zal te laat ervaren, dat de wereld haar eigen dwaasheden straks gauwer herroept dan wij, die ze van haar in menig opzicht hebben overgenomen.

Weest gewaarschuwd, christenen! Het beest-uit-de-aarde mag niet wijzer zijn dan gij: Lucas 16 heeft niet voor niets ons op tijd gewaarschuwd.

(Lucas 16, leest u ook dat maar eens weer, geeft in de gelijkenis van de rijke man en de arme Lazarus weer wat de Here Jezus ons leert over onze roeping om te kiezen voor de HERE in dìt leven, voor het te laat is.)

Christenen moeten kiezen. Altijd weer. Aanvaarden dat we meewerken aan een zondige instelling? Een kleinigheid? En dus toch maar voor ons deel meedoen met de ontwikkeling naar de grote boycot? Ons getuigenis een beetje loslaten? Niet helemaal kiezen voor de HERE? Een heel klein beetje, als gevolg van omstandigheden buiten ons, maar meegaan met de wereld? Je niet laten uitsluiten?

Neutraal zijn kan niet. We houden het vierde gebod of we houden het niet. Een klein beetje kiezen is niet mogelijk.

In Nederland is gelukkig geen stemplicht meer. Niemand hóeft op zondag, als het zover komt, te stemmen.

Getuigenis

Dus toch niet stemmen op zondag? Nooit?

We zijn er nog niet. Er is nog een aspect dat we serieus moeten overwegen, menen we.

Als De Gereformeerde Kerken in Nederland zijn we naar de mens gesproken maar een heel klein groepje. Gaan we niet stemmen dan vallen SGP, of misschien CU, echt niet om. Zoveel invloed hebben we niet.

We voelen ons wel heel sterk verbonden met de kleine christelijke partijen. Met name de mensen van de SGP spreken ons aan. Misschien voor sommigen onder ons ook de mensen van de ChristenUnie nog wel. De SGP is de enige partij die in de politiek nog openlijk opkomt voor Gods recht. SGP en CU beide proberen nog de gevolgen van een anti-christelijk beleid te verminderen.

Op kerkelijk gebied zijn er verschillen met de achterban van die partijen. In meerdere geloofszaken wijken de kerken waaruit die partijen hun kiezers trekken, af van Gods Woord. Maar de uiterlijke levenspraktijk spreekt ons aan. Met name van reformatorische christenen, de achterban van de SGP. We waarderen het dat ook in het politieke spreken en handelen van deze partij voorop staat dat zij voluit gehoorzaam wil zijn aan Gods Woord. En dat zij publiek getuigt, tegen de zin van velen in, van Gods recht op de samenleving. Velen van ons laten daardoor hun stem bepalen.

Als wij tot de conclusie komen: niet stemmen op zondag, dan is de kans heel groot dat er ook voor de mensen van de SGP een grote moeite ligt. Dat men daar tot dezelfde conclusie komt. En dan zijn er twee mogelijkheden. Of men doet niet mee aan de verkiezingen, of men kiest voor een groter belang, het in stand houden van kamerzetels en daarmee de mogelijkheid houdend van het publieke getuigenis.

Hoe moeten we daar tegenaan kijken? Consequent zijn, aan de zijlijn gaan staan en misschien meemaken dat een partij als de SGP niet meer landelijk en Europees vertegenwoordigd wordt?

Of, als men anders besluit, loyaal zijn? En wel stemmen? En niet anderen de kastanjes alleen uit het vuur laten halen? Ter wille van het nog steeds laten horen van een christelijk getuigenis in de politiek?

Dilemma

Het is een oud dilemma. Iets verkeerds, iets zondigs, aanvaarden, ter wille van de kracht van het getuigenis. We hebben in de geschiedenis van voorheen het GPV daarover verschillende keren strijd gevoerd. God roept ons om voor zijn Naam en recht op te komen in de wereld. Maar Hij roept ons ook om trouw te zijn aan zijn geboden. Wat moet voor een christen zwaarder wegen?

We menen dat dit een vàls dilemma is.

Onze roeping kan nooit innerlijk tegenstrijdig zijn. Ja, we moeten getuigen. Als de HERE daarvoor de mogelijkheden geeft. Maar we hebben niet de zekerheid dat die mogelijkheden blijven zoals ze zijn. Politieke invloed, ook indirect, is niet iets waar we altijd op mogen rekenen. We hebben andere zekerheden. Bijvoorbeeld dat de Kerk altijd zal blijven bestaan en dat de HERE de zijnen nooit loslaat. Maar Hij heeft ons ook laten weten dat de stem van de Kerk in de laatste dagen vrijwel stil zal worden gemaakt. Dat moeten we dan aanvaarden.

