Om uitvluchten te voorkomen


Hoe belangrijk is de belijdenis? Hoe belangrijk zijn de drie formulieren van eenheid? Hoe belangrijk is de binding aan die formulieren?

Het zijn actuele vragen. Vragen die in de geschiedenis van de kerk meerdere keren aan de orde waren. Vragen die ook vandaag weer aan de orde zijn.

En het antwoord op die vragen is voor de Kerk van levensbelang.

Belijden

Wat is belijden nu precies?

Belijden kan zijn bekennen. Bekennen van schuld. Schuld tegenover de HERE. Erkenning van concrete zonde.

Belijden kan ook gebruikt worden in de zin van loven. Loven, dat is de HERE groot maken. Erkennen dat Hij God is en Hij alleen. Dat Hij alle macht heeft in hemel en op aarde. Dat alleen bij Hem ons leven is.

Beide betekenissen vinden we in de Bijbel terug op tal van plaatsen (o.a. Leviticus 5, Leviticus 16, Numeri 5, Psalm 32, 1 Johannes 1; en 1 Koningen 8, 2 Kronieken 6, Matteüs 10, Filippenzen 2, e.a.).

Maar belijden heeft nog een derde belangrijke betekenis. Dat is naspreken. Hetzelfde zeggen. In Romeinen 10:9 en 10, en op veel andere plaatsen in het Nieuwe Testament, wordt in de grondtekst een woord gebruikt dat juist die betekenis heeft. Hetzelfde zeggen. Naspreken. Hetzelfde zeggen wat de Here in zijn Woord gesproken heeft.

Dat is belangrijk. Als we het hebben over de drie formulieren van eenheid, dan staat juist dit laatste aspect van belijden voorop. In de drie gereformeerde belijdenissen wordt Gods Woord nágesproken. In die geschriften wordt met andere worden de Bijbelse leer uitgedragen.

Alle drie belijdenisgeschriften, de Nederlandse Geloofs-belijdenis, de Heidelbergse Catechismus en de Dordtse Leerregels, zijn ontstaan in de strijd om terug te keren naar Gods Woord. Om Gods Woord voluit te handhaven. In de strijd tegen de dwalingen en beschuldigingen van de roomse kerk, tegen de dwalingen van de wederdopers, tegen de dwalingen van de remonstranten.

Alle drie belijdenissen doen niet anders dan uitleggen en naspreken wat er in de Bijbel staat. Niet meer, niet minder.

In de geschiedenis van de Kerk is nooit bewezen dat dit niet het geval zou zijn. Integendeel!

Dat moeten we vasthouden.

Eenheid

Formulieren van eenheid Ja, zo worden onze belijdenis-geschriften wel aangeduid. En dat is niet voor niets. Want juist in het gehoorzaam en gelovig naspreken van Gods Woord ligt de eenheid van de kerken. Die eenheid ligt niet in het feit dat we dezelfde wortels hebben. Of dezelfde liturgieën. Dat we allemaal dezelfde dingen doen. Ja, dat is ook belangrijk. Maar het belangrijkste is dat de kerken hetzelfde gelóven. Het samen gelóven, het samen staan voor Gods Woord, dat is het fundament van de kerkelijke eenheid. En dat fundament, dat in trouw be-amen en naspreken van Gods Woord, dat is verwoord en vastgelegd in onze belijdenissen. Eenvoudig de Bijbel naspreken. Zonder aan dat Woord een eigen draai te geven.

Emden

Onze voorvaderen, midden in de strijd van de kerk, in de tijd van de Grote Reformatie, vonden elkaar ook in het samen aanvaarden van die drie geloofsbelijdenissen. Eerst in Emden, in 1571. Op de eerste synode van de Gereformeerde Kerken. De daar aanwezige afgevaardigden beseften dat de HERE roept tot eenheid van de kerken. En, zo zagen ze helder, die eenheid van de algemene christelijke kerk bestaat daarin, dat alle kerken en kerkleden zich onvoorwaardelijk buigen voor Gods Woord. Dat alle kerken de ware leer van de Bijbel volkomen aanvaarden. Dat hebben de broeders in Emden met elkaar mogen vaststellen. De eenheid van de kerken was en is gelegen in de eenheid van de leer.

