Kerkelijke vereniging: gave èn opgave*


Rom. 12:1-5:

1 Ik vermaan u dan, broeders, met beroep op de barmhartigheden Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levend, heilig en Gode welgevallig offer: dit is uw redelijke eredienst. 2 En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt erkennen wat de wil van God is, het goede, welgevallige en volkomene. 3 Want krachtens de genade, die mij geschonken is, zeg ik een ieder onder u: koestert geen gedachten, hoger dan u voegen, maar gedachten tot bedachtzaamheid, naar de mate van het geloof, dat God elkeen in het bijzonder heeft toebedeeld. 4 Want, gelijk wij in één lichaam vele leden hebben, en de leden niet alle dezelfde werkzaamheden hebben, 5 zo zijn wij, hoewel velen, één lichaam in Christus, maar ieder afzonderlijk leden ten opzichte van elkander.

Rom. 15:5-7:

5 De God nu der volharding en der vertroosting geve u eensgezind van hetzelfde gevoelen te zijn naar (het voorbeeld van) Christus Jezus, 6 opdat gij eendrachtig uit één mond de God en Vader van onze Here Jezus Christus moogt verheerlijken. 7 Daarom, aanvaardt elkander, zoals ook Christus ons aanvaard heeft tot heerlijkheid Gods.

Geachte afgevaardigden, weleerwaarde en eerwaarde broeders van de kerkenraad van de Gereformeerde Kerk (dolerend) te Dalfsen, broeders en zusters in de Here

Op deze dag brengt de Here tot stand waar velen zo niet allen onder ons lange tijd, ja jarenlang voor hebben gebeden. Wat al bijna niet meer voor mogelijk werd gehouden: eenheid met een andere gemeente die zich heeft vrijgemaakt. Eenheid in waarheid met hen die uit hetzelfde huis komen. Na de vrijmaking van Dalfsen in begin 2010 was dat verlangen wederzijds geuit. Vandaag, begin 2013 geeft de Here het ons!

En wat is er lang en aanhoudend gebeden voor de overkomst van predikanten uit de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt! Al vanaf 2003. Meer dan negen jaar.

Vandaag geeft de Here het ons!

Wat een reden tot vreugde en dankbaarheid. Gedeelde vreugde en gedeelde dankbaarheid. Voor de kerken van het kerkverband en voor Dalfsen. Vreugde in de Here en dankbaarheid tot de Here. Het is Zijn gave van eenheid.

Omgaan met Gods goede gave

Maar met Gods gáve komt ook zoals altijd Zijn òpgave. Een goddelijke opgave om nu ook goed om te gaan met de door Hem geschonken eenheid.

Eenheid in waarheid, eenheid op het ene fundament van Gods Woord, eenheid in Gods ene huisgezin. Het is een eenheid die God heeft gewild, die Hij heeft bewerkt. Het is eenheid in waarheid waar Christus Zijn Vader voor gebeden heeft in het hogepriesterlijk gebed. Hij wil als de grote Herder van de schapen één kudde. Christus bracht ons bijeen als de schapen die Hem door de Vader gegeven zijn tot een kudde die Zijn stem zal volgen. Het is dus een zeer kostbaar goed, ja een goddelijk geschenk.

Maar met dat geschenk dienen we nu ook met grote zorgvuldigheid om te gaan.

Wat God samengevoegd heeft scheide de mens niet.

Die bewerkte en geschonken eenheid zal daarom als eenheid in de waarheid moeten worden bewaard, onderhouden, ja daaraan zal moeten worden gewerkt. Dat zal onze Here Christus als onze Herder doen, dat heeft Hij beloofd. Maar Hij wil dat ook wij daaraan meewerken. Als een meewerken aan Zijn kerkvergaderend werk. Want niet alleen het kómen tot vereniging, maar ook het onderhouden en versterken van de verkregen eenheid is meewerken aan dat heerlijke doorgaande kerkvergaderende werk van Christus.

