M/V in de kerk Een uitgesteld ja


Een voorzichtig neen

De generale synode van de GKv heeft besluiten genomen in de zaak van de vrouw in het ambt. De deputaten stelden aan de synode voor om uit te spreken dat er binnen de bandbreedte van Schrift en belijdenis binnen de kerken ruimte moet zijn voor de visie dat vrouwelijke ambtsdragers Bijbels en gereformeerd zijn.

De synode verwierp dat voorstel met algemene stemmen. Ook de voorstanders voor de vrouwen in het ambt stemden tegen, omdat zij van mening waren dat er niet voldoende draagkracht binnen de kerken is om dat nu al uit te spreken.

Daarmee was die visie beslist niet uitgesloten! Met nadruk werd uitgesproken dat de deputaten beslist niet mochten worden beschuldigd van Schriftkritiek. Dat was door de Christelijke Gereformeerde predikant die namens zijn kerken had gesproken, wel gesteld: op de rand van Schriftkritiek, ja zelfs eroverheen.

Dat komt ook uit in de exacte bewoording van het besluit om het voorstel van de deputaten te verwerpen. Dat synodebesluit stelde namelijk om niet in te stemmen met de onderbouwing van de conclusie van het deputaten-rapport M/V in de kerk. Dat ziet op wat de deputaten in hun rapport schreven over de beslissende betekenis van de huidige cultuur bij de uitleg van de Schrift over de plaats van de vrouw in de kerk. Veelzeggend is dan ook de toevoeging in het besluit, namelijk

dat de visie dat behalve mannen ook vrouwen in de kerkelijke ambten mogen dienen vrij bespreekbaar moet zijn zolang er vanuit de Schrift geargumenteerd wordt.

Opmerkelijk, dat niet met nadruk afgewezen wordt het beroep op de hedendaagse cultuur. Dat had gemakkelijk gekund door het woordje uitsluitend in te voegen voor vanuit de Schrift. Want ook de deputaten hielden staande dat zij vanuit de Schrift argumenteerden!

Een afgevaardigde sprak het zo uit: al is het nu dan nog niet de tijd voor zon besluit, het komt er toch echt wel van het is onafwendbaar!

De besluiten die de synode vervolgens nam wijzen ook in die richting.

Dit neen tegen het deputatenvoorstel bevat een toekomstig ja.

Twee lijnen of tweeërlei roeping?

Met 21 tegen 15 stemmen sprak de synode vervolgens uit:

Het doorlopend spreken van de Schrift laat twee lijnen zien. De ene lijn is die van gelijkwaardigheid tussen man en vrouw de andere die van het verschil in verantwoordelijkheid die God aan man en vrouw gegeven heeft; deze beide lijnen moeten verdisconteerd worden.

Wat betekent dat verdisconteren? Dat is: verwerken, er rekening mee houden.

Op welke wijze? Dat staat dan al in een eerder genomen besluit, namelijk dat de visie van het openen van alle kerkelijke ambten voor vrouwen vrij bespreekbaar moet zijn.

Inderdaad is het zo dat mannen en vrouwen gelijkwaardig zijn met betrekking tot het heil in Christus: in Christus is noch man noch vrouw. Dat is een duidelijke boodschap van de Heere.

Maar vervolgens: ze hebben elk hun eigen roeping.

Steeds wordt het Schriftwoord aangehaald uit 1 Tim. 2, over de positie van de vrouw. Daarvan zegt de Heere dus niet Paulus zelf dat Adam eerst geschapen is en daarna Eva en dat de vrouw tot overtreding is gekomen.

Maar dan wijst de Heere mannen en vrouwen de weg in het bouwen en bewaren van Zijn kerk.

Over de vrouw zegt de Heere dan:

Maar zij zal in de weg van het baren van kinderen zalig worden, als zij blijft in geloof, liefde en heiliging, gepaard met bezonnenheid. HSV.

Dat is haar roeping in het bouwen van de kerk.

En over de man zegt de Heere:

Dit is een betrouwbaar woord: als iemand verlangen heeft naar het ambt van opziener, begeert hij een voortreffelijk werk.

Daar zien we de tweeërlei roeping van mannen en vrouwen in de kerk.

Dat wordt nog aangescherpt als de Heere Paulus aan Titus laat schrijven, dat hij ervoor moet zorgen dat de jongere vrouwen leren

verstandig te zijn, hun man lief te hebben, hun kinderen lief te hebben, bezonnen te zijn en kuis, te zorgen voor hun huishouden, goed te zijn, hun eigen mannen onder-danig te zijn, opdat het Woord van God niet gelasterd wordt. Titus 2:4 HSV.

Wat is dat belangrijk vandaag in de huidige cultuur van vrouwen die buiten hun gezin werken.