Dat vraagt vertrouwen. Als we, door een beetje mee te gaan met zondige ontwikkelingen, door een beetje mee te doen, door niet radikaal te kiezen, mee willen helpen aan het krachtig houden van het getuigenis, dan zijn we toch menselijk bezig. Als we om die reden loyaal willen zijn aan geestverwanten, dan willen we het zelf doen. Dan proberen we de HERE als het ware een handje te helpen. Dat is niet goed. Dat zal het getuigenis uiteindelijk ook niet versterken maar juist verzwakken. We zullen altijd vasthouden aan onze roeping om naar Gods geboden te leven. Ook naar het vierde gebod. Ook als de overheid het ons daarin heel erg moeilijk maakt.

Dat is geen dilemma. Dat is geloof.

Kerk in de woestijn

Enige tijd geleden mochten we op de Bondsdag een prachtig referaat horen van br. M. Dijkstra over kerk zijn in de woestijn. N.a.v. Openbaring 12. De toenemende boycot, de opkomende uitsluiting, hoort bij dat leven van de Kerk in de woestijn. En dat woestijnleven moeten we aanvaarden. Dat is de positie van de Kerk in de eindtijd. En dat is goed. Want de HERE geeft zijn Kerk die positie. Dat trouwe christenen langzamerhand onzichtbaar en onhoorbaar gemaakt worden in de officiële publieke samenleving moet ons niet verwonderen. Het is ons voorzegd. Het maakt deel uit van de weg waarlangs de HERE de Jongste Dag en de herschepping van alle dingen tot stand zal brengen.

Hoe gaan we daarmee om? Met dat woestijnleven? Hoe treden we op naar een overheid die het getuigenis van het recht van de HERE uit het publieke domein verjaagt? Boycot? Uitsluiting? Wat is dan onze verantwoordelijk-heid? Onze roeping?

We moeten het in geloof aanvaarden. Dat is één. We moeten dankbaar zijn en blijven omdat de Kerk, ondanks de moeiten van het woestijnleven, toch veilig is in de woestijn. Dat is twee. En, in de derde plaats: de HERE blijven bidden, naar 1 Timotheüs 2:1 en 2, voor de overheid. Ook voor een overheid die zich niet in dienst stelt van de HERE maar die de uitsluiting bevordert. Ook wanneer dat zou betekenen dat we niet meer kunnen stemmen. Wanneer dat zou betekenen dat er geen christelijke politiek meer mogelijk zou zijn. Dan blijft de roeping om te bidden voor hen door wiens hand de HERE ons wil regeren. Opdat we onder de hand van de HERE rustig en stil mogen leven. Dat betekent niet leven met invloed, gehoord worden, veel zetels hebben. Het betekent wel veilig zijn. Veilig in de woestijn. Waar de HERE de zijnen bewaart.

Niet stemmen?

Nog een keer de vraag: àls er straks verkiezingen worden gehouden op zondag, wat moeten we dan? Niet meer stemmen? Ondanks de consequenties? Of toch maar meedoen? In hoever is dat zonde?

We hebben geprobeerd de vraag in breed verband te zetten. In de ontwikkelingen van vandaag. En in het verband van Gods openbaring over de eindtijd.

Het antwoord kunt u zelf geven. Dat hoeft De Bazuin niet voor u te doen.

Misschien is er nog wel veel meer over te zeggen. Als u vragen hebt zijn we in principe bereid die in De Bazuin te bespreken. En het zou goed zijn om ons samen, als kerkleden, over deze vraag te bezinnen. Zodat we, als de vraag echt op ons afkomt, en hij kòmt, vroeg of laat, we samen het goede antwoord kunnen geven. Sámen. Want we zijn geen individualisten maar volk van God.

De grote boycot

We hoeven niet verwonderd te zijn. En niet angstig. We eindigen met een laatste citaat uit dat boek van dr. K. Schilder.

De grote boycott

Maar óók dan heerst nog de Geest over geest en over stof; de tempel over de markt; het orakel over de beurs. Tempelzangen zullen ook in de laatste dagen rijzen tot God en het Lam:

 

Laat ze razen, oorlog blazen,

Zij verbazen geen gemoet,

Dat Gij zaligt met gena-licht,

Rein gewasschen door Uw bloet.

Die U eren, triomferen:

Zij braveren ramp en noodt.

Van de liefde, die u griefde

Scheidt geen levens tijdt noch doodt.

(Johannes van Vollenhove)