We zijn niet klaar


Tien jaar geleden is het alweer, dat we in Zwolle samen kwamen op de Vrijmakingsvergadering.

20 september 2003.

Nu tien jaar later zien we de vruchten van die Vrijmaking. Er zijn twaalf gemeenten die Gods Woord van begin tot eind laten horen. Op de synode van Hasselt 2011-2012 is het werk van het deputaatschap Onderzoek Synodebesluiten tot een afronding gekomen.

Op basis van het werk van het deputaatschap werden onschriftuurlijke besluiten uit het verleden door de synode afgewezen.

De kerkmuren zijn hersteld, de gaten gedicht. Kunnen we zeggen dat we klaar zijn? Nee, dat niet. En u weet het, we zijn nooit klaar.

Synodebesluiten

De Vrijmaking in 2003 kwam tot stand na een tijd van oproep tot reformatie. De vereniging Reformanda werd in 1991 opgericht met als doel het bewaren en bewaken van de gereformeerde, dat wil zeggen, Bijbelse leer in de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt).

De strijd die gevoerd moest worden, ging over een heel aantal zaken. De kern hiervan was en is dat afwijkingen van Schrift en belijdenis werden getolereerd en dat deze gelijke rechten kregen als de goede leer. We noemen hier de uitleg ten aanzien van het 4e en 7e gebod, het gebruik van het Liedboek, invoering van het open avondmaal en de zogenoemde gemeente-ethiek. Er zijn meer zaken te noemen.

De achterliggende oorzaak is telkens dat aan het gezag van Gods Woord werd getornd.

Opbouw kerkmuren

In de inleiding schreven we al dat de kerkmuren zijn herbouwd. In onze tijd is dat wellicht een bijzondere wijze van spreken, maar zo zien we wel de doorgaande lijn in de kerkgeschiedenis.

We denken dan aan het boek Nehemia.

Nehemia werkte als balling aan het hof van koning Arthasastha in Babel en was opgeklommen tot een belangrijke medewerker van de koning. Nehemia trekt naar Jeruzalem om daar aan te treffen wat hij al had vernomen: de muren van Jeruzalem liggen nog in puin. Met kracht nemen ze vervolgens het werk van de herbouw van de muren ter hand, ondanks alle tegenstand van de volken rondom.

Nehemia zet alles op alles op de muren te herbouwen en het hele volk wordt hierbij ingeschakeld. Door Gods zegenende hand wordt het werk aan de muur ook daadwerkelijk voltooid. De muur werd hersteld en opgebouwd; het puin werd opgeruimd. Zo werd de kerk van de Here onder het Oude Testament weer ommuurd, om de invloed van wereldse invloeden tegen te gaan. De muur werd gebouwd als onderdeel van de kerkreformatie in Nehemias dagen om de wereldgelijkvormigheid tegen te gaan.

Onderdeel van

De antithese die zichtbaar wordt door de kerkmuren, doortrekt het hele leven. Daarom houdt het boek Nehemia niet op bij hoofdstuk 4, waar de herbouw van de muur is voltooid. In hoofdstuk 5 blijkt dat de gemeenschap der heiligen niet functioneert, de rijke broeders buiten hun arme broeders uit. In de verdere hoofdstukken wordt het volk steeds de wet voorgehouden. Het volk wordt door Ezra en Nehemia gewaarschuwd en opgeroepen tot bekering wat betreft hun gemengde huwelijken, hun zorg voor elkaar en voor Gods tempeldienst. Van harte beloofden zij beterschap. Zij bekeerden zich en zwoeren dat zij de HERE van nu aan trouw zouden zijn.

Dan moet Nehemia weer terug naar de koning van Babel. Hij had slechts verlof. Hij had voor bepaalde tijd toestemming om naar Jeruzalem te gaan. Toen hij, na zijn werk in Babel, weer in Jeruzalem kwam, had een vijand van God een logeerkamer in de tempel gekregen. Van de hogepriester zélf gekregen. Het volk huwde zijn dochters weer uit buiten Gods volk. Gemengde huwelijken werden weer gesloten, hoewel zij afgezworen waren onder de eed: De HERE mag ons vervloeken als wij onze dochters geven aan de volken van het land (Neh. 10). Het volk betaalde niet meer voor de tempeldienst, de priesters waren naar het platteland verhuisd om hun eten te verbouwen. De tempeldienst was zelfs weer gedeformeerd.

De herbouw van de muur was een onderdeel van de reformatie van de oudtestamentische kerk ten tijde van Nehemia. De fysieke scheidslijn tussen kerk en wereld was hersteld. Maar dit betekende niet dat daarmee automatisch alle dwalingen buiten de deur werden gehouden. Ook het volk binnen de muren moest zich bekeren. Dagelijks! Dat bleek wel bij terugkomst van Nehemia.

Iets doen niet genoeg

Wij moeten daarvan leren. Ook tien jaar na de Vrijmaking. Ook wij moeten ons als volk dagelijks bekeren. We zijn met het herstellen van de gereformeerde leer niet klaar. Niet het wegdoen van oude, on-Schriftuurlijke synodebesluiten heeft tot gevolg dat dwalingen van het kerkplein worden gehouden. Sterke muren rondom de kerk, om daar alle wereldgelijkvormigheid en dwalingen weg te houden, zijn belangrijk, maar betekenen niet dat ons van nature boze hart nu niet meer kan vallen voor de verleidingen van satan.

