Derde weg?


Op de website www.eeninwaarheid.info verscheen op 5 oktober jl. een artikel van P.S. Kuijper onder de titel Een derde weg? Kuijper stelt daarin het naast elkaar bestaan van twee kerkverbanden aan de orde. Kerkverbanden waarvan de kerken beide uit de GKv zijn voortgekomen. DGK en GKN. Ons eigen kerkverband en dat waarvoor we voorheen de aanduiding voorlopig kerkverband gebruikten. U moet het artikel maar eens lezen.

In het artikel wordt gesteld dat die verdeeldheid veel verontruste GKv-leden voor grote moeiten stelt. Ze gaan langzamerhand beseffen dat ze afscheid zullen moeten nemen van de GKv. Maar waar moeten ze dan heen? Kiezen tussen DGK en GKN? Of nog een derde kerkverband stichten? Of nog iets anders? Maar is er wel een echt alternatief?

Het artikel suggereert dat de verdeeldheid tussen DGK en GKN een blokkade is voor verontrusten in de GKv om zich ook vrij te maken.

Terugnemen of schulderkentenis?

Kuijper schetst heel kort het probleem. Ook de broeders en zusters in DGK en GKN hebben natuurlijk moeite met de verdeeldheid. Maar naar elkaar terug Dat gaat niet. Over een aantal leden van GKN zijn schorsingen en afzettingen uitgesproken. Die oordelen moeten eerst teruggenomen worden, zo wordt gesteld van de kant van de GKN. Met leedwezen. Pas dan kan er gewerkt worden aan hereniging.

Aan de andere kant, bij DGK, wordt juist schulderkentenis gevraagd. Belijden van schuld over de scheuringen. Eerder kunnen de schorsingen en afzettingen niet ongedaan worden gemaakt.

De eerste weg en de tweede weg. Ze sluiten elkaar uit.

Ware eenheid ontbreekt?

Onlangs kwam bij de redactie ook een brief binnen m.b.t. deze moeite. De schrijver gaf aan helemaal te kunnen instemmen met het hoofdartikel in De Bazuin nr. 33, over Doorgaande deformatie en de oproep aan het einde van het artikel. De oproep aan verontrusten in de GKv om tot daden te komen. Maar, stelt de briefschrijver, u vormt zelf een struikelblok voor velen. U roept op om weg te gaan uit de GKv, maar tegelijk ziet u de balk in uw eigen oog niet. Bij DGK en GKN ontbreekt de ware eenheid, zo meent hij. En dat weerhoudt velen om tot daden te komen. En hij roept ons, DGK, op om eerst de eenheid te bevorderen met de broeders en zusters in de GKN. Onder verwijzing naar bovengenoemd artikel van Kuijper.

Struikelblok?

Kort gezegd: beide schrijvers menen dat de verdeeldheid tussen DGK en GKN een struikelblok is voor velen in de GKv om met die kerk te breken. Een struikelblok. Dat is een belemmering. Een verhindering. Onze verdeeldheid maakt het voor velen onmogelijk zich vrij te maken. Want ze weten niet waar ze heen moeten. Als daarentegen de verdeeldheid tussen DGK en GKN wordt weggenomen, ligt ook voor verontruste GKv-leden de weg voor vrijmaking open.

Derde weg

En om de ware eenheid opnieuw te bereiken, wijst Kuijper, en de briefschrijver sluit zich daarbij aan, op een mogelijke derde weg.

Zouden DGK en GKN niet een bijeenkomst kunnen beleggen om samen hun verdriet en onmacht over de verdeeldheid aan de Here voor te leggen en Hem om uitkomst te smeken? Om alle moeite achter te laten voor de troon van de Here? Om elkaar vervolgens de broederhand te reiken? Dan wordt het struikelblok weggenomen. Dan is er ook voor de verontruste en verstrooide GKv-leden een wijkplaats.

Nadenken

Kuijper roept ons en alle eventuele betrokkenen op om over die derde weg na te denken. De briefschrijver gaat een stap verder en roept ons op om die weg te gaan. Met haast.

Nu, als dat zo naar ons toe komt, dan wěllen we daar ook over nadenken. De broeders en zusters in de GKv gaan ons nog altijd zeer ter harte. En ook die in de GKN. En als wij een onnodige blokkade leggen, dan moeten we bereid zijn alles te doen om die blokkade weg te nemen.

En dat is dan ook de vraag die we ons stellen in dit hoofdartikel. Kunnen we op die manier de beweerde blokkade wegnemen? Mógen we op die manier, langs die derde weg, de eenheid herstellen?

De wil om tot eenheid te komen met allen die daad-werkelijk op hetzelfde fundament staan, het fundament van Schrift en belijdenis, die wil is er. Die moet er ook zijn. Dat is onze Bijbelse roeping. Het verlangen dat door broeder Kuijper en door de briefschrijver wordt verwoord is ook ons verlangen. Het verlangen van DGK. Iedere zondag wordt daarvoor in de kerken gebeden.