Die opdracht hebben we dus ook nu de Here ons aan elkaar geeft. Gods ongedachte genadegave van vereniging is er vandaag, zijn opgave begint ook vandaag. Een opgave van bewaren en bouwen. Ook daarvoor zal Christus ons op ons gebed het nodige aan gaven en krachten willen geven.

Het moet ons daarom ook een vreugdevol voorrecht zijn om aan die eenheid te mogen blijven werken. Niet alleen om nog anderen te mogen trekken tot de eenheid die er mag zijn, maar ook om aan de nu ontvangen eenheid samen inhoud te geven bij Gods Woord.

Eenheid in het kader van onze eredienst

Het is daarom goed even stil te staan bij wat het bijzondere is van de eenheid die de Here ons nu schenkt. Daarover vertellen ons Rom. 12 en 15 het een en ander.

Rom. 12 spreekt over onze redelijke eredienst. Onze dienst aan God met onze levens als een levend dankoffer tot eer van God. Nu God ons in Zijn Zoon elke dag Zijn oneindige barmhartigheden toont, wil Hij dat wij ons nu ook aan Hem geven.

Paulus doet een beroep op deze barmhartigheden van God om aan te geven hoe vanzelfsprekend, hoe redelijk, onze hartelijke dienst tot God zal zijn.

 

Daarbij zullen we ons voortaan moeten afkeren van werelds denken, zegt Paulus. Niet langer werelds denken en handelen m.b.t. onze God door hoogmoed en zelfzucht. Niet langer werelds denken en handelen tegenover anderen door trots, eigenzinnigheid, hebzucht, eerzucht, uit zijn op eigen gelijk. Geleid door de Geest van Christus zullen we vernieuwd mogen worden, om de Here aangenaam te zijn.

Dat werkt Paulus in vers 4 uit in het op elkaar betrokken zijn in het ene lichaam van Christus. De eenheid en daarbij horende eensgezindheid van Christus lichaam staat dus in het kader van onze redelijke eredienst aan de Here. Alles rust daarbij op Gods genade in Christus; Christus die Zich een volk vergadert in Zijn ene lichaam, Hij wil dat er bij Zijn genade en vrede wordt geleefd, in broederlijke liefde, in eensgezindheid, waarbij we niet zinnen op hoge dingen, maar ons voegen in het eenvoudige (vers 16).

We zullen dan aanvaarden dat er onder ons verschil in gaven is, in ambten en taken. We zullen tevreden zijn met de plaats die God elk van ons geeft in de gemeenschap van de kerk. Daarbij zal ieder uit zijn op het heil van de ander. En zullen we met elkaar meeleven in blijdschap en verdriet. Zo bloeit de gemeente van Christus op, zo groeit ze naar Christus toe.

Schriftuurlijke verdraagzaamheid

In de gemeente te Rome waren er wel speciale problemen. Rom. 14 en 15 handelen over een zaak die de eenheid in de waarheid in gevaar bracht. Aanleiding was het omgaan met het eten van offervlees. Voor sommigen bracht dat eten van afgodisch offervlees hen weer dicht bij de heidense afgoderij. Dat waren de zwakken. Anderen wilden gewoon dat vlees eten, zonder dat daarbij de gedachte aan afgoden speelde, dat waren de sterken.

Paulus wekt nu de sterken op om de zwakken te hulp te komen. Hen niet tot aanstoot te zijn, door vlees te eten, waardoor de ander in de moeite werd gebracht.

In de kerk moet immers verdraagzaamheid zijn. Schriftuurlijke verdraagzaamheid die uit is op het heil van de ander. Die juiste verdraagzaamheid betreft niet afwijking van het fundament van de kerk. Die verdraagzaamheid verdraagt geen dwaling, geen zondig gedrag, ook niet het ingaan tegen de orde en vrede binnen de kerken.

