Wonder van de zestiende eeuw


450 jaar Heidelbergse Catechismus (4)

In het vorige artikel zagen we dat in 1563 de Heidelbergse Catechismus werd vastgesteld in de gereformeerde kerk in de Palts. En dat de Nederlandse dominee Petrus Datheen, uit de vluchtelingengemeente in Frankenthal, het leerboekje vertaalde in het Nederlands. In 1565 kwam deze vertaling beschikbaar in de Nederlanden.

Vluchtelingenkerken

Als dominee Datheen de Heidelbergse Catechismus vertaalt is hij dus predikant in de Nederlandse vluchtelingengemeente te Frankenthal, een plaatsje in de Palts, niet zo ver van Heidelberg. Samen met eerst ds. Johannes à Lasco. En later met ds. Gaspar van der Heijden. Datheen was ook een welkome predikant aan het keurvorstelijk hof. Hij werd in de Palts zeer gewaardeerd en is zelfs een tijdlang hofpredikant geweest.

En ook in het geheel van de vluchtelingengemeenten heeft Datheen een belangrijke en leidende stem. Zulke gemeenten waren er ook in Londen, in Emden, in Wesel en in Frankfurt, en in kleinere plaatsen in de buurt van de genoemde steden.

Die vluchtelingenkerken ontstaan daar vanaf ongeveer 1544. De Reformatie heeft dan in de Nederlanden heel veel aanhangers en de vervolging in de Nederlanden wordt vanaf dat jaar buitengewoon zwaar. Zo zwaar dat tienduizenden gereformeerden het niet meer kunnen uithouden en de Nederlanden ontvluchten. Sommigen spreken zelfs over honderdduizenden! Bijna een kleine volksverhuizing. Dat duurt tot in de eerste decennia van de Tachtigjarige Oorlog, vanaf 1568, als veel steden in de Nederlanden, en ook hele gewesten, zich voor de Prins van Oranje verklaren. En daarmee voor vrijheid van de gereformeerde leer en eredienst. Die vluchtelingengemeenten verdwijnen daarna langzamerhand, o.a. door terugkeer naar de Nederlanden. Vanaf ongeveer 1572 is dan de aansturing van het kerkelijk leven verschoven naar de Noordelijke Nederlanden.

Kerkverband

Door de zeer zware vervolging is in de Nederlanden een georganiseerd kerkelijk leven een tijdlang gewoon niet mogelijk. Maar de vlùchtelingenkerken kunnen zich wel openlijk organiseren en met elkaar samenwerken. En in die vluchtelingenkerken wordt dan ook de basis gelegd voor het gereformeerde kerkverband. Het als kerken samenleven met gezamenlijke afspraken die op het Woord van God zijn gebaseerd. Waarbij iedere kerk zelfstandig is en de kerkelijke vergaderingen niet boven de kerken staan, maar alleen dienen om samen besluiten te nemen en elkaar bij te staan. Zoals dat nu nog steeds is.

Heel bekend zijn geworden het Convent van Wesel, in 1568, en de Synode van Emden, in 1571. Daar werden de eerste kerkordelijke afspraken gemaakt, door de afgevaardigden van de vluchtelingengemeenten en de paar afgevaardigden uit de Nederlanden die kans zagen, vaak met gevaar voor eigen leven, om aanwezig te zijn.

Contacten

Tegelijk blijven er in die hele periode steeds nauwe contacten tussen de vluchtelingengemeenten onderling en met de kerken onder het kruis in de Nederlanden. En ook blijven er steeds intensieve contacten met Genève en met Franse calvinistische gereformeerde kerken. Het is een heel bijzondere tijd! Terwijl de brandstapels roken, worden de gereformeerde kerken in de Nederlanden steeds meer gereformeerd naar de leer van de Bijbel zoals Calvijn die heeft opgeschreven. Denk maar aan de Nederlandse Geloofsbelijdenis, die voluit gereformeerd is en gevoed is door o.a. het werk van Calvijn.

En denk dus ook maar aan de Heidelbergse Catechismus, opgesteld in dat ene gereformeerde gebied in Duitsland.