Kan het?

Dus: kan het? Mag het?

Het komt sympathiek over. Het klinkt eenvoudig. Hoewel Eenvoudig Die derde weg vraagt wel zelfverloochening. Dat is niet gemakkelijk. Maar in Christus moet dat mogelijk zijn.

Maar toch

Belangrijk is om na te gaan waarom het eigenlijk gaat. Als het zou gaan om moeiten in de persoonlijke sfeer, om ruzies tussen broeders, om in feite onbelangrijke plat-menselijke meningsverschillen, ja, dan kan die derde weg mogelijk zijn. Dan zou die weg misschien zelfs geboden zijn. Menselijke ruzies en zonden tegen elkaar mogen geen belemmeringen zijn voor kerkelijke eenheid.

Dus nog eens: kan het? Mag het?

Om die vraag te beantwoorden moeten we dieper kijken. We menen dat het tussen DGK en GKN gaat om meer dan platte menselijke meningsverschillen. Om meer dan zondigen tegen elkaar.

Eedbreuk

In de scheuringen die er geweest zijn, speelde o.a. een heel belangrijke rol dat veel ambtsdragers geweigerd hebben de kerkelijke weg te gaan. Heel snel riepen ze de gemeente weg van de betreffende kerkenraad. Zonder verder overleg. Zonder zich voor hun zaak te beroepen op de classis of in revisie te gaan bij een volgende meerdere vergadering. Zonder op te roepen tot reformatie. Zonder aan te tonen dat de Bijbelse waarheid in geding was, de enige reden waarom mensen de kerk mogen verlaten. Ze gingen gewoon.

Toen ze als ambtsdrager werden bevestigd, hebben ze voor God en zijn heilige gemeente beloofd dat ze zich geroepen wisten tot hun ambt door God zelf. En dat zij zich zonodig zouden onderwerpen aan de kerkelijke vermaning en tucht, overeenkomstig de kerkorde. Ze hebben hun handtekening gezet onder het Ondertekeningsformulier en zo hun belofte schriftelijk bekrachtigd.

Voor God en zijn heilige gemeente Dat is een belofte met de kracht en de ernst van een eed. En die eed werd door velen zo maar verbroken! Omdat men het met de kerkenraad niet eens was.

Ja, dat is eedbreuk. En minachting van het door Christus gekregen ambt. Dat is niet zozeer zonde tegen elkaar maar zonde tegen de Here. Zonde tegen Hem voor wiens heilig aangezicht die eed werd uitgesproken en bekrachtigd. Uit Gods eigen Woord weten we hoe ernstig dat is.

Geen Kerk van Christus?

Er is meer.

Wanneer een mens, een gelovig mens, de kerk verlaat, dan betekent dat heel veel. De kerk verlaten, dat doe je niet zomaar. Dat doe je alleen als de Here je daartoe roept. En Hij roept daartoe als zijn Woord wordt verlaten.

Dat moeten we goed beseffen. Ieder die de kerk verlaat, zal op de vraag: werd je daar weggeroepen door de Here, volmondig, zonder twijfel ja moeten kunnen zeggen.

Door de kerk te verlaten, spreken we uit dat de Christus in die gemeenschap zijn volk niet meer vergadert. Dat daar, zoals de kerk dat vroeger verwoordde, geen zaligheid meer te zoeken of te vinden is.

Dat geldt ook voor het voorbijgaan aan de kerk. Voor het stichten van een nieuwe kerkgemeenschap. Daarmee wordt van alle bestaande kerkgenootschappen gezegd dat Christus, de Koning van de Kerk, daar niet is.

Geen Kerk van Christus.

Geen bewijs

Dat is een zeer vérstrekkend oordeel. Een oordeel dat altijd zal moeten worden bewezen uit de Bijbel. Altijd zal moeten worden aangetoond dat de vergadering die men verlaat of voorbijgaat Gods Woord definitief heeft losgelaten.

In de moeiten tussen DGK en GKN is dat niet gebeurd. In geen enkel geval. De gemeente die in Zwolle zich de Vijverhoeve noemt, heeft een poging gedaan aan te tonen dat het evangelie van de vrije genade in geding was. Nádat men was weggegaan. Men beriep zich op de leer van Kohlbrugge. Maar toen werd aangewezen dat die leer Lutherse wortels had, niet in overeenstemming met de Bijbel, en dus geen argument kon zijn, bleef het verder stil.

En toch de kerk verlaten? Op zulke ongereformeerde gronden? Zo maar?

Is dat ook geen zonde voor de Here? Ernstige zonde tegen de Heer van de Kerk?

Geloofsstuk

De Kerk is geen club waar je lid van kunt worden als je daar zin in hebt. En waar je weer bij weg kunt lopen als de gang van zaken of de verbondsprediking niet naar jouw zin is.