In Emden werd dan ook de Nederlandse Geloofsbelijdenis aangenomen als de belijdenis van de Gereformeerde Kerken in de Nederlanden. Als het fundament van de gezamenlijke kerken. En de Heidelbergse Catechismus werd aanvaard als leerboek voor de kerk.

Dordrecht

In 1619 kwamen daar bij de Dordtse Leerregels. De Vijf Artikelen tegen de Remonstranten.

Samen worden de drie formulieren van eenheid dan ook wel aangeduid als het historisch fundament van de kerk. (Naast en ondergeschikt aan het schriftuurlijk fundament, de Bijbel.)

Aan dat fundament zijn sinds de zestiende eeuw gerefor-meerde kerken en gereformeerde ambtsdragers gebonden.

Daarom wordt ook sinds die dagen van predikanten, ouderlingen en diakenen instemming met de drie formulieren van eenheid geëist. Niet vanuit kerkelijke heerszucht. Maar vanuit de roeping om elkaar samen vàst te houden bij dat Woord van God. Gods Woord erkennen als alleen absoluut gezaghebbend over ons geloof en ons leven.

De broeders op de Nationale Synode in 1618-1619 hebben dat heel mooi opgeschreven:

Is besloten, dat alle Bedienaren des Goddelijken Woords, tot betuiging van hunnen overeenstemming in de rechtzinnige leer, moeten onderteekenen de Belijdenis en Catechismus dezer Kerken, mitsgaders de (Canones) Artikelen of Verklaringen dezer Synode; en om in deze onderteekening sommige verkeerde uitvluchten te voorkomen, zal voor dezelven onderteekening gesteld worden van dit Formulier, hetwelk voorgelezen en goedgekeurd is. (Acta of Handelingen der Nationale Synode, de 164e zitting, s middags).

En dan volgt het bekende ondertekeningsformulier. Waarin predikanten verklaren dat zij geloven dat de belijdenisgeschriften in alles overeenstemmen met Gods Woord, dat zij niets daartegen zullen leren. En, mochten ze iets leren wat daarmee niet in overeenstemming is, dat ze dan de kerkelijke weg zullen gaan en zich zullen onderwerpen aan de kerkelijke tucht. In wezen hetzelfde formulier dat nog steeds in onze kerken, in DGK, gebruikt wordt. Het is later ook in gebruik genomen voor ouderlingen en diakenen.

Uitvluchten

Was en is dat niet wat erg streng? Instemmen met, en je houden aan de belijdenis, op straffe van kerkelijke tucht? Schorsing? Verantwoording afleggen aan de kerkelijke vergaderingen? Zo nodig terugnemen onder erkenning van schuld?

Nee.

Het was en is nodig.

In de zestiende en zeventiende eeuw.

De eeuwen door.

Ook vandaag.

Het is nodig om elkaar te binden aan de belijdenis. En zo aan het naspreken van Gods Woord. In de acta wordt die noodzaak prachtig verwoord: om sommige verkeerde uitvluchten te voorkomen.

Uitvluchten, daar wordt mee bedoeld: dwalingen. Eigen bedachte uitleg van de Bijbel. Afwijkingen van de Bijbelse leer. Vaak wordt gezegd: belijdenissen hebben we niet echt nodig. We hebben toch de Bijbel? Die gaat boven alles. Maar de geschiedenis heeft geleerd dat dit niet voldoende is. Iedere ketter heeft zijn letter. Ook de roomse kerk beroept zich op de Bijbel. Ook de vrijzinnige stroming in de PKN. Ook de baptisten. Daarom is het nodig de formulieren van eenheid te hebben. Daarin zeggen we wat er nu eigenlijk in de Bijbel staat. Op grond van de uitleg door de Bijbel zelf.

Mensen zoeken altijd vele uitvluchten. Want de leer van de Bijbel is vaak een steen des aanstoots. Daarom moeten kerken en ambtsdragers zich blijven binden aan de belijdenisgeschriften. Dat is niet streng. Dat is geen regelzucht. Dat is christelijke liefde. Bróederliefde. Om elkaar als kerken te helpen gaan op de ene weg van de HERE. Eenheid in de waarheid.