Daarmee staat op het spel het Woord van God. Is dat echt waar, dat de eerste roeping van een gehuwde vrouw is in haar gezin? De hele ontwikkeling in de samenleving staat toch haaks op die eis?

Ja, maar als de Heere het nu zegt? En dan vooral geen uitweg zoeken om daar onderuit te komen met het zeggen: zo was het vroeger, maar nu moeten we toch met onze tijd meegaan?

Maar we geloven toch dat de Heere de eeuwen overziet en heus wel wist wat er zou gaan veranderen in de cultuur en in de gebruiken en in de maatschappelijke positie van de vrouw. Maar hij gaf Zijn Woord, van Genesis af tot aan de Openbaring toe.

En daarvan belijden wij dat dat Woord helder en duidelijk is en dat de Heere daarin ons leert hoe wij Hem zullen dienen.

Daar hebben we nu heel duidelijk wat de Heere ons leert aangaande de tweeërlei roeping van man en vrouw als levende leden van Zijn kerk.

Opmerkelijk, dat dit woord niet één keer is genoemd in de besprekingen.

Structuren of ambten in de Schrift

Er is nog een bewijs voor onze beoordeling van de synodebesluiten als een uitgesteld ja.

Dat is het volgende besluit, dat met algemene stemmen werd aangenomen, om een deputaatschap M/V en Ambt te benoemen.

Dat moet de kerkelijke ambtsstructuur tegen het licht houden om na te gaan hoe deze zo kan worden ingevuld dat vrouwen zich daarbinnen kunnen inzetten voor Gods koninkrijk.

Dit maakt het wel erg duidelijk wat het doel is van dat deputaatschap. Deze deputaten moeten gaan onderzoeken hoe de ambtsstructuur kan worden ingevuld zodat vrouwen zich daarbinnen kunnen inzetten voor Gods koninkrijk.

Er staat niet dat het doel van dat onderzoek van depu-taten is om te zien of het mogelijk is dat vrouwen in het ambt kunnen dienen, maar hoe dat te verwezenlijken is.

Dat is niet anders dan het aanwijzen van een vluchtweg.

We zijn er tot nu toe van uitgegaan dat preken en pastoraat en het regeren van kerk taken zijn van ambtsdragers. Maar als we nu eens dat woord ambt weglaten en in plaats daarvan spreken van structuren of werkplekken. Die woorden werden in de discussie geregeld genoemd.

Dan zijn we er toch ineens helemaal uit.

Om die uitweg te openen ging de synode zo ver dat zij uitsprak dat de ambten van predikant, ouderling en diaken uit de zestiende eeuw, uit de tijd van de Reformatie stammen. Dat betekent dat deze structuur niet rechtstreeks aan de Schrift is ontleend en daarom naar gelang van de omstandigheden mag worden gewijzigd en/of aangevuld.

Ook sprak de vergadering uit dat niet alle huidige werkzaamheden van ambtsdragers direct te maken hebben met het dragen van de verantwoordelijkheid voor de geestelijke leiding aan de gemeente; het is zinvol te onderzoeken welke taken door zowel mannen als vrouwen kunnen worden vervuld.

Hoe is het mogelijk dat àlle afgevaardigden deze onschriftuurlijke uitspraken hebben geslikt.

Het is mogelijk dat ze door de inspanningen van de hele dag intensief meedoen aan een discussie en het verwerken daarvan, dat ze niet goed opgelet hebben welke enorme dwaasheden hier geponeerd werden. Het betekent niets minder dan: weg met het formulier voor de bevestiging van ouderlingen en diakenen, waarin zo uitvoerig het Woord van de Heere wordt nagesproken.

De weg naar de invoering van de ambtsdienst van vrouwen in de kerk wilde men blijkbaar toch open-houden. Vandaar dat alle afgevaardigden zich hierin konden schikken.

Het proces in de kerken

Op weg naar de invoering van de openstelling van de ambten voor vrouwen vond de synode het nodig om daartoe ook een deputaatschap te benoemen.

In de korte discussie werd onder meer opgemerkt dat deze deputaten het proces in de kerk moeten begeleiden. Proces betekent hier, net als in het woord ziekteproces, de voortgang van een ontwikkeling. Welke voortgang? De voortgang van een gesprek in de kerken.

Welk gesprek? Over de roeping en het recht van vrouwen ook hun gaven in te zetten in de kerken. Niet alleen over de roeping van vrouwen, maar ook over hun recht dat ziet duidelijk op het beweerde recht van vrouwen om in de kerk te dienen in het ambt.

Dat recht wordt immers, aldus een afgevaardigde, met voeten getreden.

Deze deputaten moeten dan blijkbaar de kerken in trekken om dat gesprek

te stimuleren en te ondersteunen met het oog op een praktijk die het veelkleurig spreken van de Schrift weerspiegelt, waarbij er bijzondere aandacht is voor: 1. Schriftgetrouw en gehoorzaam Bijbel lezen; 2. de invloed van de maatschappij op het denken en handelen van christenen; 3. de bijzondere en aanvullende verschillen tussen man en vrouw.