Niets bij toeval

Zo komen de lijnen bij elkaar in de jaren zestig en zeventig van de zestiende eeuw. In en vanuit de vluchtelingenkerken kan betrekkelijk veilig (Lutherse vorsten blijven vervelend, ook naar de vluchtelingenkerken) en vruchtbaar gewerkt worden aan de gereformeerde leer en aan een gereformeerd kerkverband. Contacten blijven, ondanks de zware vervolgingen, mogelijk. En vanaf 1568 komen er veel vrije steden, vooral in het gewest Holland, waar boekdrukkers ongestoord de Bijbel, de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Heidelbergse Catechismus kunnen drukken en verspreiden.

Niets gebeurt bij toeval.

Drie terreinen

Op drie punten hebben de jonge kerken in de Nederlanden behoefte aan een uitgave als de Heidelberger. In de eerste plaats is men het er breed over eens dat in de erediensten op zondag de leer van de kerk consequent en structureel moet worden onderwezen. Dat is, met zo veel pas bekeerden, die nog weinig kennis hebben, echte noodzaak. Daar is een leergang voor nodig.

In de tweede plaats is er sterke behoefte aan een leerboek voor de jeugd. Voor gebruik op catechisatie, op school en thuis.

En in de derde plaats zijn de kerken over het algemeen van mening dat de predikanten zich moeten binden aan het Woord van God door ondertekening, naast een belofte van trouw aan de Bijbel, van belijdenisgeschriften. Daardoor wordt niet alleen de zuivere Woordverkondiging maar ook de eenheid van de kerk gewaarborgd.

De nieuwe catechismus uit Heidelberg past daar precies in. Door de kerken wordt hij herkend en aanvaard als een echt gereformeerd geschrift. De Heidelberger krijgt dan ook al gauw de status van hèt leerboek van de kerken, waaruit gepreekt en onderwezen wordt, maar ook de status van belijdenisgeschrift. Een van de formulieren van eenheid, die door predikanten en andere ambtsdragers ondertekend moet worden.

Synode van Dordrecht

Verschillende predikanten maken zelf al heel snel goed gebruik van de Heidelberger. Dat gebeurt o.a. in Amsterdam. Maar ook in Delft en in Dordrecht. In andere gereformeerde kerken verloopt de invoering, ook al wil men wel, trager en rommeliger. Vergeet niet: het is oorlog. Vandaag een vrije stad met een vrije kerk, morgen in handen van de Spanjaarden. De Spaanse furie trekt over de Nederlanden.

Daarnaast zijn er ook nog andere catechismussen in omloop. Eigenlijk is het een groot wonder dat in zon tijd de kerk zo krachtig gebouwd wordt en dat er zulke eenheid van gevoelen is over de Catechismus.

In 1574 vindt er voor het eerst een synode plaats binnen de Nederlandse gewesten. Twee jaren na de eerste vrije Statenvergadering van Holland. De gewestelijke synode van Holland. In Dordrecht. Op die synode spreken de kerken in Holland af om in alle kerken de Heidelbergse Catechismus te gaan gebruiken. Er gaat uit gepreekt worden. Dominees gaan elkaar helpen met het uitleggen van de Catechismus. En ook de schoolmeesters moeten de Catechismus gaan gebruiken. Kerkenraden moeten daarop gaan letten. Op de Nationale Synode in Dordrecht in 1578, vier jaar later, van alle Nederlandse kerken, wordt dit bevestigd.

Heel belangrijke besluiten die zegenrijk hebben gewerkt.

Twee stromen

Toch verloopt de invoering van de Heidelbergse Catechismus, ondanks de eenheid op de synode, niet overal even gemakkelijk.

Voor een deel komt dat doordat de scheiding tussen kerk en staat niet helder is. We zagen dat ook in de Duitse kerkgeschiedenis. Heel vaak bemoeien de stedelijke en de gewestelijk (provinciale) overheden zich met kerkelijke geschillen.

Ook in die jonge gereformeerde kerken, zo spoedig na de doorvoering van de Reformatie, blijken meteen al twee stromingen zichtbaar. Predikanten en kerkenraden die zich onvoorwaardelijk willen binden aan de Schrift en de belijdenissen van de kerk, maar ook predikanten en kerkenraden die wat vrijer, wat rekkelijker, wat vrijzinniger zijn. Die laatste willen niet weten van strakke bindingen. Er is niets nieuws onder de zon!