En het is ook niet zo dat er op dit moment wel een handvol ware kerken zou zijn waaruit je naar believen eventueel een andere kunt kiezen.

Het lijkt wel of velen dat niet meer beseffen. Maar Schrift en belijdenis spreken een andere taal. De Kerk is een gelóófsstuk. Een onderdeel van het schriftuurlijk belijden. Een onderdeel van het ware, zaligmakende geloof. Dat belijden we in de artikelen 27, 28 en 29 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Wie daar gemakkelijk mee omspringt, wie maar gemakkelijk de kerk in boosheid verlaat, wie ook maar gemakkelijk de kerk voorbijgaat en zelf een gemeente sticht, die wijkt daadwerkelijk af van de belijdenis. En van Gods Woord op dit punt. Die toont op het punt van de kerk ongeloof! Die is bezig met eigenwillige eredienst. Als eens Jerobeam.

Zonde

Er zou meer te noemen zijn. Maar dit zijn toch wel twee heel belangrijke zaken die liggen tussen DGK en GKN. Eedbreuk. Eigenwillige eredienst. De Kerk niet zien of niet geloven.

Zonden tegen de Here.

Om de eenheid te herstellen, om de ware eenheid terug te vinden, de eenheid in Christus, zal dit gezien moeten worden. Zonde moet worden benoemd. En erkend. En op erkenning van schuld volgt bekering. Dat kan niet anders.

Een andere weg is er niet.

Niet op dit moment, nu die zonde levend en actueel is.

En die derde weg?

Het antwoord op de vraag: kan het, mag het? moet dus zijn: nee. Het kan niet en het mag niet. Niet zo. Eerst moet de schuld tegenover de Here beleden worden. Voordat we sámen tot Hem kunnen gaan. Dat wil niet zeggen dat we op dit moment geen onderlinge gesprekken voor mogelijk houden, maar dan moeten in die gesprekken uiteindelijk wel bovengenoemde zaken aan de orde komen.

Die derde weg is daarmee niet helemaal zonder betekenis. Het kan zijn dat er na het belijden van zonde en na verzoening en hereniging nog zaken overblijven. Verschillen in waardering van bepaalde uitspraken, moeite met woorden die pijn gedaan hebben Dan hebben we het over moeiten in het menselijke vlak. Als we daar niet uitkomen, ja, dan kunnen we die voorleggen aan de Here. En de moeite overlaten aan Hem die alles goed zal maken. Dan kunnen we elkaar de broederhand reiken en een bijeenkomst beleggen, niet om de eenheid af te bidden, maar om te danken voor teruggekregen eenheid.

Die derde weg kan het eindstadium zijn. Maar niet de oplossing.

En de verontrusten?

In het artikel van Kuijper en in de brief wordt gesteld dat de verdeeldheid tussen DGK en GKN een struikelblok is voor verontrusten in de GKv. Een verhindering om zich vrij te maken. Ze zouden niet weten voor welk kerkverband ze moeten kiezen.

Laten we dus met ons antwoord die verontrusten in de kou staan?

We menen van niet. Zeker niet.

Sprekend naar Schrift en belijdenis mogen en moeten we zeggen dat er geen twee kerken van Christus tegenover elkaar kunnen zijn. Het komt erop aan goed te onder-scheiden. Velen menen dat er tussen DGK en GKN geen echte verschillen zijn. Maar hoe zit het dan met het geloofsstuk van de kerk? Het schriftuurlijke zicht op het ambt? De waarde van een eed voor het aangezicht van de Here? De leer van Kohlbrugge?

Onderscheiden

De broeders en zusters in de GKv die zich geroepen weten om die gemeenschap te verlaten, moeten goed onderscheiden. En dan is de keus niet echt moeilijk.

Er wordt vandaag de dag nogal eens gezegd dat het allemaal zo verwarrend is. En dat je zo moeilijk kunt uitmaken waar je naartoe moet. Zulk spreken en denken houdt een gevaar in. Het gevaar dat die veronderstelde verwarring een excuus wordt om maar te blijven zitten. En dat gunnen we onze broeders en zusters niet.

Dat hoeft ook niet. Die verwarring is er niet. Die maken mensen zelf. Iedereen kan uit de publieke stukken nagaan hoe het zit met DGK en GKN. Als men maar bereid is om van zichzelf af te zien. Om het zich niet te gemakkelijk te maken. Om zich niet te laten drijven door zaken die niet met de kenmerken van de Kerk te maken hebben. Om zich af te wenden van laster en valse beeldvorming. Als men maar oprecht bereid is de zaken na te gaan. In biddend opzien naar de Here.

Dan wordt, naar onze vast overtuiging, de enige rechte weg wel zichtbaar. Daar zal de Heer van de Kerk wel voor zorgen.

Dat gunnen we al onze broeders en zusters.

Dat is ons gebed voor hen.

In de GKv.

In de GKN.

Waar dan ook.