Historisch fundament

Ja, zo vormen de belijdenisgeschriften het historisch fundament van de Kerk, naast en ondergeschikt aan Gods eigen Woord.

Historisch, niet alleen omdat ze door onze voorvaderen zijn opgesteld. Maar ook omdat ze in de geschiedenis van de Kerk telkens weer zijn verdedigd en vastgehouden. Omdat in de kerkgeschiedenis telkens weer dat ondertekeningsformulier, de binding aan de belijdenis, overeind moest worden gehouden. Steeds weer willen voorgangers in de Kerk meer ruimte. Ruimte voor van de Bijbel afwijkende leringen. Steeds weer is er dan reformatie nodig en moet de Kerk door reformatie de binding aan de belijdenis handhaven.

Ten tijde van de Afscheiding (1834) speelde het ondertekeningsformulier een belangrijke rol. In 1816 was het oude formulier, van de Dordtse synode, ingrijpend gewijzigd. Predikanten hoefden niet langer instemming te betuigen met de belijdenis omdat ze overeenstemt met Gods Woord maar voor zover ze dat doen.

Ruimte!

Ook ten tijde van de Doleantie (1886) speelde de binding aan de belijdenis een belangrijke rol. In 1883 kwam er in de Nederlandse Hervormde Kerk weer een nieuw ondertekeningsformulier. Daarin werd zelfs iedere verwijzing naar de belijdenis weggelaten.

Ruimte!

Onlangs werd op de Generale Synode van de GKv, te Ede, in het kielzog van een nieuwe kerkorde, ook een nieuw ondertekeningsformulier besproken. Br. H. Oosterhuis schreef er over in De Bazuin nr. 10 van dit jaar. U moet het artikel er nog maar eens bij pakken. Inmiddels is dat nieuwe formulier aangenomen. Het is nu de officiële lijn in de GKv. In het oude, ook onder ons gebruikte formulier verklaren hoogleraren, predikanten, ouderlingen en diakenen dat zij er van harte van overtuigd zijn dat de drie formulieren van eenheid in alle delen overeenstemmen met Gods Woord. In het nieuwe verklaren ze dat de leer van de Bijbel in die formulieren wordt beleden. De onderwerping aan de kerkelijke weg en de kerkelijke tucht is nu op gepaste wijze aan de orde stellen en verantwoording afleggen. Iets volkomen anders.

Ruimte!

Hindernis

De belijdenis van de Kerk vormt voor moderne theologen, die uitvluchten willen, een hindernis. Vele protestantse kerkgenootschappen houden de formulieren van eenheid nog aan, maar ze handhaven ze niet. Zoals Gods Woord tijdgebonden wordt verklaard, zo wordt dat ook gezegd van de belijdenisgeschriften. Mooi, waardevol, maar wel gestempeld door hun tijd van ontstaan. Ze zouden geen antwoorden geven op de vragen van vandaag. Wat dat ook mogen zijn. Je moet er dus niet meer al te strak aan gebonden zijn.

De nadruk wordt nu heel sterk gelegd op de tweede betekenis van belijden, die we aan het begin van het artikel noemden. Het aspect van loven. Samen de HERE loven en eer geven. Daarin zou dan nog de betekenis van de belijdenis liggen.

Zo maakten en maken kerkgenootschappen ruimte voor vele uitvluchten. Uitvluchten weg van Gods Woord.

Om uitvluchten te voorkomen

We herhalen de vragen aan het begin nog eens.

Hoe belangrijk is de belijdenis? Hoe belangrijk zijn de drie formulieren van eenheid? Hoe belangrijk is de binding aan die formulieren?

Het belang ligt in die mooie woorden uit 1619: om uitvluchten te voorkomen. Om elk afdwalen van Gods Woord te voorkomen. Gereformeerde kerken houden daarom de binding aan de belijdenis in stand. Als die binding losgelaten wordt, de geschiedenis leert het ons keer op keer, dan raakt de kerk de Bijbelse leer kwijt. Dan verliest ze het recht op de naam kerk. Want de Kerk van Christus blijft uitvluchten voorkomen en houdt gehoorzaam en trouw alleen de ruimte die God zelf geeft in Zijn Woord.