En in sommige gevallen kiest de overheid voor de ene of de andere partij.

Overheid

Zo is er in Gouda een predikant die van mening is dat hij zich niet hoeft te binden aan de belijdenisgeschriften. Hij vraagt en krijgt ook een tijdlang de steun van het stadsbestuur. In Deventer is een predikant die soortgelijke gedachten heeft en meent dat aan de overheid, naar Lutherse wijze, het eindgezag in de kerk toekomt. Hetzelfde soort conflicten doet zich voor in Utrecht en in Hoorn. In Haarlem en in Hasselt stelt het stadsbestuur zich, tegen de zin van de provinciale overheid, zgn. neutraal op: men staat de invoering van de Catechismus in de kerken toe, maar werkt bewust niet mee aan invoering in het onderwijs. Stel je voor dat onverhoopt de Spanjaarden terugkomen! Bovendien was Hasselt in die tijd een roomse bedevaartsplaats. Aan de bedevaarten werd goed verdiend

Aan de andere kant werd door de overheid vaak ook rigoureus steun verleend aan de Reformatie en aan de invoering van de Heidelbergse Catechismus. Dat geldt bijv. voor grote delen van Gelderland en Overijssel. De Staten van die provincies beslisten, zonder veel discussie, en lieten hun besluiten zonder meer uitvoeren in alle gebieden die onder hun gezag stonden. Dat een streek als Twente zo sterk rooms is gebleven, komt mee doordat dit gebied lange tijd in handen bleef van roomse troepen. Daardoor vond de Reformatie er erg laat ingang.

In Drenthe ging het nog weer anders. Er waren daar in de zestiende eeuw maar heel weinig predikanten. Ook was er vanouds weinig overheidsgezag. In Drenthe viel niet veel te halen. Het werd niet belangrijk geacht. Daardoor gingen de Drenten maar zon beetje hun eigen gang. Ze verzetten zich niet tegen de invoering van de Catechismus, maar werkten er ook niet aan. Pas later, toen er meer gereformeerde predikanten naar Drenthe kwamen, kwam ook daar de invoering op gang.

Vasthouden

Een ander punt van discussie werden de pogingen tot herziening van de Catechismus. Verschillende predikanten wilden al gauw allerlei revisies. Omdat men meende dat iets beter of anders moest worden omschreven. Gelukkig werden vrijwel al die pogingen gesmoord. Met name in de provincie Groningen, waar dat in die jaren sterk speelde, waren de kerken duidelijk: men stond geen veranderingen toe, omdat in de Heidelbergse Catechismus duidelijk Gods Woord wordt nagesproken!

Bevestigd

We hebben vaak een heel ander beeld van die tijd. Van die eerste vier decennia, die eerste veertig jaren van de Tachtigjarige Oorlog. Eensgezinde gereformeerden die zich dapper verzetten tegen de Spaanse overheersing en gewetensdwang. Maar in werkelijkheid was het een zeer onrustige en onzekere periode, vol militaire en kerkelijke strijd. Toch konden juist in die hectische tijd mensen in grote trouw zich inzetten voor de doorwerking van Gods Woord. Juist in die jaren mocht de fundering gelegd worden van de gereformeerde kerken in de Nederlanden. Ondanks overheidsbemoeiing en interne discussies. Door Gods genade. De Heidelbergse Catechismus speelde daarbij een belangrijke rol. Op de Nationale Synode van Dordrecht in 1618-1619 werden de besluiten van Dordrecht 1574 en 1578 als het ware herhaald en bevestigd. Ook werd toen door de kerken besloten dat de Heidelbergse Catechismus onderdeel werd van het ondertekeningsformulier. En dat is het gebleven tot op de dag van vandaag. In gereformeerde kerken wereldwijd.

De Heidelbergse Catechismus: in ongeveer veertig jaar werd het hèt leerboek van de kerk en een van de drie formulieren van eenheid! Een wonder van de zestiende eeuw