En als we eerlijk zijn, is de strijd tegen ons zondige vlees vele malen lastiger dan onze inspanning om iets te doen voor de kerk. Snijden in ons eigen vlees is moeilijker dan voorstudie doen voor vereniging. God liefhebben met heel ons hart, met heel onze ziel, kracht en verstand is moeilijker dan naar catechisatie gaan. Je inspannen om de werkzaamheden voor Bijbelstudiebond, Schoolverenigingen of bijvoorbeeld De Bazuin te doen, is gemakkelijker dan tot bloedens toe tegen de zonde te strijden. Is het niet veel moeilijker om onszelf aan Gods Wet te toetsen; ons denken naast Gods Woord te leggen en ons te bekeren?

Ja, doorgaande reformatie is voor ons niet gemakkelijk. Het is meer dan alleen gereformeerde organisaties in het leven roepen. Want wat is doorgaande reformatie?

Persoonlijke zaak

Doorgaande reformatie is allereerst een zeer persoonlijke zaak. Het gaat om de vernieuwing van ons denken. Ons innerlijk moet worden vernieuwd. Daarop wijst Paulus in Romeinen:

Ik vermaan u dan, broeders, met beroep op de barmhartigheden Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levend, heilig en Gode welgevallig offer: dit is uw redelijke eredienst. En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt erkennen wat de wil van God is, het goede, welgevallige en volkomene.

(Rom. 12:1,2)

Dit is nu de doorgaande reformatie die plaats moet hebben in ons leven. De prediking moet hierop zijn gericht, als zij de gemeente oproept om zich te bekeren. Door de prediking van Gods wet en Evangelie moet opgeroepen worden tot geloof en bekering. En is het dan niet gemakkelijker samen een school op te bouwen dan elkaar op te roepen tot bekering?

Een eigen school hebben we nodig, om onze kinderen op te voeden in de vreze van zijn Naam. Een Bijbelstudiebond hebben we nodig om schetsen uit te geven en te ontwikkelen. Maar als dit niet uit geloof gebeurt, dan is het niets. Dan is het als de muur ten tijde van Nehemia. De muur stond, het gevaar was buitengesloten. Maar Nehemia ging weg, kwam terug, en de zonde bleek als onkruid welig te tieren. Opgesproten uit het volk zelf. Uit zijn boze vlees. Wij als volk moeten ons bekeren, ieder persoonlijk. En wat we doen moet vrucht van geloof zijn. Dan is het vrucht voor Gods rijk.

Tien jaar doorgaande reformatie

In het kader van de herdenking van 10 jaar Vrijmaking moeten we ons het volgende afvragen. De verkeerde synodebesluiten zijn afgewezen. Daarvan hebben we ons vrijgemaakt. De muren zijn herbouwd en de bressen in de muren zijn gedicht. Maar hebben wij ons ook persoonlijk van die verkeerde inzichten bekeerd? Hebben wij ons in deze zaken vernieuwd van denken?

De zondag is een instelling van God. De Here heeft deze dag door middel van zijn gemeente zelf ingesteld. Dat geloven wij. Dat is ook te lezen in de Acta van Mariënberg. Maar werkt dat door in onze levens? Zetten wij die zondag apart? Komen wij trouw naar de kerk om naar zijn Woord te horen? Gedenken wij op deze dag Gods scheppings- en verlossingswerk?

En, hoe zingen wij onze psalmen? Met de onschriftuur-lijke liedboekliederen kunnen wij God niet loven. Daarom hebben we ze terecht afgewezen. Maar hoe zingen wij God dan wel onze lof? Met een volkomen toegewijd hart?

En, we kunnen tegen zijn op een gemeente-ethiek, waarbij aan de gemeente wordt overgelaten hoe moet worden omgegaan met zaken op ethisch gebied. Maar aanvaarden wij de tucht van Gods Woord over ons leven? Ook wanneer anderen ons daarop aanspreken?

Door zijn Geest

Tien jaar na de Vrijmaking. We mogen de Here diep en diep dankbaar zijn dat Hij ons heeft bewaard en beschermd tegen het woeden van de vijand, de satan. Hij, die met de verwoestende kracht van de wereldgelijkvormigheid de antithese tussen het volk van het nieuwe Jeruzalem en het volk van Babylon wil wegwerken. Voor die bewaring willen wij de HERE ook danken. Ook samen als broeders en zusters op de Kerkdag.

Maar we kunnen nu niet achterover leunen. We moeten juist de wacht betrekken bij de muren om bressen en verval te voorkomen. Dat moeten we doen als kerk. Door het Woord onverkort te prediken. Door de tucht te gebruiken om mensen te trekken tot God. Door de sacramenten zuiver te gebruiken.

Ook als kerkleden moeten we op onze eigen plaats op wacht staan. Door persoonlijke Bijbelstudie om Gods wil te kennen. Door te bidden om zijn Geest, die ons heilig maakt. Door te bewaren wat ons is toevertrouwd. Door op elkaar toe te zien. Wij moeten ons bekeren. Telkens weer vernieuwd worden in denken.

Wij, levende lidmaten van de kerk, moeten te herkennen zijn aan de kenmerken van de christenen. Namelijk aan het geloof en hieraan dat wij, na de enige Heiland Christus aangenomen te hebben, de zonde ontvluchten en de gerechtigheid najagen, de ware God en onze naaste liefhebben, niet naar rechts of links afwijken en onze oude mens met zijn werken kruisigen.

Dat wil niet zeggen dat er geen grote zwakheid meer in ons zou zijn. Maar door de Geest strijden wij daar elke dag tegen, ons leven lang. Wij moeten voortdurend onze toevlucht nemen tot het bloed, de dood, het lijden en de gehoorzaamheid van de Here Jezus, in wie wij vergeving van zonden hebben door het geloof in Hem.

Het reformeren is niet klaar. De Vrijmaking is tien jaar geleden. Laten wij onze lichamen stellen tot een levend, heilig en Gode welgevallig offer.

Here, vernieuw ons denken, opdat wij Uw wil mogen erkennen!