Maar die Schriftuurlijke verdraagzaamheid betreft het voluit aanvaarden van elkaar met de menselijke gebreken die er bij een ander zouden zijn op te merken.

Aan die Schriftuurlijke verdraagzaamheid schortte het in de gemeente te Rome. De een voelde zich beter dan de ander. De een voelde zichzelf uitnemender dan de ander, in plaats van de ander uitnemender dan zichzelf te achten.

Zo was er wel een gemeente, er was wel één lichaam, maar geen echte eensgezindheid in dat lichaam. Want bij echte eensgezindheid aanvaard je elkaar, ook al vind je dat de ander wat te streng is m.b.t. bepaalde gewoonten, of dat de ander te angstig is bij het leven in deze wereld, terwijl je bijvoorbeeld nog weer een ander aanvaardt die een moeilijk karakter heeft. Bij een echte eenheid wil je de ander behagen en niet je zelf. Bij een echte eenheid schik je je naar besluiten als die niet tegen Gods Woord ingaan, en de ander geen schade doen.

Volgen van Christus

Paulus zegt wanneer het zaken betreft die vanuit de Schrift terecht te verdedigen zijn: geef elkaar de ruimte. Als iemand geen vlees eet ter wille van God, dan is het goed. En als een ander wel vlees eet ter wille van God, dan is het ook goed. Alleen, wees elkaar daarbij nooit tot aanstoot. Als dat dreigt zie dan maar af van dat eten of drinken of wat verder ook.

Een ander moet niet tot zondig vleesgebruik of wijn-gebruik worden verleid.

Wees daarom ook hierin niet hoogmoedig of zelfzuchtig. Maar aanvaard elkaar als kinderen van God zoals zo zegt vers 7 zoals ook Christus ons aanvaard heeft, tot heerlijkheid van God.

Voor het onderhouden van geschonken eenheid, voor het volharden in eensgezindheid en eendracht, komt het erop aan dat Christus wordt gevolgd. Dat er op Hèm gelet wordt. Zijn geboden en Zijn voorbeeld zijn beslissend voor ons gedrag. Zo regeert Zijn vrede in de harten van de kerkleden en dus in de gemeenschap der heiligen. Dat mag nu ook voor ons gelden. Wie Christus toebehoort zal daarom allen van harte aanvaarden die bij Christus horen, die op hetzelfde fundament staan en leven.

Zo zal er eenheid zijn met eenstemmigheid, eensgezind-heid in onderlinge broederliefde; binnen de gemeente, en binnen het kerkverband.

Eendrachtig God verheerlijken

Ten slotte wijst Rom. 15 ons nog op het heerlijke doel van die eenheid. Als die eenheid uitkomt in het eensgezind zijn van hetzelfde gevoelen naar het voorbeeld van Christus Jezus, dan is het doel daarvan, zegt vers 6, om eendrachtig uit één mond de God en Vader van onze Here Jezus Christus te verheerlijken. Dat is het heerlijke doel ook van onze vereniging voor nu en later. Daar doet Paulus hier voorbede voor.

De ware eenheid moet ons van God geschonken worden, maar ook het onderhouden ervan en het volharden erin kunnen we niet zelf.

Paulus smeekt ook hiervoor om de genadegave van de God der volharding en vertroosting.

Laten ook wij zo kijken naar de vereniging die vandaag onder de genade van de Here zijn beslag mag krijgen.

Moge Hij ons in die vereniging geven dat wij elkaar werkelijk aanvaarden waar Hij een ieder van ons aanvaardt. Moge Hij ons geven dat wij elkaar behagen en niet onszelf, zoals Hij ook niet Zichzelf heeft behaagd. Moge zo dit ook onderdeel zijn van onze redelijke eredienst aan God. Om God onze Vader in Christus eendrachtig als uit één mond te danken, te eren en te prijzen.

* Gesproken bij de heropening van de buitengewone vergadering van de classis Zuid-West op 12 januari 2013 te Zwolle