Voorzichtig, maar tegelijk ook wel beslist, op weg naar het onontkoombare besluit van de vrouwen in het ambt.

Ook dit besluit kreeg de goedkeuring van alle afgevaardigden. En ook hier spreekt dat boekdelen.

Kerkpolitiek

Ik noem dat woord omdat een van de afgevaardigden dat heel duidelijk de synode heeft verweten.

Wat was het geval? Een predikant-afgevaardigde had al meteen binnen de termijn een voorstel ingediend met een consequente strekking in lijn met de gang van de besluiten.

Hij stelde voor om te onderzoeken of vrouwen preek-bevoegdheid kunnen krijgen.

Hij wil van de synode een uitspraak over de vraag of vrouwen preekbevoegdheid mogen ontvangen op basis van een (bestaande) preekconsent-regeling voor kerkleden die geen kerkelijk ambt vervullen. Want waar in de Bijbel staat dat alleen mannen het evangelie mogen verkondigen? Er zijn volgens hem genoeg voorbeelden in het Nieuwe Testament dat vrouwen profeteren. Hij daagt synodeleden uit daar klip en klaar antwoord op te geven.

Het was al laat op de avond, kort voor sluitingstijd. Blijkbaar wilde men er niet aan beginnen om dit voorstel te bepreken. En dus werd er vanuit de vergadering voor-gesteld om uit te spreken dat dit voorstel onontvankelijk was.

De indiener van het voorstel was daarover heel boos en sprak zelfs van kerkpolitiek. Hij deelde meteen mee dat hij niet verder wilde als afgevaardigde en zijn secundus zou waarschuwen.

Het moderamen noemde de gang van zaken een schoonheidsfout.

Terugkeer?

Prof. Van Bruggen riep de synode op om ter afronding van dit hele onderwerp, zoals de bedoeling was van de vorige synode, uit te spreken dat er geen overtuigende gronden zijn gevonden om af te wijken van de gewoonte van vele eeuwen en de meeste kerken, om op grond van 1 Timotheüs 2 ambten van leer en toezicht te rekenen tot de verantwoordelijkheid van de man.

Maar vooral bepleitte hij een terugkeer tot het onder-wijzen van de gemeenten over het belang van de scheppings- en verlossingsgeschiedenis in het algemeen en over deze Schriftgegevens in het bijzonder.

Het is wel heel duidelijk dat de synode niet gehandeld heeft naar deze oproep.

Verontrusten wat nu?

De Luisterpost/Bralectah heeft tijdens de synode een documentaire op internet (te beluisteren via de site synodegkv.nl) gezet van ruim een halfuur over het debat in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt over de vrouw in het ambt. Aan het woord komen onder meer synodevoorzitter Paul Voorberg, meerderheidsdeputaat dr. Hans Schaeffer, minderheidsdeputaat mr. Dick Slump, voorstander Elly Urban (als theoloog inmiddels uitgeweken naar de Protestantse Kerk) en tegenstander Rob Visser.

Met name vragen wij aandacht voor wat ds. Visser zei. Hij sprak onomwonden uit dat hij geen predikant kon zijn in een kerkverband waarbinnen het pleiten voor vrouwen in het ambt toelaatbaar wordt geacht.

Mijns inziens is dat nu toch, ondanks alle mitsen en maren, door deze synode wel besloten en zelfs geregeld.

Het gevaar is nu groot dat verontrusten toch weer in slaap gesust worden en denken dat het alles toch nog wel wat meegevallen is. Maar denkt u er vooral toch aan, dat u binnen uw kerkverband meegenomen wordt op de weg naar de aanvaarding van vrouwen in het ambt. Deputaten moet hun best doen om u daaraan te laten wennen. En het gevaar is heel reëel dat u inderdaad gaat wennen aan de verkeerde leer.

De Heere echter zegt heel duidelijk dat ieder die de Naam van Christus noemt moet breken met de ongerechtigheid, 2 Tim. 2:19, en zich moet houden aan de gezonde leer, 2 Tim. 2:13.

Het is daarbij nodig om uit de weg te ruimen een misverstand (om het vriendelijk te zeggen), dat nog steeds wordt rondverteld, alsof u bij uw vrijmaking schuldbelijdenis zou moeten doen over het late tijdstip daarvan. Tot nu toe is dat nog nooit gebeurd, dat dat van een verontruste die zich bij de kerk voegde, gevraagd werd en dat zal ook niet gebeuren. Er ligt zelfs een synodebesluit dat dat niet aan de orde is.

Hopelijk is hierdoor dat verkeerde gerucht weersproken en is het de wereld uit.